Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Uit het leven van een zestigjarige (5/9)

De leden en de financiën
'Johan Messchaert' werd opgericht als een vereniging, dus met leden. Was men eenmaal lid, dan kon men een toegangskaart voor een concert kopen tegen een gereduceerde prijs. Later voerde men het abonnementensysteem in, d.w.z. een lid kocht een serie toegangsbewijzen voor een heel seizoen, dan wel men werd donateur als men niet de gehele serie wenste.
Het is begrijpelijk dat, toen de concertpractijk nog niet als thans het geval is, door overheids- of andere instellingen werd gesubsidiëerd, het aantal leden bepalend was voor de activiteiten van de vereniging. Zoals we al eerder zagen startte men met 150 leden; een hoopgevend getal maar nauwelijks voldoende om een winterprogramma dat wat armen en benen had, op te kunnen zetten.

Het kasboek uit 1920.
Het kasboek uit 1920. Tot op een halve cent nauwkeurig.

Maar het bestuur durfde wel wat aan: het besloot zelfs een groter ensemble te laten optreden omdat dat wat meer 'toonde' en om die reden misschien meer publiek zou trekken. Men meende, zoals de notulen van 5 februari 1920 vermelden, op deze wijze "Het publiek een beetje te kunnen opvoeden," opdat "men later zijn keuze de vrije teugel zou kunnen geven."
Overigens leverde dat tweede concert nog heel andere moeilijkheden op dan financiële, omdat de beoogde datum in de vastentijd viel.
De Rooms-katholieke geestelijkheid liet in de volgende vergadering weten dat concertbezoek gedurende de vastentijd aan de gelovigen zou worden verboden. Hoe zeer men alle financiële zeilen wel bij de mast moest zetten, m.a.w. hoe zeer men gebaat was bij, de opkomst van zoveel mogelijk leden, bleek wel toen reeds in 1920 een voorstel tot contributieverhoging in behandeling moest worden genomen.
De secretaris schrijft wel in zijn notulen dat "de penningmeester zijn auditorium boeide" met zijn financieël verslag, maar de resultaten bleven zorgwekkend.
De veiligheidsmaatregelen die van gemeentewege in 1923 werden aangekondigd veroorzaken een vermindering in inkomsten, omdat men dan minder stoelen in de Parkzaal zou kunnen plaatsen. ('s avonds 448, overdag 512). Het bestuur meent dat de leden moet worden voorgesteld om dan maar overdag te laten concerteren. Maar dan komt Kerkmeyer in actie! Hij verzet zich, aldus de notulen, met hand en tand tegen dit voorstel en verklaart dat hij aan zoiets nooit mee zal werken. Er moet opgetreden worden en er moet bij de burgemeester op worden aangedrongen om het gemeente-voorstel te veranderen.
Pos ziet niets in deze poging en vraagt de voorzitter nuchter "wat hij denkt te doen als deze poging mislukt" Kerkmeyer zegt dan liever een tekort te accepteren. Kerkmeyer zet echter door en er wordt na zeer lange discussies besloten dat hij de burgemeester zal vragen om ontheffing.
In de volgende bestuursvergadering wordt zelfs overwogen om de vereniging een besloten karakter te geven omdat dan een onbeperkt(!) aantal bezoekers kan worden toegelaten. En het is weer Pos die nuchter vraagt wat er gebeurt als deze 'truc' mislukt.
Hoe deze kwestie afgelopen is wordt niet duidelijk uit de notulen; feit is dat Kerkmeyer er toch weer in slaagt om een meerderheid in 't bestuur te krijgen voor het voorstel om het eerstvolgende concert s avonds te laten plaats vinden (Pos en Boot zijn teugen).
Eenstemmig wordt besloten om geen raambiljetten meer op te hangen; men bespaart daarmee de vrijkaartjes voor degenen die zo'n biljet in hun winkel willen ophangen!

In 1927 komen er donkere wolken. Op 9 Juni deelt Pos mede "dat het bedankjes regent," en in 1928 schrijft de nieuwe secretaris Bossert dat het reservefonds ook uitgeput is. Waar haal je geld vandaan, als ook al blijkt dat met 't aftreden van Pos de ledenlijst verdwenen is?
Er wordt besloten in de vergadering van 10 mei 1929 om middels circulaires de burgers op te wekken om lid te worden van 'Johan M.' Mocht deze poging niet slagen, dan zal de vereniging worden opgeheven.