Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

De Latijnse school in Hoorn (13/13)

Het einde

Het geestelijk klimaat in de jaren '60 van de vorige eeuw schijnt ook de Latijnse school in Hoorn noodlottig te zijn geworden, al kunnen ook omstandigheden van plaatselijke aard een rol hebben gespeeld. Tot opheffing werd echter pas besloten, toen de plannen tot oprichting van een nieuwe gemeentelijke Hogere Burgerschool (het oprichtingsbesluit dateert van 1866) 'rond' waren. Het raadsbesluit dat voor het oude gymnasium het einde betekende werd genomen (met 7 stemmen vóór en 3 tegen) de 1ste september 1868. Rector Abbing werd op de meest eervolle wijze ontslagen en kreeg de keuze tussen een jaarlijks pensioen van 1000 gulden mèt, of 1200 gulden zonder woning. De conrector dr. K. W. Mitland Montijn ging, als leraar oude talen, over naar de H.B.S., die nl. ook een 'afdeling oude talen' bezat.102) De opheffing van de Latijnse school betekende voor Hoorn dus niet het einde van de klassieke vorming. Dit kwam pas na tien jaar, toen ook de afdeling oude talen wegens gebrek aan belangstelling (zij telde slechts drie leerlingen) werd opgeheven.
Typerend voor de langzame overgang van gymnasiaal naar middelbaar onderwijs die werd nagestreefd was ook de benoeming van de eerste directeur van de Gemeentelijke H.B.S., de classicus dr. J. G. de Vos, die behalve de oude talen ook aardrijkskunde en geschiedenis doceerde.103)
De H.B.S. was vanaf het eerste begin (in 1868) gevestigd in het Oostindische Huis (het tegenwoordige politiebureau aan de Muntstraat) . Het oude gebouw van de Latijnse school werd bij het stadhuiscomplex getrokken.

Het poortje van de Latijnse school.
Het poortje van de Latijnse school, zoals het nog altijd te zien is aan de ingang van het Klaes Stapelhofje. Het werd verplaatst op initiatief van de Vereniging 'Oud-Hoorn'.

Het poortje aan de Kruisstraat, dat generaties gymnasiasten toegang tot het schoolterrein had verleend, bleef - met alle uiterlijke kenmerken van de oneerbiedigheid van de scholieren - nog jaren op z'n plaats. Daar het door het in- en uitrijden van handwagens hoe langer hoe meer te lijden kreeg, kwam de Vereniging 'Oud-Hoorn' in 1938 met het plan het te verplaatsen naar de noordgevel van het stadhuis aan de Nieuwsteeg. Een subsidieaanvraag werd door de gemeente echter afgewezen en het advies gegeven voor het monument een andere passende plaats te zoeken. Kort hierop werd het, mede in verband met de verplaatsing van het postkantoor, afgebroken, de fragmenten werden opgeslagen in de tuin van het Westfries Museum. Na de oorlog wilde 'Oud-Hoorn' het eerst op z'n oude plaats (waar geen gevaar voor beschadiging meer dreigde) herbouwen. In 1956 kreeg het tenslotte, zoals indertijd door het lid de heer A. Nijdam was voorgesteld, een definitieve bestemming als ingang van het Klaes Stapelhofje aan het Munnickenveld.104)

De tegenwoordige rector van de Rijksscholengemeenschap 'West-Friesland', drs. T. H. Janssen.
De tegenwoordige rector van de Rijksscholengemeenschap 'West-Friesland', drs. T. H. Janssen, heeft nog steeds de leiding over een 'gymnasiale afdeling'. In zekere zin is deze te beschouwen als de voortzetting van de oude Latijnse school.

Herleving

Het duurde tot na de Tweede Wereldoorlog (1948) voordat de H.B.S. (inmiddels door het Rijk overgenomen) een gymnasiale afdeling kreeg, die evenals het oude gymnasium een gemeentelijke instelling werd. De naam van de school werd toen: het Westfriese Lyceum. De directeur, dr. S. J. Veeze, werd voortaan rector genoemd. Door deze afzonderlijke organisatievorm (onder beheer van de gemeente, met toezicht van door de raad benoemde curatoren) nam de gymnasiale afdeling binnen het lyceum een tamelijk zelfstandige plaats in, zonder dat er sprake was van een bewuste herinnering aan de tijd van de Latijnse school of een opzettelijke voortzetting van zijn tradities. Toen in 1968, bij de invoering van de Mammoetwet (onder het rectoraat van dr. G. Bouter) de band met de gemeente werd verbroken, bleef de gymnasiale afdeling deze aparte positie enigszins behouden. De tegenwoordige rector van de Rijksscholen gemeenschap 'West-Friesland' drs. T. H. Janssen, is van de schoolleiders sinds De Vos de eerste classicus.

Bennebroek, april 1976

H. A. VAN VESSEM

 

102) Ook de leraar wiskunde, H. Schoo, ging mee naar de nieuwe school. Al deze gegevens betreffende het einde van de Latijnse school en het begin van de H.B.S. dank ik aan de gemeentearchivaris, drs. B. J. van der Saag.
103) Honderd jaar in Hoorn, samengesteld ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het Westfriese Lyceum/H.B.S., Hoorn 1968, pag. 96.
104) Jaarverslagen van de Vereniging 'Oud-Hoorn'.