Zoals reeds opgemerkt, weten we over het aantal leerlingen dat de
Latijnse school bezocht vóór 1669 maar heel weinig. We konden
eigenlijk alleen constateren dat er perioden van opgang en verval waren
geweest. Voor de tijd na 1669 bezitten we exacte gegevens door het
bewaard blijven van een inschrijvingsregister, de Discipulorum
Matricula.58) Het is helemaal niet zeker dat dit register de
voortzetting was van een ouder, dat verloren is gegaan. Het is zelfs
waarschijnlijk dat men in 1669 met de openbare inschrijving is begonnen.
Het register opent nl. met de namen van alle leerlingen die op de 9de
juni 1670 'ter schole' gingen. Dit waren er 110, een vrij groot aantal
dus. In het algemeen was de tweede helft van de 17de eeuw voor de
Latijnse school een tijd van bloei. De herkomst van de leerlingen staat
achter de naam aangegeven. Bedoeld is kennelijk de geboorteplaats, zodat
we niet weten of ze indertijd met hun ouders naar Hoorn waren verhuisd
of als 'buitenleerlingen' in de stad in de kost waren. Waar als plaats
van herkomst Amsterdam of Den Haag is aangegeven kunnen we er wel zeker
van zijn met gevallen van 'import' te doen te hebben. Is de geboorteplaats Enkhuizen, Medemblik, Abbekerk, Purmerend of Edam, dan
moeten we met de mogelijkheid rekening houden dat de betrokken leerlingen daar hun eigenlijke domicilie hadden. Van de 110 waren
intussen slechts 18 niet in Hoorn geboren!
De voornamen van de leerlingen lijken voor een deel gelatiniseerd, maar
ook vinden we een Bouck, Maerten, Jan, Adriaan, Willem en Outger. De achternamen zijn dit kennelijk niet, behalve misschien die van Petrus
Agricola (de Boer) uit Abbekerk. De herkomst is bijna steeds door middel
van een van de geboorteplaats afgeleid adjectief aangegeven: Hornanus,
Enchusanus, Medenblicensis, Abbekercksinsis.
Het was in de regel de rector zelf die het inschrijvingsregister
bijhield, bijna zonder uitzondering in een keurig
schoolmeestershandschrift. Een verandering in het handschrift duidt dus meestal op de komst van een
nieuwe rector, mogelijk ook wel eens op vervanging door de conrector.
Soms wordt het begin van een nieuw rectoraat aangegeven met de woorden: 'sub rectore . . .' of 'sub rectorata . . .'
Inschrijving van nieuwe leerlingen vond het gehele jaar plaats, evenwel
met een top in de maanden april en mei, op z'n laatst in augustus. Daar
we niet beschikken over gegevens betreffende het - waarschijnlijk vrij
grote - aantal leerlingen dat jaarlijks de school verliet, is de
leerlingencurve over de periode 1669 - 1868 niet exact vast te stellen.
We geven daarom het aantal aanmeldingen per periode van 10 jaar, met -
zo mogelijk - daar tussen haakjes achter het aantal geslaagden bij de
(meestal twee) examens in het laatstvermelde jaar.
1669 - 1679 - 1689 - 1699 - 1709 - 1719 - 1729 - 1739 - 1749 - 1759 - 1769 - 1779 - 1789 - 1799 - 1809 - 1819 - 1829 - 1839 - 1849 - 1859 - |
'79: '89: '99: 1709: '19: '29: '39: '49: '59: '69: '79: '89: '99: 1809: '19: '29: '39: '49: '59: '68: |
134 127 84 79 76 73 62 62 60 38 37 41 39 49 43 61 50 39 28 32 |
(27/28) (11/10) (15/14) (9/8) (10/9) (16/20) (14) (19) (15/13) (12/11) (8/9) ('67:9) |
De curve heeft duidelijk een dalend verloop, met een kleine stijging ca
1800. Ter verklaring denken we natuurlijk direct aan (resp.) de
economische achteruitgang (ook) van Hoorn na de Vierde Engelse oorlog en
aan de toenemende belangstelling voor de klassieke oudheid in de Franse
tijd, overigens twee geheel verschillend geaarde factoren. De hernieuwde
daling ca 1850 kan in verband worden gebracht met de opkomst van de
burgerij, en de 'vernederlandsing' van de universiteiten.
De leeftijden van de ingeschreven leerlingen staan steeds aangegeven. Ze
schommelen tussen 7 en 19 jaar.59) De meeste leerlingen zijn op het
moment van inschrijving tussen 10 en 13 jaar oud.60)
58) Gemeentearchief Hoorn; Gonnet, Inventaris nr. 2470, Matricula publica Discipulorum Gymnasii Latini Hornani. In
de 17de eeuw werd in officiële stukken de naam 'gymnasium' al gebruikt.
59) Het is niet na te gaan voor welke klassen de aanmeldingen geschiedden. Is de aangegeven leeftijd 14 - 19 jaar,
dan mogen we veronderstellen dat men in een hogere klas wilde plaatsnemen.
60) In 1824 besloten Curatoren dat niemand onder de 10 jaar mocht worden toegelaten.