De taak, zowel van het onderwijzend als het niet-onderwijzend personeel, de plichten en rechten van de leerlingen en - niet te vergeten - het lesprogram waren minutieus geregeld in het schoolreglement. De oudste 'schoolwetten' waren waarschijnlijk van 1578. Helaas kennen we hun inhoud niet.71) In 1669 werden zij voor het eerst gewijzigd,72) in 1704 opnieuw. De in dat jaar doorgevoerde verandering stond in verband met 't terugbrengen van het aantal klassen van vier op drie.73) Van wezenlijke aard kan de verandering dus niet zijn geweest. Het reglement is - in schoonschrift, waarschijnlijk door de schrijfmeester - in het eerste van de twee bewaard gebleven registers ingeschreven.74)
Caput (hoofdstuk) 1 van dit 'Decretum in rem scholasticam Gymnasii Hornani
authoritate publica sancitum' (Besluit tot de schoolorde van het Hoornse
gymnasium, door het openbare gezag vastgesteld) handelt over het
onderwijzend personeel. Van de praeceptores (leraren) wordt vroomheid,
rechtschapenheid, plichtsbetrachting, het gebruik van de Latijnse taal,
gehoorzaamheid aan de curatoren en hulpvaardigheid tegenover collega's
verlangd. Zij moeten de leerlingen voorbereiden op de examens. De rector
wordt - als enige speciale taak - opgedragen op woensdag en zaterdag de
lagere klassen te bezoeken, zich op de hoogte te stellen van de
absenten, de telaatkomers en de prestaties. Verder is hij verplicht alle
gewichtige zaken met de conrector te bespreken. Deze moet, bij zijn
afwezigheid, de school besturen 'alsof de rector zelf tegenwoordig was '(ac si Rector ipse isset praesens).
Een apart paragraafje is gewijd aan de schrijfmeester (scriba), die de
leiding heeft over de schola scriptoria (schrijfschool). Hij moet
zorgen dat de leerlingen redelijk schrijven en dat hun pennen (in die
tijd de bekende ganzeveren) in orde zijn.
De meeste aandacht in het reglement krijgen de leerlingen zelf. Iedere
nieuwe leerling moet in het album scholasticum worden ingeschreven. Van
hem wordt de belofte gevraagd (hij moet er zelfs z'n hand op geven) van
vroomheid (tegenover God) en rechtschapenheid (tegenover zijn naaste).
Verder dient hij zich in woord en daad van alle laagheden te onthouden
en het stadsbestuur, de curatoren en z'n leraren de verschuldigde
eerbied te bewijzen. Het opgegeven huiswerk moet hij - zonder
tegenspreken zelfstandig maken. Naar redelijkheid opgelegde straffen
moet hij gewillig ondergaan. Bij verzet (zowel in geval van geld- als
van lijfstraffen) kan hij door curatoren van school worden verwijderd.
Het niet onderwijzend personeel bestond uit enkele custodes, aan wie de
zorg voor het gebouw, de schoolkas en het lesrooster, en verder de
regeling van examens, vakanties en uitdeling van prijzen was
toevertrouwd.
De grootste plaats wordt in het reglement ingenomen door de omschrijving
van het leerprogram (de 'methodus docendi et discendi'). Klas voor klas
en dag voor dag is bepaald hoe de tijd op school moet worden
doorgebracht. Door de grote nadruk op het Latijn - behalve Grieks kwamen
andere vakken hoogstens naar aanleiding van de Latijnse lectuur ter
sprake - was dit, zeker voor de jongste leerlingen, bijzonder zwaar. In
de 'classis infima' vormde de grammatica de hoofdschotel van het menu,
waarbij uitleg en oefening (thema's) elkaar afwisselden. Daarnaast
werden de Colloquia (samenspraken) van Corderius75) gelezen en moesten
de leerlingen korte Latijnse zinnetjes uit het hoofd leren. Ze moesten
immers Latijn leren spreken!
In de 'classis media' raakte het systematische onderwijs in de
grammatica op de achtergrond. Verschillende Latijnse schrijvers kwamen
nu aan bod: Cicero, Erasmus, Ovidius (de Metamorphosen, nog altijd op het gymnasium
gelezen) en Tibullus.76) Ook werden de eerste beginselen van het
Grieks bijgebracht.
Tenslotte de 'classis suprema'. Naast grammatica nu ook rhetorica en
logica, en behalve Cicero de schrijvers Terentius, Sallustius, Justinus
en Quintus Curtius,77) Vergillius en Horatius. De Griekse grammatica
werd grondig bestudeerd, maar van het lezen van Homerus, Herodotus en
Plato (zoals op het tegenwoordige gymnasium) was nog geen sprake. De
enige literatuur in het Grieks was het Nieuwe Testament.78)
71) Zie pag. 58.
72) Het hierna te noemen reglement van 1704 verwijst naar 1669.
73) Dit wordt althans in de 'considerans' van het nieuwe reglement vermeld.
74) Gemeentearchief, Inventaris nr. 2470, Decreta.
75) De Colloquia Corderii (van Mathurin Cordier - ca 1500) was een aan de Latijnse scholen - nog steeds - veel gebruikt
leerboek met Latijnse 'gesprekken'.
76) Romeins dichter, tijdgenoot van Horatius, bij het tegenwoordige gymnasiale onderwijs weinig meer gelezen.
77) Romeinse geschiedschrijvers uit de keizertijd; zij hebben helemaal hun tijd gehad.
78) Elders in den lande waagde men zich hoogstens aan Homerus en Xenophon.