Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

De Latijnse school in Hoorn (9/13)

Schoolreglement van 1704

De taak, zowel van het onderwijzend als het niet-onderwijzend personeel, de plichten en rechten van de leerlingen en - niet te vergeten - het lesprogram waren minutieus geregeld in het schoolreglement. De oudste 'schoolwetten' waren waarschijnlijk van 1578. Helaas kennen we hun inhoud niet.71) In 1669 werden zij voor het eerst gewijzigd,72) in 1704 opnieuw. De in dat jaar doorgevoerde verandering stond in verband met 't terugbrengen van het aantal klassen van vier op drie.73) Van wezenlijke aard kan de verandering dus niet zijn geweest. Het reglement is - in schoonschrift, waarschijnlijk door de schrijfmeester - in het eerste van de twee bewaard gebleven registers ingeschreven.74)

In schoonschrift vinden we het reglement van 1704 in een van de twee bewaard gebleven registers van de school.
In schoonschrift vinden we het reglement van 1704 in een van de twee bewaard gebleven registers van de school ingeschreven. Het was ongetwijfeld de 'schrijfmeester' , die met deze registratie belast is geweest.

Caput (hoofdstuk) 1 van dit 'Decretum in rem scholasticam Gymnasii Hornani authoritate publica sancitum' (Besluit tot de schoolorde van het Hoornse gymnasium, door het openbare gezag vastgesteld) handelt over het onderwijzend personeel. Van de praeceptores (leraren) wordt vroomheid, rechtschapenheid, plichtsbetrachting, het gebruik van de Latijnse taal, gehoorzaamheid aan de curatoren en hulpvaardigheid tegenover collega's verlangd. Zij moeten de leerlingen voorbereiden op de examens. De rector wordt - als enige speciale taak - opgedragen op woensdag en zaterdag de lagere klassen te bezoeken, zich op de hoogte te stellen van de absenten, de telaatkomers en de prestaties. Verder is hij verplicht alle gewichtige zaken met de conrector te bespreken. Deze moet, bij zijn afwezigheid, de school besturen 'alsof de rector zelf tegenwoordig was '(ac si Rector ipse isset praesens).
Een apart paragraafje is gewijd aan de schrijfmeester (scriba), die de leiding heeft over de schola scriptoria (schrijfschool). Hij moet zorgen dat de leerlingen redelijk schrijven en dat hun pennen (in die tijd de bekende ganzeveren) in orde zijn.
De meeste aandacht in het reglement krijgen de leerlingen zelf. Iedere nieuwe leerling moet in het album scholasticum worden ingeschreven. Van hem wordt de belofte gevraagd (hij moet er zelfs z'n hand op geven) van vroomheid (tegenover God) en rechtschapenheid (tegenover zijn naaste). Verder dient hij zich in woord en daad van alle laagheden te onthouden en het stadsbestuur, de curatoren en z'n leraren de verschuldigde eerbied te bewijzen. Het opgegeven huiswerk moet hij - zonder tegenspreken zelfstandig maken. Naar redelijkheid opgelegde straffen moet hij gewillig ondergaan. Bij verzet (zowel in geval van geld- als van lijfstraffen) kan hij door curatoren van school worden verwijderd.
Het niet onderwijzend personeel bestond uit enkele custodes, aan wie de zorg voor het gebouw, de schoolkas en het lesrooster, en verder de regeling van examens, vakanties en uitdeling van prijzen was toevertrouwd.
De grootste plaats wordt in het reglement ingenomen door de omschrijving van het leerprogram (de 'methodus docendi et discendi'). Klas voor klas en dag voor dag is bepaald hoe de tijd op school moet worden doorgebracht. Door de grote nadruk op het Latijn - behalve Grieks kwamen andere vakken hoogstens naar aanleiding van de Latijnse lectuur ter sprake - was dit, zeker voor de jongste leerlingen, bijzonder zwaar. In de 'classis infima' vormde de grammatica de hoofdschotel van het menu, waarbij uitleg en oefening (thema's) elkaar afwisselden. Daarnaast werden de Colloquia (samenspraken) van Corderius75) gelezen en moesten de leerlingen korte Latijnse zinnetjes uit het hoofd leren. Ze moesten immers Latijn leren spreken!
In de 'classis media' raakte het systematische onderwijs in de grammatica op de achtergrond. Verschillende Latijnse schrijvers kwamen nu aan bod: Cicero, Erasmus, Ovidius (de Metamorphosen, nog altijd op het gymnasium gelezen) en Tibullus.76) Ook werden de eerste beginselen van het Grieks bijgebracht.
Tenslotte de 'classis suprema'. Naast grammatica nu ook rhetorica en logica, en behalve Cicero de schrijvers Terentius, Sallustius, Justinus en Quintus Curtius,77) Vergillius en Horatius. De Griekse grammatica werd grondig bestudeerd, maar van het lezen van Homerus, Herodotus en Plato (zoals op het tegenwoordige gymnasium) was nog geen sprake. De enige literatuur in het Grieks was het Nieuwe Testament.78)

 

71) Zie pag. 58.
72) Het hierna te noemen reglement van 1704 verwijst naar 1669.
73) Dit wordt althans in de 'considerans' van het nieuwe reglement vermeld. 74) Gemeentearchief, Inventaris nr. 2470, Decreta.
75) De Colloquia Corderii (van Mathurin Cordier - ca 1500) was een aan de Latijnse scholen - nog steeds - veel gebruikt leerboek met Latijnse 'gesprekken'.
76) Romeins dichter, tijdgenoot van Horatius, bij het tegenwoordige gymnasiale onderwijs weinig meer gelezen.
77) Romeinse geschiedschrijvers uit de keizertijd; zij hebben helemaal hun tijd gehad.
78) Elders in den lande waagde men zich hoogstens aan Homerus en Xenophon.