De Duitsers hadden de school in 1945 kaal en uitgewoond achtergelaten. In café-restaurant Het Witte Paard (hoek Westersingel, Keern en Pelmolenpad) werd onder leiding van waarnemend directeur Gijs Lottering besproken hoe dit probleem moest worden aangepakt. Ook het herstellen van de eenheid van voorheen vroeg de aandacht. De 250 leerlingen hadden verspreid les gehad of ten slotte zelfs dat niet meer. De school moest weer echt school worden, op één locatie, met activiteiten die de band en binding versterkten. Het tachtigjarig bestaan, in 1948, was een goede aanleiding om de draad weer op te pakken. De vaste ingrediënten waren er weer (toneel, sport en dansen in de Parkzaal), maar sober was het allemaal wel.
De Rijksgebouwendienst knapte in de loop van de naoorlogse jaren het gebouw op en zorgde voor een nieuwe inrichting. Ook daarna bleven verbouwingen en veranderingen aan de orde. Zo werden rond 1959 op zolder boven het voorstuk van het gebouw twee noodlokalen ingericht, voor tekenen. Wat eerst de teken- en muzieklokalen waren, werd de aula. Dat was ook de plek van het overblijven tussen de middag.
Toen de gemeente Hoorn destijds in 1908 grond beschikbaar stelde aan het Rijk, was er nog geen vermoeden van dat dit gebied 'op de groei' gericht zou moeten zijn. De gedachte was dat er zoiets als een wandelparkje moest komen, ter aanvulling van het weinige aanwezige groen, in de vorm van slechts twee - zij het prachtige - beuken. Ook zouden een sportveld en een botanische tuin aangelegd worden.
De ontwikkelingen waren anders. De school groeide uit, zodat er meer lokalen nodig waren. Om
daarin te voorzien werd de school aan de kant van de Bontekoestraat uitgebreid met een nieuwe
vleugel.
Die bewuste vleugel is ontworpen door de Amsterdamse architect J.H.I. van Dorp. Het nieuwe deel gaf
ruimte aan les- en practicumlokalen voor natuur- en scheikunde, een tekenlokaal, een gymnastiekzaal
annex aula, en nog eens vier leslokalen. In die tijd was zeker door de verlichting het contrast
tussen oud en nieuw heel duidelijk: in het nieuwe gebouw straalde helder tl-licht, terwijl de oude
school het met traditionelere verlichting moest doen.
Met de uitbreiding van de stad Hoorn bleef ook het leerlingenaantal toenemen. Weer kampte de
school met ruimtegebrek. Als oplossing werd er een houten noodschool aan het einde van de Drieboomlaan
neergezet. Hier kregen de onderbouwklassen les. De docenten fietsten heen en weer tussen Joh.
Messchaertstraat en de Drieboomlaan. Deze situatie duurde tot de dependance in mei 1982 tot de grond
toe afbrandde. De onderbouwklassen kregen tot de vakantie les in het hoofdgebouw, waar ruimte was
doordat de eindexamenklassen geen les meer hadden.
In de zomer werden in kantoorgebouw Risdaele
aan de Nieuwe Steen enkele leegstaande etages van extra tussenmuurtjes voorzien zodat er leslokalen
ontstonden voor de ontheemde onderbouw. Zes schooljaren hebben leerlingen en personeel zich hier moeten
behelpen met te kleine, gehorige en benauwde lokalen, smalle gangen en trappen die niet berekend waren
op grote groepen levenslustige pubers.
Doordat de Rijks Middelbare Tuinbouwschool naar de Blauwe Berg verhuisde ontstond er ruimte voor de
RSG aan de overkant van de Bontekoestraat. In 1984 ging het markante gebouw van de RMTS tegen de vlakte.
Op het terrein verrezen een modern schoolgebouw, door het personeel gebouw 'De Bontekoe' gedoopt, en een
sporthal. In dezelfde periode werd het hoofdgebouw opnieuw uitgebreid en gerenoveerd. Op 24 november
1989 nam de school De Bontekoe en het vernieuwde hoofdgebouw officieel in gebruik.
Vanaf die tijd ligt de entree aan de Bontekoestraat. De oorspronkelijke hoofdingang aan de Johan Messchaertstraat
kán nog open, maar dat gebeurt alleen bij speciale gelegenheden en open dagen.