Een van de eerste auto's in Hoorn, geparkeerd voor hotel De Doelen. Het bezit van
een particuliere auto was aan het begin van onze eeuw alleen weggelegd voor mensen die in dit chique
hotel aan een enkele maaltijd een bedrag uitgaven, waar een arbeider een hele week voor moest werken
(AWG).
In die tijd hadden de bussen nog geen verwarming. Daarom onthaalde mevrouw Post na iedere rit het
verkleumde personeel in haar huiskamer op een kop warme soep. Zo gemoedelijk bleef het niet lang.
Enkele jaren later begon de firma Kok & Van Meurs met de Eerste White Autobus Onderneming op
hetzelfde traject te rijden. Daarop ontbrandde een felle concurrentiestrijd. De chauffeurs reden om
het hardst en probeerden elkaar in te halen om als eerste de wachtende passagiers bij een halte te
kunnen opnemen. Post, die zijn bedrijf onder de naam West-Friesche Auto Car Onderneming (WACO) voerde,
nam later het bedrijf van zijn concurrent over. In 1940 kocht de NS de WACO en in 1945 ging het bedrijf
op in de NACO, de Nederlandsche Auto Car Onderneming, een dochteronderneming van de Spoorwegen. Bij de
sanering van het streekvervoer is de NACO in 1974 opgenomen in de Noord-Zuid Hollandsche Vervoer
Maatschappij, de NZH.
In 1932 werden hier, op de Vale Hen en de Dubbele Buurt, op één
zaterdag wel 130 vrachtwagens geteld. Die waren van de talrijke bodediensten, die in heel West-Friesland
pakjes bezorgden. In het Hoornse veerhuis kon men de pakjes afgeven en ophalen. De chauffeurs waren
ook niet te beroerd om voor hun klanten in de stad schoenen te bestellen of een kledingstuk te ruilen
(AWG).
Enkele tientallen jaren geleden werd Hoorn aangewezen als groeikern. Daardoor steeg het aantal inwoners
snel. De binnenstad kon het toenemende autoverkeer niet meer verwerken. Door het instellen van
eenrichtingsverkeer en voetgangersgebieden werd geprobeerd de ergste knelpunten weg te nemen. Aan de
rand van de stad werden enkele grote parkeerplaatsen aangelegd. Om het parkeerprobleem voorgoed uit de
wereld te helpen, zijn allerlei plannen ontworpen, waaronder die voor de aanleg van een parkeerplaats
in het IJsselmeer, tegenover de Parkschouwburg. Want met vaak ingrijpende voorzieningen moet de stad
zich aanpassen aan de steeds groeiende behoefte aan sneller en beter vervoer.
In 1920 waagde een Haagse firma een eerste poging om een busdienst naar Enkhuizen op te zetten.
De gele bus staat hier klaar voor de eerste rit op de Rode Steen. Al spoedig kwamen hevige protesten
binnen tegen het ‘gele gevaar’, dat de theekopjes op tafel deed rammelen als het voorbij
denderde (Coll. W.F.H. Robat).