Onder redactie van J.M. Baltus, W.A. Braasem, W.F.M. Brieffies, A. de Graaf, K. Hazelzet,
J.P.H. van der Knaap, D.C. van der Maarel, V.J. Nobel, H.W. Saaltink en R.J. Spruit.
Tekst: W.F.M. Brieffies.
Reizen was in vroeger tijden een gevaarlijke en tijdrovende onderneming. Voor zijn plezier ging
niemand erop uit. Er waren nog maar weinig wegen en die waren doorgaans onverhard en vooral in de
winter slecht begaanbaar. Bij regen veranderden ze in modderpoelen waarin zelfs een ruiter te paard
nauwelijks meer vooruit kwam. Bovendien moest men voortdurend op zijn hoede zijn voor struikrovers,
bedelaars en ander gespuis dat het op de beurs van de eenzame reiziger had voorzien. Desondanks waren
er altijd mensen die de gevaren en ongemakken trotseerden en erop uit trokken, zoals kooplieden, reizende
ambachtslieden en boden die een bericht moesten overbrengen.
In het begin van de veertiende eeuw, toen Hoorn zich begon te ontwikkelen als marktplaats, werd de
stad al regelmatig bezocht door kooplieden uit Denemarken, Noord-Duitsland en Friesland. Zij verkochten
hier voornamelijk vee, waardoor al spoedig een ‘ossenmarkt’ ontstond. Uit Hamburg werd veel
bier aangevoerd. De ‘vreemdelingen’ kochten in Hoorn ‘van de ingesetenen haer kasen
en andere suyvel’, die vanuit de omliggende dorpen naar de Hoornse markt werden gebracht. Tijdens
hun verblijf in de stad namen de kooplieden meestal hun intrek in een herberg. Onbemiddelde passanten
konden sinds 1346 terecht in het gasthuis, waar zij voor enkele nachten gratis onderdak kregen.
In de middeleeuwen en nog lang daarna kon men overal op de Europese wegen pelgrims tegenkomen. Want wie genezing zocht van een kwaal of wilde boeten voor een misstap, nam de pelgrimsstaf en trok naar een van de vele heilige plaatsen om daar te bidden. Veelbezochte bedevaartplaatsen waren het Heilige Graf in Jeruzalem en het graf van de apostel Jacobus in het Noordspaanse Santiago de Compostela.
De Nieuwe weg op een gravure uit 1728. Na de aanleg van de straatweg naar Enkhuizen in 1668 werd het
voetpad van de Koepoortsweg naar Westerblokker voor wagens geschikt gemaakt. Deze weg is nu onderdeel
van de Provinciale weg
(AWG).