Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Armenschool (8)

1901: Invoering van de leerplicht

Krachtig middel in de strijd tegen schoolverzuim

Muntstraat
Muntstraatschool in 2015

In 1884 is het schoolverzuim nog steeds een serieus probleem. In dat jaar heeft slechts elf procent van de leerlingen van de School voor kosteloos onderwijs niet één schooltijd verzuimd. Meer dan de helft van de leerlingen verzuimt meer dan tien keer. In 1887 is dat zelfs 62%.

Een ander probleem is dat niet alle kinderen naar school gaan. Veel ouders wachten met hun kind naar school te sturen, ook al is het zes jaar. Aan de andere kant verlaten heel wat kinderen de school voordat ze twaalf jaar zijn. Schoolhoofden en onderwijzers doen hun uiterste best ouders ervan te overtuigen dat het voor hun kinderen van het grootste belang is, dat ze naar school gaan en de school trouw bezoeken. Dat heeft wel enig succes. Het percentage leerlingen dat meer dan tien schooltijden verzuimt, daalt gestaag van 26% in 1889 naar ruim 8% in 1893. Ook het percentage zes- tot twaalfjarigen dat niet naar school gaat neemt af.

Met de invoering van de leerplicht met ingang van 1 januari 1901 kan daadkrachtiger worden opgetreden tegen schoolverzuim. Daartoe wordt een in de wet voorgeschreven Commissie tot wering van schoolverzuim ingesteld. Deze commissie roept ouders ter verantwoording die er niet op toezien dat een leerplichtig kind trouw naar school gaat. Desnoods wordt de rechter ingeschakeld. Die kan een boete opleggen. Leerlingen die gespijbeld hebben, moeten de gemiste tijd op woensdag- of zaterdagmiddag inhalen.

Gratis klompen en voeding

Artikel 35 van de Leerplichtwet schrijft voor dat gemeenten armlastige ouders tegemoet moeten komen door zo nodig gratis schoeisel, kleding of voedsel ter beschikking te stellen. Geen kind hoeft dus thuis te blijven, omdat het geen fatsoenlijke klompen of een lege maag heeft. Vanaf 1902 wordt op de begroting van de gemeente Hoorn dan ook een post gereserveerd voor 'kosten van voeding en kleding rechtstreeks van gemeentewege te verstrekken aan arme schoolkinderen'.

Als een kind in aanmerking wil komen voor gratis klompen, moeten de ouders naar school komen en bij de onderwijzer een verzoek indienen. Scholen moeten ervoor zorgen dat dit onder vier ogen kan. Als het hoofd van de school vindt dat de aanvragen elkaar te snel opvolgen, wordt een poosje gewacht met het verstrekken van een nieuw paar. In 1908 worden op de School voor kosteloos onderwijs 137 paar klompen verstrekt. Op de katholieke lagere scholen gaat het dat jaar om 225 paar. Een jaar later zijn het er respectievelijk 245 en 382.

In het gemeentelijk jaaroverzicht over 1919 staat een verslag van de Vereniging voor schoolvoeding. Blijkbaar is dit een nieuw initiatief. De vereniging heeft bij een huis aan huis collecte bijna achthonderd gulden opgehaald. In de centrale keuken zijn dat jaar dagelijks circa 450 maaltijden klaargemaakt voor leerlingen van de scholen in de Muntstraat, de Kruisstraat, de katholieke lagere scholen en de beide bewaarscholen. Het lijkt erop dat de Vereniging voor schoolvoeding slechts één jaar actief is geweest.

Munstraat achter
Achterzijde Muntstraatschool, rechts de Mariakapel