Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Grote Kerk te Hoorn

Het carillon - Hemony

In het jaar 1670 werd dan besloten een geheel nieuw carillon te laten gieten door Petrus Hemony te Amsterdam.
De opdracht was niet mis. Deze omvatte maar liefst het gieten van 32 klokken, tezamen wegende 11.634 pond. Het klokkenspel werd zeer accuraat in akkoord gebracht en het was "soo suyver in resonantie als er eenig in Nederland te vinden is". Op de vijf grootste klokken werden afgebeeld de wapens en namen der regerende burgemeesters en het wapen van Hoorn. Het carillon liet zich door twee bijzondere werkingen horen:

Speeltrommel. Op de voorgrond een klavier 1. door het uurwerk met de speelton , welke de hamers die buiten aan de klokken hangen, doen bewegen;

2. met klepels, die binnenin de klokken hangen en door de handen en voeten der meesters door middel van een klavierwerk bewogen worden.

 

De klokken werden allemaal voorzien van passende opschriften, merkwaardigerwijs in het Latijn, de eeuwenoude taal der R.K. Kerk. Wellicht was er nog voldoende en niet te duur materiaal aanwezig. De factor tijd en de dood, zomede de lof des Heren werden met nadruk genoemd.

"Dum Capana sonat ruit hora" ("Terwijl de klok luidt snelt de tijd voorbij").
"Temporis-extremi tum memor esto tui" ("Wees dan gedachtig aan uw laatste levenstijd").
"Cantate domino canticam novum; Cantate domino omnus terrae" ("Zingt den Here een nieuw lied; Zingt den Here gij ganse aarde").

De klokken zonder randschrift waren alleen voorzien van het gietersmerk: "Petrus Hemony me fecit Amstelodami 1670".

In de zomer van 1725 werd veel ijzerwerk aan het carillon vernieuwd. Een nieuwe loden zolder kwam onder het klokkenspel.

Klokkengieterij Derk

Intussen beschikte Hoorn over een eigen klokkengieterij. Zekere Joan Nicolaas Derk had zich gevestigd in de ruimte van de voormalige kerk van het Sint Claraklooster naast de Noorderkerk. Van het oorspronkelijke gebouw was weinig meer over wegens de vele verbouwingen in de loop der tijden.

In 1722 barstte één van de oude klokken, aanwezig in het klokhuis tegenover de kerk. Ondanks minder gunstige berichten betreffende zijn werkwijze gaven Heren Burgemeesteren toch aan Derk de opdracht een nieuwe klok te gieten. Het resultaat was er naar!
De klok bleek niet luibaar door het aanbrengen van een verkeerde klepel, in die zin, dat er naar het oordeel van kerkelijke en burgerlijke autoriteiten veel te weinig geluid te horen was.
Er ontstond een fel heen een weer van niet voldoen aan gestelde eisen, onduidelijke opdracht, verdwijnen van correspondentie en "afblijven van mijn vakbekwaamheid". Het eindigde met het aanbrengen van een nieuwe klepel, onder het motto: "Ik weet wat ik maak en dan moet je maar zien wat er van komt...". Nu dat liet niet lang op zich wachten. De klok barstte en in 1739 werd er een stuk uit geslagen. Om herhaling van de vorige affaire te voorkomen, er zullen best wat gelden mee gemoeid zijn geweest, lieten Heren Burgemeesteren in 1741 twee nieuwe klokken gieten door Joan Derk. De grootste klok barstte al weer in 1742. Er was weinig verhaal mogelijk. Derk was in grote problemen verzeild geraakt wegens levering van een volkomen ondeugdelijk carillon van maar liefst 35 klokken voor de stad Dantzig. Met de zuiverheidskeuring te Hoorn had men het niet al te nauw genomen. Het was geld vangen en wegwezen. Dat kwam toch wat anders uit. De stadsbeiaardier van Dantzig, daarbij geholpen door een aantal musici, diende een gedocumenteerd protest in. Over de keurders werd opgemerkt:

"Dus van twee dingen moet ik geloven: het eenne dat sij moeten swaar in de wijn geweest hebben of (de oren) gevult sijn met Speesy goudt, hetwelk soo de inwendige vlisen van de oren verstopt hebben en soo het geene onrein is rein geheeten".

Genoteerd werd eveneens dat het Hoornse team niet gelukkig zou zijn wanneer het in handen van de magistraat van Dantzig zou vallen. De klokken kwamen terug om hergoten en bijgestemd te worden. Het hijsen uit de toren, het vervoeren per schip van 8123 3/8 pond metaal en de aanlanding en het vervoer te Hoorn, men kan het zich nauwelijks voorstellen!