Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

De gebouwen van het Sint Pietershof in Hoorn

Ontstaan, Ontwikkeling en Restauratie


Na de hervorming

Na de Hervorming en de saecularisering, ook van het klooster Sinte Pietersdal, kregen de gebouwen van dit convent andere bestemmingen. De vele ziekten van epidemische aard - zoals de pest die in die jaren veel voorkwamen, vereisten afzondering van de patienten. Zo werd de kloosterkerk een tijd lang gebruikt als pesthuis, tot in 1599 tijdens één der hevigste epidemieën aan het Dal tegenover het Clara-Klooster een pesthuis werd gebouwd, dat in 1685 werd omgebouwd tot huiszitten-huis (zie ook: 1971 - 38e bundel Oud-Westfriesland, blz. 117). Andere zware pest-epidemieën in Hoorn zijn geweest o.m. in 1515, 1562 en 1567. Na 1599 is de kloosterkerk een tijd lang in gebruik geweest als oefenlokaal voor de schutterij.
De overige kloostergebouwen werden in 1577 in gebruik genomen als oudemannen-huis, nadat ze in eigendom van de stad waren overgegaan. In het memoriaal van de Burgemeester van Hoorn, folio 17, staat:

de Staaten van Holland en Zeeland hebben eyndelijk en gemeensamerhand verstaan en geresolveerd, dat alle conventen en kloosters binnen de steden mitsgaders de districten, de gront plaatze Erven en de Eygendommen van dien zullen blijven tot behoeff gebruik en profijte van elke stede, omme dezelfve bij hen tot eygendommen aengemerkt en behouden te mogen worden ende ge-employeerd tot hunnen besten.

Gedaan binnen Haarlem den 23 Mey 1577
geschreven ter ordonnantie van de Staaten bij mij
(get.) de Rechten

gecoll.t. jegens zijne origineele geschreven en getekent als voren en daarmee te accordeeren bij mij
(get.) J. Coster

Een riool

In maart 1583 werd op verzoek van het Stadsbestuur en met vergunning van Prins Willem van Oranje een niet met de stadsriolering in verbinding staand riool aangelegd, om ter meerdere versterking van de stad, het land buiten de muren te spoediger onder water te kunnen zetten bij noodzakelijke defensie tegen den vijand. Dit riool, waarvan de inlaat was aan de Turfhaven (deze had verbinding met de zee) liep voor langs de westgevel van de kloosterkerk, langs de Mosterdsteeg en takte af naar rechts. Door middel van twee schuiven, waarvan de natuurstenen geleidingen bij de restauratie te voorschijn kwamen, werd de doorstroming geregeld. De aftakking naar rechts liep onder de v.m. Hoedenmakerssteeg (thans Spoorstraat), achter de huizen van het Munnikenveld langs en onder het Vrouwenhofje door naar de vest en vervolgens in de vroegere stadsgracht, nadat het zich ter plaatse, waar nu het Rozehof is, eerst weer had verenigd met het eerder genoemde rechtdoorgaande stuk (zie fig 3).

Figuur 3 (Afbeelding bladzijde 99)

De genoemde aftakking bevindt zich in het Vierkant, daar waar eertijds de ingang van het huis van arrest was, vanuit de Mosterdsteeg. Op 't rechtdoorgaande en aan 't eind van 't vierkant naar het oosten afbuigende riool bevindt zich een serie aansluitingen in dezelfde steensoort gemetseld, van waarschijnlijk secreten, die bevestigen dat boven dit riool meteen een L-vormig gebouw is gemaakt, dat thans deel uitmaakt van het latere vierkant en de noord-vleugel aan de binnenplaats van het hof. Dit betekent dat hier omstreeks 1583 het eerste dol- en tuchthuis is gebouwd. Bij onderzoek tijdens de restauratie is gebleken dat dit bouwwerk bestond uit slechts één bouwlaag met een kap t.p.v. het vierkant, terwijl de rest, de noord-vleugel, vermoedelijk een verdieping had.