Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn 1960-1970 de start van een nieuw begin? (7/8)

Van een zestal bedrijven werd voor het eind van de periode 1960-70 de bouw beëindigd (totale investering ruim ƒ 2.500.000,-).
Met de bouw van nieuwe bedrijven kon inmiddels worden begonnen. Het totale beeld van de industriële ontwikkeling laat een gunstige variatie zien over de verschillende bedrijfstakken met een duidelijk accent op de metaalnijverheid en wordt gekenmerkt door wat men 'schone' bedrijven noemt.
Het aantal arbeidsplaatsen steeg in de periode van 1960-1970 van 1015 tot 2035 (zie tabel II).
Toch deden zich bij deze ontwikkeling een aantal problemen voor, die niet op korte termijn kunnen worden opgelost. In het Westfriese gebied bestaat een aanzienlijke verkapte werkeloosheid d.w.z. een verborgen arbeidsreserve maar er was en is een duidelijk tekort aan kader.
Nieuwe industrieën moeten dus het kaderpersoneel als het ware meenemen. Bovendien is de volstrekt onvoldoende wegverbinding (E 10) met het zuiden van de provincie een duidelijk remmende faktor.
De totale ontwikkeling van de economie resulteerde ook in de uitbreiding en modernisering van een groot aantal bankgebouwen, waarbij soms de verbouwing kon worden gecombineerd met een fraaie restauratie van historische bouwwerken (AMRO-bank, Hoornse spaarbank).

De behoefte aan onderwijs in Hoorn, ook ten behoeve van het omliggende gebied groeide sneller dan verwacht werd, ook sneller dan het tempo, waarin het Rijk het mogelijk maakte nieuwe scholen te bouwen. Het sterkst spreekt dit bij het veelsoortige vervolgonderwijs.
Dat men een zo snelle ontwikkeling niet had verwacht ziet men heel duidelijk in Hoorn-noord, waar langs de Joh. Poststraat de terreinen, die bedoeld waren voor de wijkvoorzieningen, reeds vóór 1960 bijna geheel gebruikt werden voor de bouw van scholen met een streekfunktie (een openbare school voor b.l.o., een christelijke mavo, een r.k. middelbare landbouwschool en een neutrale lagere technische school).
Toch is er in de periode 1960-1970 veel meer gebouwd, dan men vaak veronderstelt. Er ontstonden drie nieuwe kleuterscholen (ƒ 356.900,-) vijf nieuwe scholen voor basisonderwijs (ƒ 1.857.260,-), één nieuwe school voor het mavo (ƒ 175.000,-) en een nieuwe school voor het b.l.o. (ƒ 486.198,-) terwijl eind 1969 met de bouw begonnen werd van een school voor het mavo (ƒ 1.290.000,-), een nieuwe lagere technische school (ƒ 5.000.000,-) en een nieuw gymnastieklokaal voor het basisonderwijs (ƒ 250.000,-).
De in aanbouw zijnde sporthal kan hier buiten beschouwing blijven. De totale kosten van wat men de kale bouwsommen pleegt te noemen bedragen meer dan ƒ 10.000.000,-.
Daarnaast werden een aantal scholen aanzienlijk uitgebreid o.a. het Westfries Lyceum (ƒ 1.200.000,-) en de horlogemakersvakschool. Ondanks dit alles wordt er nog steeds onderwijs gegeven in sommige totaal verouderde scholen, in lokaliteiten, die tijdelijk voor het onderwijs geschikt gemaakt zijn en in een groot aantal noodlokalen. Alleen aan de bouw voor deze noodlokalen werd meer dan ƒ 500.000,- besteed.
Maar niet alleen, dat er een tekort aan ruimte is voor de nu bestaande schooltypen, er is een steeds groeiende behoefte aan andere onderwijsvoorzieningen, zoals o.a. een school voor middelbaar technisch onderwijs en een L.O.M. school.
Voor deze voorzieningen werd vooral de laatste jaren hard gewerkt, echter nog zonder zichtbaar resultaat.
Het is duidelijk, dat Hoorn voor het onderwijs een centrumfunktie heeft en dat deze funktie in betekenis snel toeneemt. Duizenden leerlingen bezoeken dagelijks de stad en veroorzaken een moeilijk te verwerken spitsverkeer. Maar de stad zal ook juist voor die groep jonge mensen aangepaste voorzieningen moeten scheppen en vooral werkgelegenheid voor hen, die hun studie beëindigen.
Ook aan de voorzieningen op andere terreinen werd veel aandacht besteed. Het oude en verouderde stadsziekenhuis verdween, evenals 'De Villa' en uit de samenwerking van beide ontstond het moderne Algemeen Streekziekenhuis. In Hoorn-noord werd een nieuw gebouw gesticht voor de samenwerkende kruisverenigingen. Na een aantal inwendige verbouwingen van het r.k. St. Jans ziekenhuis, werd begonnen met de bouw van een groot en modern nieuw r.k. ziekenhuis aan de van Dedemstraat. Deze aktiviteiten vroegen een investering van meer dan ƒ 20.000.000,-.
Drie moderne verzorgingsflats voor bejaarden werden gerealiseerd met een totale opnamecapaciteit van ongeveer 450 personen en gelukkig kon na een jarenlange voorbereiding begonnen worden met een volledige ombouwen restauratie van het St. Pietershof. Ook deze werken vroegen aanzienlijke kapitalen (± ƒ 7.000.000,-). Er werd een nieuwe r.k. kerk gebouwd aan de Joh. Poststraat en een gereformeerde kerk aan de v. d. Pollstraat.
Een nieuwe werkplaats voor minder validen kwam via een gemeenschappelijke regeling tot stand en bleek in de praktijk aan een zo grote behoefte te voldoen, dat uitbreiding noodzakelijk wordt geacht.