Klik hier voor een grotere afbeelding
Voor het oude stadscentrum werd een voorlopig plan opgesteld, het z.g.
Komplan, in samenwerking o.a. met de dienst van de monumentenzorg, met
de bedoeling de sanering van de oude stad via deelplannen nader uit te
voeren.
Het doel van dit Komplan is tweeledig n.l. een verdere ontwikkeling van
de centrumfunktie van de oude binnenstad en het behoud van het oude
stadskarakter.
Indeling van de gewone woningzoekenden |
|||||||||
1961 | 1962 | 1963 | 1964 | 1965 | 1966 | 1967 | 1968 | 1969 | |
Gewone lijst |
344 |
349 |
326 |
324 |
270 |
307 |
223 |
192 |
156 |
Werknemers (grotere industrieele bedrijven) | 43 | 25 | 40 | 37 | 23 | 26 | 20 | 10 | 9 |
Ambtenaren | 49 | 52 | 76 | 73 | 54 | 60 | 42 | 30 | 23 |
Duplex woningen | 34 | 30 | 43 | 29 | 17 | 24 | 18 | 14 | 9 |
In onbewoonbaar verklaarde woningen gehuisveste gezinnen |
26 | 24 | 20 | 13 | 12 | 23 | 21 | 16 | 6 |
Totaal | 496 | 480 | 505 | 476 | 384 | 440 | 324 | 262 | 203 |
Woningbouw alleen is echter maar één facet van de stadsontwikkeling. De economische ontwikkeling en de groei van
de werkgelegenheid dient zo ongeveer gelijke tred te houden met die woningbouw en komt tot uiting in de groei van
handel en industrie.
In de periode 1960-1970 is de modernisering en uitbreiding van het toch reeds belangrijke winkel apparaat duidelijk
waarneembaar. Natuurlijk verdwenen hier, evenals overal in Nederland, een groot aantal kleine middenstandsbedrijfjes.
Soms door kapitaalgebrek, soms omdat men de veranderingen in het moderne bedrijfsleven niet kon volgen en soms omdat
reëele ontwikkelingsmogelijkheden ontbraken o.a. door gebrek aan bedrijfsopvolging.
Daarnaast kan men constateren, dat praktisch alle winkelbedrijven werden gemoderniseerd of verbouwd.
Deze verbouwingen geschiedden natuurlijk niet steeds uit de winst van het bedrijf, maar in een aantal gevallen uit de
noodzaak de concurrentiepositie te handhaven. Maar om welke reden dan ook, men heeft in deze tien jaren vele miljoenen
in het winkelapparaat geïnvesteerd.
Een globale berekening op basis van de verleende bouwvergunningen geeft reeds een totaal bedrag van rond
ƒ 3.000.000,-. Taxeert men daarbij de inwendige verbouwingen en de modernisering van de winkelinventarissen,
dan stijgt het bedrag van de totale investering tot ongeveer ƒ 8.000.000,-. De algemene situatie kan men
ondanks of misschien dankzij deze modernisering zeker redelijk gunstig noemen.
De bedrijven in de binnenstad laten een iets andere ontwikkeling zien. Er is een duidelijke tendens tot verplaatsing uit
de oude binnenstad bij de aan het vervoer gekoppelde bedrijven, zoals garage en transportbedrijven.