Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Van rijmen en dichten (8)

De Tocht, onze schaatsbaan, wordt niet vergeten:

"Het praalt ook agter aan de Tocht;
Daar zijn speelhuyzen, galdereiën,
Zich spieg'len in 't kristalle vocht
Langs vette en klaverryke weien;
Daar 't Vee tot aan de buyk toe graast,
En druypende uyers melkers nooden,
Daar 't Eendtje met zyn pullen aast
In 't flobb'rig kroos langs groene zooden;
Zoo dat, waar heen het oog ons wyst
Elk schepzel Godts vermogen pryst."

De tulpen-windhandel bleek nog vers in het geheugen te liggen:

"Het lust myn' Zangster, eerze gaat,
Met ons deez' huizen te beschouwen;
Zy zyn niet minder in sieraadt,
En swier als de and're tuyngebouwen:
Haar' Vensters in den ouden tydt
Met een verheeve Tulp beschildert,
Verstrekken tot een naverwyt,
Hoe dat die Handel was verwildert;
Men ruilde deeze voor die bloem,
Maar 't einde hadde een' slechten roem."

"Daar zie 'k ëen' schets van 't bloeme-spel:
Die Tulpen oud-tyds uytgehouwen
Voor in den gevel drukten uyt,
Dat hier eens was geruylebuyt.
Een' onbezuisde woeker-trant
Dêe den winzieken bloemaart hollen,
Toen dit gebouwen 't achter-landt
Verhandelt zyn om Tullep-bollen 1),
Zoo min, dat zich de na-neef schaamt
Zulks aan de weereld te verhaalen:
De koers was mis, niet wel beraamt;
Een malle drift houdt maat noch paalen:
Dus zach men ras, dat bloeme-spel
Was net gelyk een' waater-bel."

"Een wervel-windt had Stadt en Staat
Geslingert door de woeste baaren
Van een vernielende eigebaat,
Als bleek voor tienmaal negen jaaren;
Wanneer zy 't geldt blies uyt de kist,
En 't gout wierdt voor een' tulp verquist.

Trof nooit die razerny ons landt,
En bleef die bloemedrift vergeeten!
Die oudtydts beet het ingewandt
Van onzen Staat, en het geweeten
Des handelaars: had nooit die bloem
Uyt Frankryks Languedok haar' roem!"

In een noot vermeldt de schrijver:

"Deze zinneloosheidt en zucht tot de Tulpen ten tyde van onze V oorouderen, luttel en zeer min geacht, is in 't jaar 1635, uyt Languedok in Frankryk hier te lande gebracht, en eerst door Carolus Clusius gequeekt, en ten toppe van achting opgeheven, duurde byna 3 Jaaren lang, deed alle koophandel en alle hantwerk stil staan 2)."

1) De overlevering wil, dat dit huis zou zijn verkocht voor drie bollen.
Evenwel is die overlevering, naar ik meen, speciaal verbonden aan het huis "De Drie Tulpen" aan het Gr. Noord, waar eertijds de Franciscaner Statie was gevestigd en thans de R.-K. Kerk.
2) Er bestond inderdaad voor Westerop's verzuchting wel aanleiding; het liep met de tulpen-"windhandel" (1634/'37) de spuigaten uit.
Speciaal de bontbloemige tulpen stonden in hoog aanzien. Hoe fijner van tekening een bloem was, hoe hoger de prijs. De fijnst getekende soorten werden per stuk verhandeld; voor de "Gheel en Root van Leyden" gaf men grif 550 gulden. Ook het gewicht van zo'n bol speelde een rol en werd, als bij goud. uitgedrukt in "azen" (1 gram = 20 azen). De gewone soorten gingen per pond. Zo werd voor een pond van de witte, lila gestreepte "Vice Roy" 6.700 gulden betaald. Aan de bollenspeculatie nam vrijwel iedereen deel, met dusdanig desastreuse gevolgen, dat de Overheid er een eind aan moest maken. Overigens was deze verziekte handel een handel in...... zieke bollen. Het gebroken kleurpatroon der duurste bollen was het gevolg van een virusziekte......

Zie ook het boekje van E. H. Krelage: "Bloemenspeculaties in Nederland", deel uitmakend van de Patria-serie.