"Sluit je ogen en luister naar mij. We zijn verlost, we zijn weer vrij. Helaas hebben vele mensen deze vrijheid niet meer meegemaakt. Rust zacht, wat jullie toen is overkomen is dat wat ons nu nog steeds diep raakt"
Stolpersteinen fam. Polak
Heyman Polak
Grote Noord geheel uitlopen, over de Roode Steen (16), het plein van Hoorn waar zich de Waag en het Westfries Museum bevinden; allebei beschreven op de website. Rechtsaf het West op (17; zie ook 11). Derde straat linksaf om via de Paardensteeg op de Italiaanse Zeedijk (18) uit te komen. De laatste Stolpersteine liggen voor Italiaanse Zeedijk 46.
David Polak was lompenhandelaar. Hij en zijn vrouw waren resp. 58 en 50 jaar toen ze zijn vermoord. Zoon Heyman (volgens andere bronnen 'Hijman') is eerst in andere kampen gevangene geweest voordat ook hij naar een vernietigingskamp is afgevoerd en omgebracht, slechts 22 jaar oud. Samen met Isaac Polak staat hij (uitsnede hieronder) op een foto van het elftal van B.T.O.G. (Zie Keern 81).
Hier eindigt de route, na 7,1 km. Om terug te komen bij het beginpunt (dan wordt de totale afstand 9 km) de straat verder uitlopen. Bijna aan het einde aan de rechterkant in de gevel van nummer 122 zit de gevelsteen "Deze steen weent van uit de muur" ingemetseld (foto hieronder).
Italiaanse Zeedijk 122 is nu jongerenhuisvesting. De gedenksteen herinnert aan de synagoge die hier heeft gestaan, gebouwd in 1780 en afgebroken in 1953 (foto op volgende pagina). Enige weken na de Duitse inval werden alle uit Duitsland afkomstige joden, die in Hoorn waren geïnterneerd (zie hierboven) al gedeporteerd. Op 20 april 1942 werden de Hoornse joodse burgers gedwongen naar Amsterdam te vertrekken, per trein. Daar werden ze tijdelijk gehuisvest, onder andere in de Transvaalbuurt waarvandaan andere joodse gezinnen al waren weggevoerd. Korte tijd later zijn ze al verder getransporteerd naar Westerbork en daarvandaan op transport gezet naar de vernietigingskampen in Auschwitz en Sobibor in Polen. Geen van de afgevoerden heeft dit overleefd. Slechts enkelen kregen de kans daaraan te ontsnappen door onder te duiken.
De gedenksteen is ontworpen door Peter de Rijcke en vervaardigd door Frits Vogelpoel. Het is een afbeelding in reliëf van de voormalige synagoge. De Hebreeuwse tekst staat eronder weergegeven als 'Deze steen weent van uit de muur'. Deze woorden zijn afkomstig uit de Torah (zie ook het Bijbelboek Habakuk 2:11. ) en verwijst naar onrecht dat zo groot is dat zelfs de stenen erdoor geroerd raken. De steen is een initiatief van buurtbewoner Maurits Koopman en op 30 mei 1979 onthuld door Eelco Brekveld, een der leden van de toen nog maar kleine joodse gemeenschap in Hoorn. (Zie ook de Wandeling 40-45 op de website van Oud Hoorn).
Synagoge Italiaanse Zeedijk
Gedenksteen Italiaanse Zeedijk 122
Voor de Hoofdtoren (19) linksaf de Veermanskade op. Rechtsaf over de brug, direct linksaf over de Korenmarkt. Rechtdoor Wijde Brugsteeg en linksaf (weer op) het Grote Oost volgen om bij de Waag rechtsaf de Kerkstraat in te gaan. Steeds rechtdoor: over Kerkplein, Nieuwstraat. Even opletten op de vijfsprong: niet linksaf de Nieuwsteeg in, tenzij om de gedenkplaquette (zie Wandeling 40-45) te bezichtigen. Niet links aanhouden de Gouw (winkelstraat) op. Niet rechtsaf de Muntstraat in. Maar oversteken en de Korte Achterstraat in. Oversteken de Achterstraat door. Na het Koepoortsplein / Koepoortsbrug (zie 3 Koepoort) kunt u Of: linksaf de Spoorsingel volgen naar het station Hoorn en daar via de loopbrug naar het Transferium. Of: rechtdoor de Koepoortsweg op, de spoorweg over en tot besluit eerste straat linksaf de Van Dedemstraat in naar het Transferium. (20)
16) Roode Steen (site gemeente Hoorn): De Roode Steen is
het markantste plein van Hoorn: een knooppunt van zes straten en
stegen. Belangrijke verbindingswegen uit het binnenland kwamen
hier bij elkaar, zoals het Grote Noord en het Grote Oost. Vroeger
waren dit dijken, hetgeen goed te zien is aan de hoogte van de
bestrating ten opzichte van de stegen die er op uitkomen. Ook de
sluis in de waterweg de Gouw (gedempt in 1420) lag bij de Roode
Steen.
Volgens de Hoornse geschiedschrijver Theodorus Velius
moet Hoorn op deze plek zijn ontstaan. Drie broers uit Hamburg
('drie hamburger broeders die daer veel met haer bieren quamen
handelen') bouwden er in 1316 een herberg en drie huizen.
Archeologisch onderzoek heeft intussen aangetoond dat de eerste
bebouwing van Hoorn van vroeger datum moet zijn. Toch kan de
Roode Steen gezien worden als het centrale punt van waaruit de
stad zich heeft ontwikkeld.
Kaasdragers voor de oude Waag
Boeren uit de omgeving brachten er hun agrarische producten op
de markt, kooplieden dreven er handel en er verrezen
overheidsgebouwen als het stadhuis (1420), de Waag (1609) en
het Statencollege (1632). Door de gestage handel in
zuivelproducten (er werd tweemaal per week markt gehouden)
kreeg het plein de naam Kaasmarkt. Op het vroegere
Waterschapshuis, Grote Oost 6, is nog een gevelsteen te zien
waarop twee kaasdragers staan afgebeeld.
Officieel heeft de
Roode Steen sinds 1888 twee namen: zowel Roode Steen als
Kaasmarkt. De naam Roode Steen ontleent het plein aan een
bloederiger activiteit: het voltrekken van vonnissen aan lieden die
door het stedelijk gerecht van schout en schepenen waren
veroordeeld. Gewoonlijk bestonden die vonnissen uit het
afhakken van ledematen of, bij halsmisdrijven, van het hoofd. Dat
gebeurde op een rode steen in het plaveisel tegenover het in 1797
gesloopte stadhuis. Nog altijd ligt er een ronde, rode steen naast
de sokkel van Jan Pieterszoon Coen. Het is een replica.
Fragmenten van de echte rode steen bevinden zich in het
Westfries Museum.
17) West: De oudste bewaard gebleven dijken in Hoorn zijn het Grote en Kleine Oost en het West. Zij maken deel uit van de Westfriese Omringdijk die is aangelegd in de 13e eeuw. Deze dijk is in de loop der tijd op veel plaatsen doorgebroken en delen ervan zijn door de Zuiderzee verzwolgen. Landinwaarts werd dan een nieuw stuk dijk opgeworpen, een zgn. inlaagdijk. Het Grote Oost en het West worden beschouwd als inlaagdijken uit de 13e eeuw. De Westerdijk is een inlaagdijk uit de periode 1390-1450. Tot die tijd liep de dijk rechtdoor van het West naar Schardam.
18) Italiaanse Zeedijk (uit: Hoorn, Huizen, Straten, Mensen,
1982): Deze straat was tot in de 17e eeuw Hoorns meest
zuidelijke dijk. Velius vermeldt in zijn Kroniek voor het jaar 1508
op deze plaats de "zeedijk". Jacob van Deventer laat op zijn
plattegrond van circa 1560 een onbebouwde dijk zien met een
weg erop tussen Hoofdtoren en Vijzelstraat, met daarbij alleen de
Pomp- en Bottersteeg. De laat 16e eeuwse kaarten tonen al een
complete bebouwing aan de noordzijde. Op de kaart van Blaeu
(1649) ligt langs de dijkstraat en de zee een brede strook zand,
"Houtwallen" geheten. In 1648 begint de bebouwing van het
gebied ten zuiden van de Italiaanse Zeedijk; na drie jaar is alles zo
goed als volgebouwd: "Achter op 't Zand" is ontstaan en de
voormalige zeedijk is nu een straat met aan beide zijden huizen.
Circa 1650 ontstaat de huidige straatnaam; de kopers van de
percelen grond aan de zeedijk waren voornamelijk boekhouders,
reders, en schippers die handel dreven met de Levant en Italië. Tot
het einde van de 18e eeuw is het een straat waar aanzienlijke
kooplieden woonden. Circa 1780 wordt er de Synagoge gebouwd;
deze wordt na de Tweede Wereldoorlog gesloopt. In de Franse
tijd al raakt de straat in verval. De kadasterkaart van 1823 toont
diverse kale plekken. In de tweede helft van de 19e eeuw en na de
oorlog is er veel afbraak. In de jaren zeventig (20e eeuw) vindt er
een grootscheepse rehabilitatie van dit gebied plaats met veel
nieuwbouw.
19) Hoofdtoren (zie Gebouwen > Hoofdtoren): Dit
hoogoprijzende in laatgotische stijl uitgevoerde
verdedigingsbouwwerk met zijn witgele natuursteen aan zeezijde,
door zeelieden daardoor zichtbaar van verre, vormt nog steeds de
grote blikvanger van het Hoornse, historische waterfront. Ook de
bouwplek op het uiterst zuidelijke puntje van Hoorn aan de
toenmalige Zuiderzee, waar tevens de toegang tot de havens lag,
kon uit strategisch oogpunt gezien niet beter gekozen zijn. Als
verdedigingstoren met muren van bijna 1½ meter dik aan
zeezijde, van schietgaten zeewaarts gericht voor groot- en
musketvuur voorzien en met wijd schootsveld over zee, vormde
het de hoofdschakel in de verdediging tegen aanvallen vanuit zee.
De bouw van deze verdedigingstoren is in 1532. In feite vormde
de toren, het later aangebrachte daktorentje buiten beschouwing
latende, een vergrote weergave van de toenmalige ronddeel- of
waltorens op de noordelijke wallen, van welke de Mariatoren van
1508 als laatste nog is behouden.
In 1614 achtte men kennelijk de
functie van verdedigingstoren niet meer noodzakelijk, gezien het
gebruik sindsdien door allerlei burgerlijke instellingen. De in dat
jaar opgerichte Compagnie van Spitsbergen ofwel de Noordse
Compagnie, gericht op de walvisvaart in de Noordelijke IJszee,
beschouwde de Hoofdtoren toen als haar compagnieszetel. Deze
compagnie was echter een kort leven beschoren, daar deze in
1645 (of 1641) weer werd opgeheven. Voorts hadden onder
andere het gilde van de Lakenbereiders hier hun samenkomsten
evenals de Maatschappij voor de Levantse Handel. In 1812 werd
de toren de vergaderplaats van het Geneeskundig Gezelschap,
later het Genootschap ter bevordering van de Genees-, Heel- en
Verloskunde "Vis Unita Fortior". Sinds enige jaren wordt de toren
uitgebaat als restaurant.
20) Van Dedemstraat + borstbeeld (Kwartaalblad Oud
Hoorn 1986 pag. 20, 21 C. Kuppers, Hoornse straatnamen):
zie ook krant NHD Dagblad voor West-Friesland woe. 3 -
10-2012: Het begin van de Van Dedemstraat heette sinds 27
september 1932 Slachthuisstraat. Toen werd een straat getrokken
uit het Keern en lopende langs het openbaar slachthuis. In 1960
was er voornemen in het verlengde van de Slachthuisstraat het
R.K. Ziekenhuis (St. Jans Gasthuis) te bouwen. Het kwam toen
gewenst voor wijziging te brengen in de naam van de straat. Men
stelde toen voor de straat te noemen naar burgemeester Van
Dedem. Tot het geven van de naam Van Dedemstraat werd
besloten in de raadsvergadering van 29 november 1960.
Van Dedem was burgemeester van Hoorn gedurende de jaren
1875 tot en mei 1891. Mr. Willem Karel baron van Dedem werd
op 6 juli 1839 op het buitengoed Vosbergen te Heerde (Gld.)
geboren en overleed op 2 april 1895 te Calcutta in Brits-Indië. Hij
studeerde rechten te Leiden van 1856 tot 1861. Van 1859 tot 1861
studeerde hij in Delft voor Oost-Indisch ambtenaar en werd na
zijn examen ambtenaar 1e klasse voor de burgerlijke dienst in
Ned. Indië. In 1862 nam Van Dedem ontslag bij de burgerlijke
dienst en werd advocaat en procureur bij de Raad van Justitie te
Semarang. Hij is dan nog maar 23 jaar oud. In 1873 keert hij terug
naar Nederland en vestigt zich in 's-Gravenhage. Op 20 juni 1875
wordt hij benoemd tot burgemeester van Hoorn als opvolger van
mr. W. C. J. de Vicq, naar wie ook een straat is vernoemd. Van
Dedem beoefende deze functie uit tot 1891.
Tijdens zijn
burgemeesterschap was hij ook lid van de Provinciale Staten.
Vanaf juli 1880 voor het district Hoorn lid van de Tweede Kamer,
als deskundige op koloniaal gebied. In 1891 nam hij ontslag als
burgemeester van Hoorn omdat hij Minister van Koloniën werd.
Na zijn aftreden maakte Van Dedem een studiereis door Brits-
Indië (huidig India), Siam (huidig Thailand) en Nederlands Indië
(huidig Indonesië).
Koepoort stadszijde, 1871 afgebroken
Tijdens zijn ambtsperiode werden de Koepoort en de Westerpoort
gesloopt. De Oosterpoort werd van sloop gered. Hij was
medeoprichter van het Westfries Museum. Hij bleef ongehuwd.
Twee jaar na zijn dood werd de zandstenen gedenksteen geplaatst
in de Ramen. In 1972 werd die verplaatst naar de naar hem
genoemde Van Dedemstraat. Nu staat die in het
Noorderplantsoen.
In het Noord-Hollands Dagblad, Dagblad voor
West-Friesland van 3-10-2012 werd de vondst van een
grafmonument voor baron Van Dedem bekendgemaakt naar een
ontwerp van Cuypers uit 1897.
Monument Baron Van Dedem, tot 1972 aan de Ramen
Monument Baron Van Dedem hier aan de Van Dedemstraat
(Anno 2013 in Noorderplantsoen)
We hopen dat u een goede tocht heeft gehad, wetenswaardig en vooral gedenkwaardig.
In Kwartaalblad Vereniging Oud Hoorn 2012-3, pag.130-135
In dit artikel staan nog andere bijzonderheden over het Stolpersteine-project en over de Hoornse slachtoffers.