De route is ongeveer 9 km,
Legenda:
Rode stippellijn = route 1 - 9
Blauwe stippellijn = alternatieve fietsroute
Lichtrode stippellijn = van 9 (Italiaanse Zeedijk) terug naar Transferium
T = Transferium (NS station)
V = Verenigingsgebouw Oud Hoorn, Onder de Boompjes 22
"Sluit je ogen en luister naar de wind. Wacht met mij totdat je er je rust terug vindt. Ik laat je op adem komen van de afgelopen dagen, want we weten niet hoelang we deze last nog moeten dragen."
Verlaat het parkeerterrein naar links: Van Dedemstraat. Bij het stoplicht rechtsaf: Keern. (1). Bij stoplicht rechtdoor de Provincialeweg N 506 (2) oversteken.
Na 200 meter aan de linkerkant bij Keern 81 vindt u een Stolperstein.
Isaac Polak is niet ouder dan 28 jaar geworden. Hij was alleenstaand, zoon van Alexander Polak (zie Grote Oost 77). Volgens een bron was hij koopman, volgens een andere grondwerker, Isaac staat hieronder, achterste rij, tweede van rechts, nog op een groepsfoto uit 1933 van het voetbalelftal van de Buurtvereniging Tot Ons Genoegen (B.T.O.G.) uit de Pieter Florisstraat en Schoutenstraat. Naast hem, geheel rechts, staat Hijman Polak (zie Italiaanse Zeedijk 46).
1) Keern (Velius: Kroniek van Hoorn, band I p.155, PSBB 2007): op 't jaar 1426. Kennemers verliezen de slag op het Keern. Er vond in de namiddag - het was zondag en precies een week na de slag op de Oudijk - een zwaar en bloedig gevecht plaats, iets buiten de stad, voor de Noorderpoort, op de plaats die, naar men zegt, later naar het omkeren der Kennemers de naam Keern heeft gekregen. Velius houdt terecht een slag om de arm. De naam "Keern" komt al voor op de grafelijke rentmeestersrekeningen van 1344-1345 in het Westfries Archief.
2) Provincialeweg N 506: De provinciale weg 506 is de
weg vanaf het einde van de bebouwde kom van Hoorn tot aan de
N302 bij Enkhuizen. De oorspronkelijke naam was 'Lageweg'.
Deze verdween nadat de route vanuit Hoorn werd omgelegd van
de huidige Willemsweg naar de nieuw aangelegde rondweg
('Nieuweweg'; zie verder) ten noorden van de stad, die tevens
direct op de A7 aansloot.
Van de oude kronkelige Lageweg, zoals
die er tot de jaren '50 van de twintigste eeuw uitzag, zijn nog een
paar delen overgebleven (zij het inmiddels geasfalteerd). De
omgelegde route die toen nog buiten de bebouwde kom van
Hoorn liep, kreeg als administratief wegnummer Secundaire weg
12 mee in de secundaire en tertiaire provinciale wegenplannen
van 1960. Sinds de vaststelling van het Ontwerp Provinciaal
Wegenplan Noord-Holland 1968 - zowel in het secundaire als in
het tertiaire plan - kreeg deze weg als administratief nummer
Secundaire weg 9. In het provinciale wegenplan 1988 is het
gedeelte van deze S9 binnen de bebouwde kom van Hoorn niet
meer aangewezen als Secundaire weg. Ergens in die periode moet
de weg zijn overgedragen aan de gemeente Hoorn. Daarbij
speelde mee dat door het groeikernenbeleid van het Rijk Hoorn
intussen fors was uitgebreid waardoor de S9 binnen de bebouwde
kom kwam te liggen en steeds meer een lokale functie vervulde in
plaats van een interlokale. Tegelijkertijd was de provincie ook
bezig met de aanleg en het ontwerp van het laatste gedeelte van de
Westfrisiaweg Oost (toentertijd bekend als S31) ten noorden van
inmiddels verschoven bebouwde kom van Hoorn. Mede daardoor
is dit weggedeelte afgestoten (uit: Wikipedia).
De Nieuwe Weg
bestond al langer en liep van de Koepoortsweg naar de grens met
Blokker, naar de eerste Nadorst. Het oorspronkelijke café -
theehuis 'De Nadorst' stond ongeveer 150 meter in westelijk
richting (gezien vanuit de huidige Nadorst), juist bij de
toenmalige driesprong van de Nieuweweg, de Westerblokker en
de Holenweg. Deze gebouwen zijn na de Tweede Wereldoorlog
gesloopt in verband met de aanleg van de Provincialeweg. De
eerder genoemde Nieuweweg is opgegaan in de Provincialeweg.
Wanneer de eerste Nadorst gebouwd is, is niet meer na te gaan,
maar op een oude waterschapskaart uit 1775 komt de naam "De
Nadorst" al voor. (van: website nadorst).
"Sluit je ogen en luister naar de regen. Laat de warme druppels je tranen mee vegen. Gescheiden van onze geliefden en gezinnen moeten we de oorlog overwinnen".
Keer terug naar het kruispunt en ga rechtsaf de parallelle klinkerweg op: Berkhouterweg. Voor het hek bij nummer 16 ligt een Stolperstein.
Max Löwinger is slechts 24 jaar oud geworden. Hij was geboren in Wenen. Hoe hij in Hoorn is gekomen en wat hij deed voor zijn levensonderhoud is niet bekend.
"Sluit je ogen en luister naar de zee. Ontspan, want alleen dan neemt de zee je zorgen mee. Er wordt van vele mensen het leven afgenomen. We wachten in spanning wanneer ze voor ons zullen komen".
Nogmaals terug naar het kruispunt en rechtsaf de Provincialeweg oversteken. *) Voor fietsers is het handiger om direct na het oversteken linksaf te slaan en het fietspad langs de Provincialeweg te volgen. Bij het stoplicht Maelsonstraat rechtdoor en na 100 meter via de passage door het geluidsscherm op de Koepoortsweg (3) uit te komen. Vijfde straat rechts is de Drieboomlaan (4). **) Wandelaars kunnen beter na het oversteken het Keern vervolgen en bij stoplicht linksaf Van Dedemstraat in. Langs het Westfries Gasthuis (5) en Transferium. Bij kruispunt rechtsaf de Koepoortsweg op. Tweede straat linksaf en naar Drieboomlaan 19 aan de linkerkant. Daar liggen twee steentjes.
Ernst Levenbach was tuinman en homo-geaard, volgens zijn familie. Of hij en zijn huisgenoot Heinrich Spittel (foto hieronder) levenspartners waren, is niet bekend. Ze zijn kort na elkaar omgekomen in hetzelfde vernietigingskamp, resp. 44 en 25 jaar oud. Na de oorlog heeft de moeder van Ernst nog geprobeerd zijn lotgevallen te achterhalen door een oproep in het Nieuw Israëlietisch Weekblad (hieronder).
3) Koepoortsweg: (Hoornse Historie door Ben
Renckens nr.60, 20-8-1977). Oorspronkelijk was de
Koepoortsweg aanzienlijk langer dan nu. In 1508 verloor de weg
het deel tussen de oudste vestinggracht (Turfhaven) en de
Koepoortsbrug. Dat deel ging Achterstraat heten. Later, wanneer
precies is onbekend, ging het deel tussen de Nieuweweg (zie 2) en
de hoek in de Geldelozeweg naar deze laatste heten. Op de
plattegrond van Doesjan uit 1794 wordt dit al aangegeven.
De
kaart van Jacob van Deventer uit ca. 1560 geeft de Koepoortsweg
voor het eerst weer. De sloten aan weerszijden worden niet
aangegeven. Dat doen latere kaarten wel. In 1607 werd de
Koepoortsweg bestraat. In 1628 werd de sloot aan westzijde
gedempt en de strook aan de weg toegevoegd. Opnieuw werd de
weg bestraat in 1657. Ter bescherming van de voetgangers
werden houten palen tussen de bomen geplaatst die de rij- en
wandelweg van elkaar scheiden. In 1770 werden de houten palen
vervangen door hardstenen, die tot 1923 stand hielden.
Koepoort (Hoornse Historie door Ben Renckens nr.12, 1-2-1975)
en (Hoornse Historie door Ben Renckens nr.42, 30-10-1976):
De Koepoort werd gebouwd in 1508 ten tijde van de
stadsuitbreiding en in de 17e eeuw werden de poortingangen
gewijzigd. Bij de bouw had men rekening te houden met de
krappe ruimte aan de stadszijde en met de kaarsrechte lijn
Achterstraat-Koepoortsweg, die niet haaks op de gracht liep. De
as van de poort week ongeveer 30 graden af naar rechts, gerekend vanaf
de brug. De gemeenteraad besloot in 1871 de poort af te breken.
De beelden van de koeien en Pomona vonden een plekje in de tuin
van het Westfries Museum.
4) Drieboomlaan: (Hoornse Historie door Ben
Renckens nr.116, 24-11-1979): In 1598 werd de Drieboomlaan
aangelegd tussen de Koepoortsweg en de Holenweg. Volgens
Hoorns kroniekschrijver Velius noemde men de weg Lindendael,
"of anders de drie Boomde-laan, om dat zy met drie regels
Boomen geplant is". De verbinding van de Drieboomlaan met de
Koepoortsweg werd in 1657 verbeterd door een stenen
boogbruggetje.
Tot in 1676 was de laan nog met drie rijen
lindebomen beplant. In dat jaar vond een rampzalige overstroming
plaats, waardoor de kwijnende bomen vervangen moesten worden
in het jaar daarop. Er werden toen twee rijen lindebomen geplant,
zodat het noordelijk deel bij de wandelweg getrokken kon
worden.
Vanaf 1921 zijn de sloten geleidelijk aan gedempt en verdwenen daarmee ook de bruggetjes. De oude lindebomen werden gerooid.
5) Westfries Gasthuis: (Oud Hoorn fietsrouteboekje
Westfriese tour 2006): Het is een nieuw ziekenhuis vlakbij het
centrum van Hoorn, ter vervanging van twee gefuseerde
ziekenhuizen, het Sint Jangasthuis en het Streekziekenhuis. In
fase 1 (2003) is een nieuw gebouw bij het bestaande Sint-Jan
ziekenhuis gebouwd, waarna in fase 2 (2013) een tweede gebouw
geplaatst wordt ter vervanging van het oude Sint Jan gebouw. Van
deze gelegenheid is door de Architectengroep Duintjer gebruik
gemaakt om twee belangrijke eisen in te willigen: hoogwaardige
stedenbouwkundige kwaliteit en een functionele lay-out vanuit de
optiek van de patiënt. De centrale hal is als ontmoetingsplaats
tussen oud- en nieuwbouw in ontworpen, om een optimale
integratie te krijgen van beide gebouwen. Op deze hal bevinden
zich nog twee verbindingsgangen, die de bestaande
verpleegafdelingen van Sint Jan verbinden met respectievelijk de
röntgenafdeling op de eerste en de operatieafdeling op de tweede
verdieping van de nieuwbouw. Ook in de tweede fase zal deze hal
het hart blijven van de gehele nieuwbouw. Onder het gehele
complex loopt een souterrainingang, die alle liften verbindt met
de laad- en losplaats van goederen. Op deze wijze vindt er geen
vermenging plaats van goederen en patiëntenlogistiek.
(Architectuurgids Hoorn 1960-2010, Joost Buchner, 2012):
Het Westfries Gasthuis is één van de grootste gebouwen van
Hoorn en ligt direct tegenover het Transferium. Een grote U-
vormige, drie verdiepingen hoge vleugel met daarop terugliggend
nog eens drie lagen bepaalt aan de stadszijde het aanzicht van het
gebouw. De gevel van de onderste laag is merendeels van glas. De
daarboven gelegen twee lagen zijn uitgevoerd in oranjebruine
baksteen. De drie hogere lagen zijn uitgevoerd in donkerbruine
baksteen. Daarboven bevindt zich nog een dakopbouw met daarin
de technische voorzieningen. Het gebouw heeft een sterk
horizontaal karakter. Deze nieuwe vleugel is door middel van de
ontvangsthal en enkele bruggen met de oudere vleugel verbonden.
In het midden van de vleugel langs de Van Dedemstraat kraagt
een drie verdiepingen hoge directievleugel uit over de onderbouw.
Dit element is wit gestuukt en staat op twee onwerkelijk dunne
witte kolommen. Deze kolommen lijken de hoofdentree te
accentueren, maar de toegangsroute loopt er niet tussendoor, maar
er net naast. Aan de Van Dedemstraat is het maaiveld flink
verhoogd (schuin oplopend) en met gras begroeid. Tevens zijn er
bomen geplant. Dit verzacht het aanzien van het gebouw. De witte
zonwering voor de raamstroken versterkt het horizontale karakter
van de nieuwbouw. De ontsluiting voor de auto's vindt plaats aan
de noordoostzijde van het gebouw, waar een voorplein is
gerealiseerd aan de kant van de Maelsonstraat.
"Sluit je ogen en luister naar de fluisterende stemmen. Laat het je allerergste woede temmen. Elke dag wordt ons verteld wat we moeten doen. We worden behandeld als slaven zonder enkel fatsoen".
Vervolg de Drieboomlaan tot stoplicht en daar rechtsaf: Liornestraat (6). Of een meer rustiger en toeristische route: ga rechtsaf de Willem Barentszstraat of Jan Mayenstraat in en linksaf: Commandeur Ravenstraat (7).
Langs het Truydemanshofje (8; Truydeman en syn Wyf gevelsteen Gr.
Oost 114). Aan het eind trapje op en rechtsaf.
De spoorweg oversteken. Direct na de spoorwegovergang
m.b.v. stoplichtjes linksaf de J. D. Polstraat oversteken.
Fietsers gaan via de Emmalaan met een grote bocht naar
rechts om het Wilhelminaplantsoen heen en 2e straat linksaf
naar de Beatrixlaan. Wandelaars kunnen het voetpad
nemen door het zgn. 'Engelse park'. Naar links en over
brugje en einde park naar rechts (Emmalaan) en links naar
Beatrixlaan (9).
Voor Beatrixlaan 3 liggen drie struikelsteentjes.
Tijdens de oorlog woonden Louis en Cato Agsteribbe (foto
hieronder) op de 'Parklaan', de naam 'Beatrix' was door de
bezetter verboden. Louis was winkelbediende in een
manufacturenzaak; Cato was kantoorbediende. Toen ze uit
Hoorn werden weggevoerd was Cato twee maanden zwanger.
Ze zijn eerst tijdelijk naar Amsterdam overgebracht. Daar is hun
zoontje Hans geboren. Met zijn moeder is hij via het z.g. 'kinderkamp'
in Vught en het doorgangskamp Westerbork naar
het vernietigingskamp Sobibor gebracht. Daar zijn ze op dezelfde
dag vergast, meteen na hun aankomst. Cato was 31 jaar, Hans
slechts een half jaar oud.
Louis is waarschijnlijk van zijn gezin gescheiden geraakt en, ook
31 jaar, 'ergens' in Polen omgekomen.
6) Liornestraat en fluitschip (West-Frieslands Oud &
Nieuw 1957, pp.60-75. Pieter Jansz. Liorne en de
Nederlandse Scheepsbouw (1) door I. Kuyper. Zie site Oud
Hoorn Activiteiten > Documentatiecentrum > Archivering):
Het was eigenlijk van onze koopvaardijvloot, dat de drang naar
verruiming van de charters onzer schepen, en daarmede de
ommekeer in onze scheepsbouw, uitging. In 1595 had de
koopman en scheepsbouwkundige Pieter Jansz. Liorne, te Hoorn,
het moeilijke probleem weten op te lossen: hoe een groot
koopvaardijschip zó te bouwen en op te tuigen, dat het niet alleen
alle bestaande scheepstypen in bezeildheid en laadvermogen
overtrof, maar nog bovendien met een minder talrijke bemanning
kon toekomen. Uitgaande van het vlieboot-type, met zijn sterk
ingehaalde boorden (en dus smal op het dek), dat daardoor met
weinig volk kon worden genavigeerd en verdedigd, construeerde
hij het "fluitschip", dat, met het oog op de in Denemarken voor de
Sond-tol gebruikelijke scheepsmeting, nog sterker werd
ingebouwd.
De fluit werd het koopvaardijschip bij uitnemendheid
van de 17e en 18e eeuw, een scheepsmodel dat èn door Engeland
èn door Frankrijk van ons is overgenomen. Opmerkelijk is het, dat
daarop vanwege de stad Hoorn tot "raad" op de vloot benoemd
werd Pieter Jansz. Liorne, de befaamde uitvinder der "fluiten": de
man dus, van wie de gedaanteverwisseling onzer koopvaardijvloot
was uitgegaan!
7) Commandeur Ravenstraat (van Wikipedia): deze straat
langs het spoor, dichtbij station Hoorn, is vernoemd naar Dirck
(of Dirk) Albertsz Raven (Hoorn, 1589/90 - aldaar na 1639). Hij
was schipper te Hoorn en later commandeur bij de walvisvaart, in
dienst van de Noordsche Compagnie. Op 24 mei 1639 leed Dirck
Albertsz als commandeur van het schip Spitsbergen schipbreuk
bij Spitsbergen. Hij overleefde het ternauwernood: na zijn redding
door commandeur Gale Hamkes uit Harlingen met zijn schip De
Oranjeboom, waren er nog maar 20 van de 86 bemanningsleden
over.
Raven verwerkte dit avontuur in een reisverhaal, het
Journael ofte Beschrijvinghe van de Reyse ghedaen bij den
Commandeur Dirck Albertsz Raven, na Spitsberghen, inden Jare
1639, ten dienste vande E.Heeren Bewindthebbers vande
Groenlandtsche Compagnie tot Hoorn. Het reisverhaal werd in
1646, zeven jaar na de rampzalige expeditie, voor het eerst
gepubliceerd in Hoorn en er verschenen nadien verschillende
herdrukken. Het werd bovendien vanaf 1648 opgenomen achter
het beroemde Journael ofte Gedenkwaerdighe Beschrijvinghe
vande Oost-Indische Reyse van Willem IJsbrantsz Bontekoe van
Hoorn. In 1971 verscheen een facsimile herdruk van deze uitgave
van 1648. Dit boek is te koop bij Oud Hoorn.
8) Truydemanhofje: (en gevelsteen Grote Oost 114 boek Henk Overbeek pp.75-77 en 226): Op 30 november 1953 opende burgemeester mr. Canneman het splinternieuwe woonoord. Voorbereiding en bouw hadden drie jaar gevergd. Het bouwplan bevatte 45 woningen, verdeeld over vier vleugels, gebouwd om een gemeenschappelijke binnenhof. De bouw werd gegund aan fa. Wit uit Wognum (in 2012 kende Oud Hoorn dit bedrijf haar Monumentenprijs toe) en het schilderwerk aan fa. Verlaat uit Hoorn.
Het complex voor bejaarden werd ontworpen door gemeentearchitect C. Ruitenbeek
(gemeentewerken Hoorn). Tot 1979 bleef het betrekkelijk stil rond het Truydemanhof.
Het Grond-enWoningbedrijf van de gemeente Hoorn schreef op 17 april1979 B&W een
brief met het verzoek in te stemmen met verbetering van het hof. Het complex
bestond toen uit 44 woningen, een beheerderwoning en een recreatiezaal. Voor het
maken van bergingen ten behoeve van de woningen moesten 2 woningen verdwijnen.
De beheerderwoning en recreatiezaal bleven behouden. Verder zou een lift worden
aangebracht.
Juni 1979 ging de gemeenteraad akkoord met een krediet voor de
renovatie van het Truydemanhof. In 1987 werd het gemeentelijke woningbezit w.o.
het Truydemanhof aan de Woningstichting (nu woningcorporatie IntermarisHoeksteen)
verkocht. (uit: Kwartaalblad Oud Hoorn 1994, pag.60-61).
In de gevel van Grote Oost 114 bevindt zich een gevelsteen
'Truydeman en zijn Wijf'. Dit broodbakkersechtpaar dat zich in
1426 in Hoorn vestigde maakt deel uit van een legende. Hun ezel
kon in zijn eentje het brood bezorgen. Op een keer kwam hij
voortijdig terug bij de bakkerij, omdat hij gemerkt had, dat een
klant vals geld of helemaal geen geld in het geldkorfje legde.
Truydeman en zijn 'Wijf' Aleyde waren mild en zeer bewogen
jegens de armen. Zij richtten een armenfonds op om eenmaal in
de week brood en turf te bekostigen. Zij stelden zich ook borg voor
het betalen van onderhoudskosten voor de Noorderkerk ('de
Armenkerk') aan het Kleine Noord.
In 1429 betaalde het echtpaar
de noordermuur van de toenmalige Grote Kerk. In de kerk was
een glas-in-loodraam met een afbeelding van het paar. Dat is in
1703 met de ontploffing van de kruitmolen verloren gegaan.
Truydeman ondertekende zijn brieven altijd met Tr. En z. Wijf.
9) Beatrixlaan heette Parklaan in de oorlog: (uit Kwartaalblad Oud Hoorn 2012, nr. 3, p. 132 Peter Tack: "Struikelstenen" in Hoorn): Straatnamen die betrekking hadden op in leven zijnde leden van het Koninklijk Huis, mochten in de oorlog op last van de bezetter niet worden gebruikt.
"Sluit je ogen en luister naar de kreukende bladzijde uit je boek. Ik gooi al je nare dromen weg en maak je verschrikkelijke herinneringen zoek. We zien elke dag mensen komen en gaan. Dat wij dat kunnen zijn daar valt niet bij stil te staan".
Terug naar de Emmalaan en linksaf, Venenlaan rechtdoor oversteken, over het Julianaplein. Aan het eind rechtsaf: Willemsweg. Deze volgen tot in de bocht. Draafsingel linksaf oversteken en over de Oosterpoortbrug en door de Oosterpoort (10). Even naar links en rechtsaf Kleine Oost op. U bent nu op een deel van de Westfriese Omringdijk (11). Over de Kleine Oostsluis (12). waar in het plaveisel nog de contouren van de oude Oosterpoort (13) zichtbaar zijn. Op de hoek de Bossuhuizen (14) die van de Slag op de Zuiderzee vertellen. Op de hoek aan het pand Grote Oost 132 een gerestaureerd historisch reclamebord. Ongeveer tegenover de Oosterkerk (zie deze website bij Kerken) op Grote Oost 77 (hoort nu bij 75) is de locatie van de volgende Stolperstein.
Alexander Polak woonde Grote Oost 77, was weduwnaar, gehuwd in 1906 te Amsterdam met Dientje Sluijs die in 1935 is overleden. Alexander was mogelijk kostganger bij de weduwe H. Schotté-De Vries die op hetzelfde adres haar huis had. Alexander is 61 jaar geworden.
[Op dit punt aangekomen kunt u de route inkorten. Vervolg het Grote Oost tot Wijde Brugsteeg. Daar linksaf, rechtdoor Korenmarkt en rechtsaf over de Hoge Brug, meteen links over de Veermanskade tot de Hoofdtoren. Rechtsaf de Italiaanse Zeedijk op. Loop daar naar huisnummer 46.]
10) Oosterpoort (zie Gebouwen > Oosterpoort): Van de vier echte stadspoorten rest alleen nog de
huidige Oosterpoort, gelegen pal naast het noordelijk talud van de
Omringdijk ter plaatse van de overgang van Kleine Oost naar de
Schellinkhouterdijk. Via een toenmalige houten poortbrug over de
Oosterpoortsgracht (Draafsingel) werd het verkeer over een
nieuwe vervangende weg met een grote bocht richting de
Schellinkhouterdijk geleid. De veranderde inzichten in (stads)-
verdedigingswerken gingen gepaard met een verandering van
functie van stadspoorten.
Bij de Oosterpoort is weliswaar nog
sprake van een verhoudingsgewijs fors bouwwerk, maar gezien
zijn constructievorm niet meer ontworpen als een zware
verdedigingspoort.
In essentie is het een uiterst eenvoudig poortgebouw zonder
(verblijfs-)ruimten bestaande uit twee relatief zware gebogen
langszijmuren, afsluitbaar aan de kopseinden door zware houten
deuren in stenen omlijsting en slechts afgedekt met een plat dak.
Overige verdedigingsvoorzieningen, zoals weergangen en
schietgaten ontbreken eveneens. De basisvorm en constructie
geven daardoor aanleiding te veronderstellen, dat de poort niet
meer zo zeer als verdedigingspoort werd gebouwd, maar eerder
als plaats van controle over wie de stad in en de stad uitgaat, het
weren van landrovers en overig gespuis. Maar ook een plaats van
heffing van tol- en accijnsgelden.
Niet in het minst ook gold een
stadspoort in die tijd altijd nog als teken van macht van en ontzag
voor de stad. Dank zij de grote aandacht voor ornamentiek en
luxere materialen zo als natuursteen, is niettegenstaande de
eenvoudige basisvorm, de Oosterpoort voor Hoorn nog steeds één
der meest sprekende monumentale bouwwerken.
11) Westfriese Omringdijk (site westfrieseomringdijk): Je
koike d'r je ouge uit! Westfriesland is het gebied in Noord-
Holland dat volledig wordt omsloten door de oudste dijk van
Nederland; de Westfriese Omringdijk. Dit provinciale monument
meet een totale lengte van 126 kilometer. Dit wonder van
menselijke hand is al 800 jaar oud en verbindt de historische
steden Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen en Medemblik.
De
Omringdijk slingert als een groene route door het landschap en
leidt de bezoekers van Westfriesland langs het weidse landschap
met zijn unieke vergezichten, de typische lintdorpen met
stolpboerderijen en de voormalige VOC-steden met hun prachtig
bewaard gebleven binnensteden. Een groot deel van dijk vormt
nog altijd de grens tussen land en water, elders loopt de dijk dwars
door het land tussen polders en droogmakerijen als een monument
voor eeuwen van strijd tegen het water.
12) Kleine Oostsluis: Een tweede, veel oudere, sluis ligt bij de ophaalbrug tussen het Grote en Kleine Oost. Deze sluis verbindt de Karperkuil en de Vollerswaal met elkaar. In 1577 is de Karperkuil aangelegd, en is de aangrenzende Westfriese Omringdijk dóórgegraven om verbinding te maken tussen het havenwater en het water in de binnenstad (de Vollerswaal en verder). Op dit punt is toen onmiddellijk in 1579 een sluis in de dijk gebouwd om de binnenstad te kunnen beschermen tegen hoogwater vanuit de haven. Deze sluis bestaat nog en is in 2002 gerestaureerd.
13) Oude Oosterpoort (zie Gebouwen > Oosterpoort): De voorganger van de "Nieuwe" Oosterpoort, de Oude Oosterpoort, stond ongeveer 100 meter stadwaarts, juist tussen het kruispunt Grote Oost/Kleine Oost/Zon en de Kleine Sluis met ophaalbrug. Het profiel van de zuidelijke poortmuur van deze in 1818 gesloopte poort is gedeeltelijk nog herkenbaar in de kademuur. Dit bouwwerk was in architectonisch opzicht een juweel in de laatgotische bouwkunst met o.a. vier hoektorens voorzien van uivormige helmdaken.
14) Bossuhuizen (en gevelreclame Grote Oostkant): De
Bossuhuizen zijn drie aangrenzende huizen aan de Slapershaven.
De gevelstenen van deze 17e-eeuwse huizen zijn als een
stripverhaal: ze vertellen over de slag op de Zuiderzee die de
West-Friezen in 1573 hebben geleverd tegen de Spaanse vloot van
admiraal Bossu. De West-Friezen versloegen hier de vloot met
een eigen vloot van kleine wendbare bootjes en namen Bossu
gevangen. Mede om deze reden slaagde de hertog van Alva er niet
in Noord-Holland te veroveren. Op de gevelstenen worden de
West-Friezen afgebeeld als de mannen Israëls zoals die streden
tegen de Bijbelse krijgsheer Amalek. Het gevecht op 11 oktober
in 1573 ging de geschiedenis in als de Slag op de Zuiderzee.
Bossu verloor, werd gevangen genomen en heeft drie jaar lang
opgesloten gezeten in het Weeshuis aan de Korte Achterstraat.
De slag op de Zuiderzee vindt plaats in 1573, in het begin van de
roerige Tachtigjarige Oorlog. De steden en gewesten van de
Nederlanden vormen dan nog geen eenheid in de strijd tegen de
Spaanse overheersing. Zo blijft Amsterdam bijvoorbeeld lange
tijd trouw aan Spanje. De strijd ter land en ter zee verloopt
moeizaam. Als de Watergeuzen in 1572 Den Briel innemen,
scharen veel steden in Noord-Holland, waaronder Hoorn, zich aan
de zijde van opstandelingenleider Willem van Oranje.
Een jaar
later komt de oorlog in dit gebied tot een hoogtepunt. De
Watergeuzen en de West-Friezen proberen de haven van
Amsterdam te blokkeren. De Spaanse stadhouder Maximiliaan de
Hennin, heer van Bossu, zendt een zeemacht op de Oranje-
aanhangers af. Er volgt een zeeslag die zes dagen en nachten
duurt. Ondanks de overmacht slagen de West-Friezen onder
aanvoering van Cornelis Dirkszoon, burgemeester van
Monnickendam, erin Bossu te verslaan. Sinds juli 2012 heeft ook
de gevel aan de Grote Oost een bijzondere schildering, een
historisch reclamebord dat toont hoe in Hoorn reclamevoering in
de 19e eeuw plaatsvond.
"Sluit je ogen en luister naar de lege schelpen van het strand. In moeilijke tijden help ik je en kiezen we samen de goede kant. De dagen kruipen veel te traag voorbij. Wachtend op het verzet want die staat aan onze zij".
Grote Oost vervolgen en eerste steeg rechtsaf: Jeroenensteeg. Rechtdoor Gerritsland oversteken, door de Gravenstraat. Einde Muntstraat oversteken en linksaf wandel- en fietspad op langs Turfhaven: Weeshuistuin.
(Terzijde) Voor diegenen die op dinsdag, donderdag (10-16 uur) of zaterdag (10- 14 uur) de route doen bestaat de gelegenheid om een zijstapje te maken naar het verenigingsgebouw van Oud Hoorn, het Oost-Indisch Pakhuis aan Onder de Boompjes 22. Ga daarvoor over de witte Pakhuisbrug en betreedt het pakhuis op de hoek met de Pakhuisstraat. In de winkel zijn boeken over (het oude) Hoorn te koop; in de tentoonstellingszaal is een regelmatig wisselende tentoonstelling te zien over de geschiedenis van Hoorn; in de Documentatie- en Bibliotheekruimte bevindt zich nog een schouw met VOC embleem.
Einde Weeshuistuin rechts en meteen links: Gedempte Turfhaven (15; Martelaarsgracht). Voor huisnummer 7b (tegenwoordig 9 en/of 9A) is een struikelsteentje te vinden.
Frisia Nora Benima was ongehuwd, kantoormedewerkster, o.a. bij tabaksfabriek Pool. Ze begeleidde de leden van de damesgymnastiekvereniging 'Allebé' op de piano. Ze was ook pianiste in het orkest van de Koninklijke Concert- en Zangvereniging 'Sappho', waarvan ze als penningmeesters in het bestuur zat. Ze is 31 jaar geworden.
15) Gedempte Turfhaven vroeger Martelaarsgracht (van Wikipedia): Deze loopt van de Pakhuisbrug naar de Achterstraat (oorspronkelijk nog door naar de Gouw); de noordelijke kade werd in de 19e eeuw hernoemd tot Onder de Boompjes.
"Sluit je ogen en luister naar de bomen. De ritselende blaadjes laten je dapperheid terugkomen. Ondanks angst, paniek, vervlogen dromen en wensen heerst er vechtlust onder onze sterke mensen".
Gedempte Turfhaven blijven volgen. Langs de overtuin van het Sint Pietershof (zie onze website bij Gebouwen). De Veemarkt rechtdoor kruisen en het bronzen beeldje "naar Blokkertje toe" passerend naar Breed 10, dat is aan de linkerkant.
David Trompetter was handelaar in wol en huid. Hij was tevens actief in de Hoornse gemeenteraad. Op onderstaande foto is een glimp van hem te zien, bij het afscheid van burgemeester De Jongh en de gelijktijdige installatie van burgemeester Bisschop in december 1921. David en Louisa waren resp. 59 en 62 jaar, toen ze zijn vermoord. (zie Oorlogsslachtoffers)
Op de foto hierboven, de raadszaal in het oude stadhuis, tijdens de installatatie van burgemeester Bisschop, 1 december 1921
David Trompetter is net zichtbaar achter de rechts op de foto naar ons kijkende staande man.
"Sluit je ogen en luister naar de zenuwachtige voeten. De voeten van mensen die niet weten waar ze heen moeten. Er is geen plek meer waar je veilig kan leven en het is geen optie om de moed op te geven".
Keer terug en bij tweede straat rechts: Grote Noord. Dit is een voetgangersgebied. (Met de fiets aan de hand) wandelend naar nummer 77.
De drie leden van het gezin Vleeschdraager, vader Abraham, moeder Sara en zoon Leo zijn allen weggevoerd. Wat Abrahams broodwinning was, is niet bekend. Zoon Leo werkte bij banketbakker Van den Berg in de Nieuwstraat, waar hij onder andere bestellingen rondbracht op een bakkersfiets met een houten kist aan een draagriem. Vader heeft de oorlog overleefd en keerde terug naar Hoorn; niet is bekend hoe dat is gegaan. Moeder (55 jaar) en Leo (18 Jaar) zijn om het leven gebracht.
"Sluit je ogen en luister naar mij. We zijn verlost, we zijn weer vrij. Helaas hebben vele mensen deze vrijheid niet meer meegemaakt. Rust zacht, wat jullie toen is overkomen is dat wat ons nu nog steeds diep raakt"
Grote Noord geheel uitlopen, over de Roode Steen (16), het plein van Hoorn waar zich de Waag en het Westfries Museum bevinden; allebei beschreven op de website. Rechtsaf het West op (17; zie ook 11). Derde straat linksaf om via de Paardensteeg op de Italiaanse Zeedijk (18) uit te komen. De laatste Stolpersteine liggen voor Italiaanse Zeedijk 46.
David Polak was lompenhandelaar. Hij en zijn vrouw waren resp. 58 en 50 jaar toen ze zijn vermoord. Zoon Heyman (volgens andere bronnen 'Hijman') is eerst in andere kampen gevangene geweest voordat ook hij naar een vernietigingskamp is afgevoerd en omgebracht, slechts 22 jaar oud. Samen met Isaac Polak staat hij (uitsnede hieronder) op een foto van het elftal van B.T.O.G. (Zie Keern 81).
Hier eindigt de route, na 7,1 km. Om terug te komen bij het beginpunt (dan wordt de totale afstand 9 km) de straat verder uitlopen. Bijna aan het einde aan de rechterkant in de gevel van nummer 122 zit de gevelsteen "Deze steen weent vanuit de muur" ingemetseld (foto hieronder).
Italiaanse Zeedijk 122 is nu jongerenhuisvesting. De gedenksteen herinnert aan de synagoge die hier heeft gestaan, gebouwd in 1780 en afgebroken in 1953 (foto op volgende pagina). Enige weken na de Duitse inval werden alle uit Duitsland afkomstige joden, die in Hoorn waren geïnterneerd (zie hierboven) al gedeporteerd. Op 20 april 1942 werden de Hoornse joodse burgers gedwongen naar Amsterdam te vertrekken, per trein. Daar werden ze tijdelijk gehuisvest, onder andere in de Transvaalbuurt waarvandaan andere joodse gezinnen al waren weggevoerd. Korte tijd later zijn ze al verder getransporteerd naar Westerbork en daarvandaan op transport gezet naar de vernietigingskampen in Auschwitz en Sobibor in Polen. Geen van de afgevoerden heeft dit overleefd. Slechts enkelen kregen de kans daaraan te ontsnappen door onder te duiken.
De gedenksteen is ontworpen door Peter de Rijcke en vervaardigd door Frits Vogelpoel. Het is een afbeelding in reliëf van de voormalige synagoge. De Hebreeuwse tekst staat eronder weergegeven als 'Deze steen weent van uit de muur'. Deze woorden zijn afkomstig uit de Torah (zie ook het Bijbelboek Habakuk 2:11. ) en verwijst naar onrecht dat zo groot is dat zelfs de stenen erdoor geroerd raken. De steen is een initiatief van buurtbewoner Maurits Koopman en op 30 mei 1979 onthuld door Eelco Brekveld, een der leden van de toen nog maar kleine joodse gemeenschap in Hoorn. (Zie ook de Wandeling 40-45 op de website van Oud Hoorn).
Voor de Hoofdtoren (19) linksaf de Veermanskade op. Rechtsaf over de brug, direct linksaf over de Korenmarkt. Rechtdoor Wijde Brugsteeg en linksaf (weer op) het Grote Oost volgen om bij de Waag rechtsaf de Kerkstraat in te gaan. Steeds rechtdoor: over Kerkplein, Nieuwstraat. Even opletten op de vijfsprong: niet linksaf de Nieuwsteeg in, tenzij om de gedenkplaquette (zie Wandeling 40-45) te bezichtigen. Niet links aanhouden de Gouw (winkelstraat) op. Niet rechtsaf de Muntstraat in. Maar oversteken en de Korte Achterstraat in. Oversteken de Achterstraat door. Na het Koepoortsplein / Koepoortsbrug (zie 3 Koepoort) kunt u Of: linksaf de Spoorsingel volgen naar het station Hoorn en daar via de loopbrug naar het Transferium. Of: rechtdoor de Koepoortsweg op, de spoorweg over en tot besluit eerste straat linksaf de Van Dedemstraat in naar het Transferium. (20)
16) Roode Steen (site gemeente Hoorn): De Roode Steen is
het markantste plein van Hoorn: een knooppunt van zes straten en
stegen. Belangrijke verbindingswegen uit het binnenland kwamen
hier bij elkaar, zoals het Grote Noord en het Grote Oost. Vroeger
waren dit dijken, hetgeen goed te zien is aan de hoogte van de
bestrating ten opzichte van de stegen die er op uitkomen. Ook de
sluis in de waterweg de Gouw (gedempt in 1420) lag bij de Roode
Steen.
Volgens de Hoornse geschiedschrijver Theodorus Velius
moet Hoorn op deze plek zijn ontstaan. Drie broers uit Hamburg
('drie hamburger broeders die daer veel met haer bieren quamen
handelen') bouwden er in 1316 een herberg en drie huizen.
Archeologisch onderzoek heeft intussen aangetoond dat de eerste
bebouwing van Hoorn van vroeger datum moet zijn. Toch kan de
Roode Steen gezien worden als het centrale punt van waaruit de
stad zich heeft ontwikkeld.
Boeren uit de omgeving brachten er hun agrarische producten op
de markt, kooplieden dreven er handel en er verrezen
overheidsgebouwen als het stadhuis (1420), de Waag (1609) en
het Statencollege (1632). Door de gestage handel in
zuivelproducten (er werd tweemaal per week markt gehouden)
kreeg het plein de naam Kaasmarkt. Op het vroegere
Waterschapshuis, Grote Oost 6, is nog een gevelsteen te zien
waarop twee kaasdragers staan afgebeeld.
Officieel heeft de
Roode Steen sinds 1888 twee namen: zowel Roode Steen als
Kaasmarkt. De naam Roode Steen ontleent het plein aan een
bloederiger activiteit: het voltrekken van vonnissen aan lieden die
door het stedelijk gerecht van schout en schepenen waren
veroordeeld. Gewoonlijk bestonden die vonnissen uit het
afhakken van ledematen of, bij halsmisdrijven, van het hoofd. Dat
gebeurde op een rode steen in het plaveisel tegenover het in 1797
gesloopte stadhuis. Nog altijd ligt er een ronde, rode steen naast
de sokkel van Jan Pieterszoon Coen. Het is een replica.
Fragmenten van de echte rode steen bevinden zich in het
Westfries Museum.
17) West: De oudste bewaard gebleven dijken in Hoorn zijn het Grote en Kleine Oost en het West. Zij maken deel uit van de Westfriese Omringdijk die is aangelegd in de 13e eeuw. Deze dijk is in de loop der tijd op veel plaatsen doorgebroken en delen ervan zijn door de Zuiderzee verzwolgen. Landinwaarts werd dan een nieuw stuk dijk opgeworpen, een zgn. inlaagdijk. Het Grote Oost en het West worden beschouwd als inlaagdijken uit de 13e eeuw. De Westerdijk is een inlaagdijk uit de periode 1390-1450. Tot die tijd liep de dijk rechtdoor van het West naar Schardam.
18) Italiaanse Zeedijk (uit: Hoorn, Huizen, Straten, Mensen,
1982): Deze straat was tot in de 17e eeuw Hoorns meest
zuidelijke dijk. Velius vermeldt in zijn Kroniek voor het jaar 1508
op deze plaats de "zeedijk". Jacob van Deventer laat op zijn
plattegrond van circa 1560 een onbebouwde dijk zien met een
weg erop tussen Hoofdtoren en Vijzelstraat, met daarbij alleen de
Pomp- en Bottersteeg. De laat 16e eeuwse kaarten tonen al een
complete bebouwing aan de noordzijde. Op de kaart van Blaeu
(1649) ligt langs de dijkstraat en de zee een brede strook zand,
"Houtwallen" geheten. In 1648 begint de bebouwing van het
gebied ten zuiden van de Italiaanse Zeedijk; na drie jaar is alles zo
goed als volgebouwd: "Achter op 't Zand" is ontstaan en de
voormalige zeedijk is nu een straat met aan beide zijden huizen.
Circa 1650 ontstaat de huidige straatnaam; de kopers van de
percelen grond aan de zeedijk waren voornamelijk boekhouders,
reders, en schippers die handel dreven met de Levant en Italië. Tot
het einde van de 18e eeuw is het een straat waar aanzienlijke
kooplieden woonden. Circa 1780 wordt er de Synagoge gebouwd;
deze wordt na de Tweede Wereldoorlog gesloopt. In de Franse
tijd al raakt de straat in verval. De kadasterkaart van 1823 toont
diverse kale plekken. In de tweede helft van de 19e eeuw en na de
oorlog is er veel afbraak. In de jaren zeventig (20e eeuw) vindt er
een grootscheepse rehabilitatie van dit gebied plaats met veel
nieuwbouw.
19) Hoofdtoren (zie Gebouwen > Hoofdtoren): Dit
hoogoprijzende in laatgotische stijl uitgevoerde
verdedigingsbouwwerk met zijn witgele natuursteen aan zeezijde,
door zeelieden daardoor zichtbaar van verre, vormt nog steeds de
grote blikvanger van het Hoornse, historische waterfront. Ook de
bouwplek op het uiterst zuidelijke puntje van Hoorn aan de
toenmalige Zuiderzee, waar tevens de toegang tot de havens lag,
kon uit strategisch oogpunt gezien niet beter gekozen zijn. Als
verdedigingstoren met muren van bijna 1½ meter dik aan
zeezijde, van schietgaten zeewaarts gericht voor groot- en
musketvuur voorzien en met wijd schootsveld over zee, vormde
het de hoofdschakel in de verdediging tegen aanvallen vanuit zee.
De bouw van deze verdedigingstoren is in 1532. In feite vormde
de toren, het later aangebrachte daktorentje buiten beschouwing
latende, een vergrote weergave van de toenmalige ronddeel- of
waltorens op de noordelijke wallen, van welke de Mariatoren van
1508 als laatste nog is behouden.
In 1614 achtte men kennelijk de
functie van verdedigingstoren niet meer noodzakelijk, gezien het
gebruik sindsdien door allerlei burgerlijke instellingen. De in dat
jaar opgerichte Compagnie van Spitsbergen ofwel de Noordse
Compagnie, gericht op de walvisvaart in de Noordelijke IJszee,
beschouwde de Hoofdtoren toen als haar compagnieszetel. Deze
compagnie was echter een kort leven beschoren, daar deze in
1645 (of 1641) weer werd opgeheven. Voorts hadden onder
andere het gilde van de Lakenbereiders hier hun samenkomsten
evenals de Maatschappij voor de Levantse Handel. In 1812 werd
de toren de vergaderplaats van het Geneeskundig Gezelschap,
later het Genootschap ter bevordering van de Genees-, Heel- en
Verloskunde "Vis Unita Fortior". Sinds enige jaren wordt de toren
uitgebaat als restaurant.
20) Van Dedemstraat + borstbeeld (Kwartaalblad Oud
Hoorn 1986 pag. 20, 21 C. Kuppers, Hoornse straatnamen):
zie ook krant NHD Dagblad voor West-Friesland woe. 3 -
10-2012: Het begin van de Van Dedemstraat heette sinds 27
september 1932 Slachthuisstraat. Toen werd een straat getrokken
uit het Keern en lopende langs het openbaar slachthuis. In 1960
was er voornemen in het verlengde van de Slachthuisstraat het
R.K. Ziekenhuis (St. Jans Gasthuis) te bouwen. Het kwam toen
gewenst voor wijziging te brengen in de naam van de straat. Men
stelde toen voor de straat te noemen naar burgemeester Van
Dedem. Tot het geven van de naam Van Dedemstraat werd
besloten in de raadsvergadering van 29 november 1960.
Van Dedem was burgemeester van Hoorn gedurende de jaren
1875 tot en mei 1891. Mr. Willem Karel baron van Dedem werd
op 6 juli 1839 op het buitengoed Vosbergen te Heerde (Gld.)
geboren en overleed op 2 april 1895 te Calcutta in Brits-Indië. Hij
studeerde rechten te Leiden van 1856 tot 1861. Van 1859 tot 1861
studeerde hij in Delft voor Oost-Indisch ambtenaar en werd na
zijn examen ambtenaar 1e klasse voor de burgerlijke dienst in
Ned. Indië. In 1862 nam Van Dedem ontslag bij de burgerlijke
dienst en werd advocaat en procureur bij de Raad van Justitie te
Semarang. Hij is dan nog maar 23 jaar oud. In 1873 keert hij terug
naar Nederland en vestigt zich in 's-Gravenhage. Op 20 juni 1875
wordt hij benoemd tot burgemeester van Hoorn als opvolger van
mr. W. C. J. de Vicq, naar wie ook een straat is vernoemd. Van
Dedem beoefende deze functie uit tot 1891.
Tijdens zijn
burgemeesterschap was hij ook lid van de Provinciale Staten.
Vanaf juli 1880 voor het district Hoorn lid van de Tweede Kamer,
als deskundige op koloniaal gebied. In 1891 nam hij ontslag als
burgemeester van Hoorn omdat hij Minister van Koloniën werd.
Na zijn aftreden maakte Van Dedem een studiereis door Brits-
Indië (huidig India), Siam (huidig Thailand) en Nederlands Indië
(huidig Indonesië).
Tijdens zijn ambtsperiode werden de Koepoort en de Westerpoort
gesloopt. De Oosterpoort werd van sloop gered. Hij was
medeoprichter van het Westfries Museum. Hij bleef ongehuwd.
Twee jaar na zijn dood werd de zandstenen gedenksteen geplaatst
in de Ramen. In 1972 werd die verplaatst naar de naar hem
genoemde Van Dedemstraat. Nu staat die in het
Noorderplantsoen.
In het Noord-Hollands Dagblad, Dagblad voor
West-Friesland van 3-10-2012 werd de vondst van een
grafmonument voor baron Van Dedem bekendgemaakt naar een
ontwerp van Cuypers uit 1897.
We hopen dat u een goede tocht heeft gehad, wetenswaardig en vooral gedenkwaardig.
In Kwartaalblad Vereniging Oud Hoorn 2012-3, pag.130-135
In dit artikel staan nog andere bijzonderheden over het Stolpersteine-project en over de Hoornse slachtoffers.
Colofon:
Diana van den Hoogen: samenstelling
Peter Tack: controle, documentatie slachtoffers
Ron Dol: routekaart
Hillebrand Peerdeman: techniek website
Fotos: Eddy Neter (Plaatsing Stolpersteine 18 juni 2012) -
Bert van den Hoogen: Stolpersteine, 2012 -
Beeldcollectie Oud Hoorn