Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Johannes Post MAVO (3)

De start van de Christelijke School voor ULO

Voortvarende aanpak dominee Slomp

Als blijkt dat de christelijke ulo in Enkhuizen door ruimtegebrek geen leerlingen meer kan opnemen, wordt de stichting van een eigen ulo in Hoorn urgent. Op 21 maart 1957 wordt in De Oude Rosmolen in de Duinsteeg de oprichtingsvergadering uit 1954 overgedaan. De Vereniging voor Voortgezet Christelijk Onderwijs gaat verder als de Stichting Algemeen Voortgezet Christelijk Onderwijs voor Hoorn en Omgeving. Een week later vindt de officiële registratie plaats bij notaris S.J.J. Luyckx te Hoorn. Dominee Slomp wordt voorzitter.
Slomp gaat voortvarend te werk. Hij voert talloze gesprekken, onder andere met de inspecteur van het lager onderwijs, de heer Gelijns, en met het gemeentebestuur van Hoorn. In zijn auto doorkruist hij het land om christelijke scholen te bezoeken en met onderwijzers te praten. Dankzij zijn enthousiasme en werklust is nog geen half jaar later de eigen christelijke ulo een feit.
Als huisvesting krijgt de school de beschikking over een van de voormalige militaire barakken aan de Bontekoestraat, die met geleend geld wordt opgeknapt. Deze barakken werden in 1939 gebouwd voor de huisvesting van Nederlandse militairen. Na mei 1940 nam de Duitse weermacht ze in gebruik. Na de bevrijding hebben de barakken dienst gedaan voor de opvang van politieke gevangenen. Later deden ze dienst als tijdelijke huisvesting voor verschillen scholen.
De christelijke ulo gaat van start met 46 leerlingen, van wie er 37 in het eerste, zes in het tweede en drie in het derde leerjaar zitten. Zij hebben de beschikking over twee schoollokalen en een overblijfruimte.

Barak ULO
De barak waarin de Christelijke School voor ULO in 1957 van start gaat (foto WFA)

Schamel onderkomen

Op maandag 2 september 1957 vindt in de kapel aan de Eikstraat de officiële opening van de Christelijke School voor Uitgebreid Lager Onderwijs plaats. Nadat een psalm gezongen is, spreekt dominee Slomp het openingswoord. Hij wijst erop dat het er voor de christelijke kerken niet best zou uitzien als er geen christelijke school achter stond. Slomp is verheugd over het feit dat voor bijna alle vakken een bevoegde leerkracht benoemd kon worden. Minder gunstig is 'dat door de bestedingsbeperking er bijzondere lasten op de schouders van de schoolvereniging zijn gelegd', aldus het Dagblad voor West-Friesland.
Ook burgemeester Canneman voert het woord. Hij zegt zich te realiseren dat de gemeente de school een schamel onderdak biedt. Een schrale troost is dat ook de Beatrixschool en het Werenfridus Lyceum hier zijn begonnen. De burgemeester verhult niet dat op het gemeentehuis met enige bezorgdheid is gekeken naar de onstuimige wijze waarop dominee Slomp de afgelopen maanden te werk ging. Maar wellicht was dit de enige manier om de school van de grond te krijgen.
Volgens de heer Canneman werd er in de raad aan getwijfeld of op zo'n kleine school wel goed onderwijs geboden kon worden. 'De tijd is voorbij', merkt de burgemeester op, 'dat men tegen het gemeentebestuur kon zeggen: zorgt gij voor de 'openbare kinderen', wij zorgen wel voor de onze, want het gemeentebestuur gaat het belang van alle kinderen ter harte.'

Canneman
Burgemeester Canneman (foto WFA)

Bevoegd personeel

Inspecteur J. Gelijns van het Rijksschooltoezicht spreekt zijn verbazing uit over het grote aantal leerlingen dat zich heeft aangemeld en het feit dat de school erin geslaagd is bevoegd personeel aan te trekken. Toch heeft hij zo zijn twijfels over de levensvatbaarheid van de school. Dit laatste is voor de katholieke Noordhollandse Courant aanleiding het verslag over de opening van de school te voorzien van de suggestieve kop: 'Kans op welslagen van Chr. ULO-school klein?'
De school gaat van start met drie personeelsleden. Schoolhoofd A.J. de Weerdt wordt bijgestaan door onderwijzer P. van der Heide en de leerkracht nuttige handwerken mevrouw J.S. Waardenburg-Beenhakker uit Enkhuizen.

Krantenkop NHD
Noordhollandsche Courant, 3 september 1957