Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Van Franse stadsschool tot Gemeentelijke ULO (6)

De Franse jongensschool (1789 - 1877)

Reglement

In 1789 wendt een aantal vooraanstaande Hoornse burgers die ontevreden zijn over het niveau van het onderwijs aan de Franse jongensschool zich tot het stadsbestuur. Zij dringen erop aan dat er een bekwame leerkracht wordt aangesteld, die met een toelage van de stad en het schoolgeld van de leerlingen verzekerd is van een behoorlijk bestaan. Het stadsbestuur gaat akkoord en stelt een reglement met eisen waaraan een Franse meester moet voldoen.

Dit reglement geeft een aardig beeld van de Franse school en het soort onderwijs dat er wordt gegeven. Van de schoolmeester wordt verwacht dat hij goed les kan geven in de ‘Fransche tale, geographie als mede de cijfferkonst’. Verder moet hij de jongens de goede zeden bij brengen. Zijn leerlingen moeten op zijn kosten vier maal in de week onderricht krijgen in de ‘schrijfkonst’ en twee uur per week ‘door een goede catechiseermeester in de grond van de gereformeerde godsdienst’ worden onderwezen.

De school neemt kinderen aan die tenminste zes jaar zijn. Het is de schoolmeester toegestaan jongens in de kost te nemen. De lessen zijn van ’s morgens 9 tot 12 en ’s middags van 2 tot 6. Er zijn korte vakanties rond Kerst, Pasen en Pinksteren. In augustus is er drie weken zomervakantie.

Het schoolgeld bedraagt 56 gulden per jaar. Dat is inclusief de kosten voor schrijfbehoeften, vuur, licht, bier en thee. De schoolmeester mag niet meer leerlingen aannemen dan hij naar behoren kan onderwijzen. Indien nodig moet hij een bekwaam persoon aanstellen ter assistentie. Rond 1800 telt de school dertig leerlingen.

Schoolboek 1827
Schoolboek uit 1827

Verbetering van het onderwijs

In 1836 neemt de plaatselijke schoolcommissie maatregelen om het onderwijs aan jongens in Hoorn nog verder te verbeteren. De commissie stelt voor hogere eisen te stellen aan de Franse (kost)schoolhouder en het salaris te verhogen. Bovendien wil de commissie een lager schoolgeld, zodat meer jongens van de opleiding gebruik zullen kunnen maken. Verder wordt het reglement voor Franse (kost)schoolhouders aangepast.

Het aantal vakken waarin les wordt gegeven, wordt uitgebreid. Het vakkenpakket bestaat nu uit: Nederduits [Nederlands], Frans, Engels, Hoogduits [Duits], aardrijkskunde, algemene en vaderlandse geschiedenis, schrijf- en rekenkunst, het nieuwe stelsel der maten en gewichten, de beginselen van algebra en mathesis [wiskunde].

Hoogere burgerschool Muntstraat
Gebouw van de HBS in de Muntstraat

Aansluiting op de HBS

Als in 1868 in Hoorn de Hogere Burgerschool van start gaat, wordt gekeken naar de aansluiting van de Franse jongensschool en de HBS. Het onderwijs op de jongensschool wordt zodanig aangepast dat de school fungeert als voorbereidingsschool voor de HBS.

De Franse jongensschool wordt in gemeentelijke stukken conform de schoolwet van 1857 aangeduid wordt als ‘school voor meer uitgebreid lager onderwijs’. De school staat in die tijd onder leiding van Adrianus van der Hoeven. Als de pas opgerichte HBS er niet in slaagt de vacature voor het vak Frans te vervullen, wordt Van der Hoeven tijdelijk ook aangesteld als leraar Frans. De combinatie van deze betrekkingen is echter niet vol te houden. Daarom besluiten de verantwoordelijke instanties dat Van der Hoeven zich volledig kan gaan richten op zijn lessen Frans aan de HBS en dat de Franse jongensschool wordt opgeheven.

Als alternatief voor de school van Van der Hoeven ondergaat een bijzondere school die geleid wordt door onderwijzer Jan Buis een reorganisatie. Deze school voor ‘gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs’ voor jongens en meisjes laat in het vervolg alleen nog jongens toe en krijgt een nieuw leerplan. Het aantal onderwijzers wordt uitgebreid. De school krijgt jaarlijks een gemeentelijke subsidie van 1500 gulden. De regeling gaat in na de zomervakantie van 1877.

Meer informatie over HBS en OSG vindt U hier.