Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Van Franse stadsschool tot Gemeentelijke ULO (1)

Inleiding

Middeleeuwse school
Onderwijs in de middeleeuwen

In de late middeleeuwen worden scholen van particuliere schoolmeesters steeds populairder. Het onderwijs dat deze schooltjes bieden sluit beter aan bij de economische ontwikkelingen dan het onderwijs op de traditionele Grote school en de eind zestiende eeuw opgerichte Latijnse school. De particuliere scholen ontwikkelen zich tot scholen met een breed onderwijsaanbod. Er wordt onder andere les gegeven in de Franse taal.

In de Lager-onderwijswet van 1857 wordt naast het gewoon lager onderwijs het ‘meer uitgebreid lager onderwijs’ (mulo) geïntroduceerd. Lagere scholen die meer bieden dan het verplichte vakkenpakket, mogen zich zo noemen. Ook de zogeheten ‘Franse scholen’ bieden meer dan het gewone lager onderwijs. In de tweede helft van de negentiende eeuw maakt de term ‘Franse school’ geleidelijk plaats voor ‘mulo’.

Het uitgebreide vakkenpakket zorgt ervoor dat scholen die mulo bieden, niet genoeg hebben aan zes leerjaren. De twee openbare mulo-scholen in Hoorn tellen rond 1900 uiteindelijk negen leerjaren.

De Lager-onderwijswet van 1920 brengt een splitsing aan tussen ‘gewoon lager onderwijs’ van zes jaar en ‘uitgebreid lager onderwijs’ dat hierop aansluit en drie jaar duurt. De officiële term voor dit type vervolgonderwijs is dus ‘uitgebreid lager onderwijs‘ (ulo). De term ‘mulo’ is echter zo ingeburgerd dat deze in gebruik blijft.

De Gemeentelijke ULO, opgericht in 1921, heeft een voorgeschiedenis die begint bij de oprichting van de Franse stadsschool in 1760.

Gemeentelijke ULO
Het gebouw van de Gemeentelijke Ulo aan de Johan Messchaertstraat uit 1925

 

Auteur: Sietse Postma