Zoals hiervoor al vermeld is, stamt de term MULO uit de Onderwijswet van 1857. Ze heeft betrekking
op de mogelijkheid het gewone lager onderwijs uit te breiden met extra vakken en leerjaren. Tot 1920
is een MULO dus een lagere school die meer biedt dan wat minimaal verplicht is. De lager onderwijswet van 1920 introduceert het uitgebreid lager onderwijs (ULO) als zelfstandige onderwijsvorm nà de
lagere school met een nauwkeurig omschreven lespakket.
Hoewel vanaf 1920 ULO dus de officiële term is, blijft de oude afkorting MULO ook in gebruik. Het
(M)ULO wordt na verloop van tijd de (M)ULO, net zoals na 1968 de MAVO al gauw de gebruikelijke
aanduiding wordt voor het middelbaar algemeen vormend onderwijs.
Hoorn telt na de Tweede Wereldoorlog eerst twee en later drie ULO’s. De oudste twee zijn de openbare ULO aan de Draafsingel en de katholieke ULO aan Onder de Boompjes. In 1957 krijgt Hoorn ook
een christelijke ULO, aanvankelijk ondergebracht in barakken aan de Bontekoestraat.
Katholieke (M)ULO
Sint Aloysius
aan Onder de Boompjes (foto 2009 VOH)
De MULO is als schooltype in het hele land zeer populair. In de periode van 1940 tot 1960 neemt het aantal MULO-leerlingen met ca. 160% toe. Het aantal gymnasium-, HBS- en MMS-leerlingen neemt in dezelfde periode toe met ‘slechts’ ruim 40%. De MULO is een goede voorbereiding op allerlei (middelbare) beroepsopleidingen. Ook de uitbreiding van de leerplicht naar acht jaar in 1942, herhaald in 1950, en het feit dat er ook buiten de grote steden veel MULO-scholen zijn gevestigd, dragen bij aan het succes van dit schooltype
Stukje zolder met nieuw geplaatste luxe dakramen (maart 2013)
Uitzicht vanuit nieuw dakraam (maart 2013)
Het is dan ook niet verwonderlijk dat ook de gemeentelijke ULO in Hoorn na de verhuizing naar de
Draafsingel al gauw ruimte te kort komt. De eerste uitbreiding vindt plaats op de zolder. Daar wordt in
1950 een extra lokaal gerealiseerd.
Een paar jaar later is de situatie weer nijpend. Het college van B&W stelt vast dat "uitbreiding in de
hoogte niet mogelijk is, daar de fundering, welke niet is onderheid, een verdere belasting niet toelaat."
B&W stellen daarom voor, dat de ULO de beschikking krijgt over twee lokalen die de naastgelegen
Margrietschool op dat moment in het ULO-gebouw in gebruik heeft. Bovendien kan de ULO een lokaal
in de Margrietschool in gebruik nemen als handenarbeidlokaal. (De schoolgebouwen zijn intern met
elkaar verbonden.) Ter compensatie worden aan de Margrietschool twee nieuwe lokalen gebouwd.
Tenslotte behelst het voorstel de bouw van een lerarenkamer in het pand aan de Draafsingel. De raad
gaat op 27 maart 1956 akkoord.
In zijn handgeschreven verslag over het cursusjaar 1956/1957 schrijft het hoofd van de ULO, de heer
P. Boersma: "Daar valt nog te releveren dat dit jaar een personeelskamer tot stand is gekomen. Ik
behoef niet te vermelden hoe dankbaar wij hiervoor zijn." Vervolgens spreekt hij zijn erkentelijkheid uit
voor de manier waarop de laatste jaren getracht is het gebouw in- en uitwendig te verzorgen.
Dat neemt niet weg dat er nog veel voor verbetering vatbaar is: "Een groot bezwaar blijft de erbarmelijke toestand van de vloeren. Pas wanneer die belegd zijn met linoleum, zullen de lokalen aan redelijke eisen voldoen. Welk openbaar gebouw in Hoorn wordt zo intensief gebruikt als de Ulo-school!
Overdag Ulo- en Volksmuziekschool, ’s avonds Handelsavondschool, ElectroTechnische Cursus en
Opleiding voor Kleuterleidsters. Ik hoop daarom dat B&W de middelen weten te vinden waaruit een
hygiënische vloerbedekking zal kunnen worden bekostigd."
In hetzelfde verslag maakt Boersma melding van de typelessen die sinds kort op zijn school worden gegeven. De lessen, die verzorgd worden door een extern opleidingsinstituut, zijn facultatief en kosten vijftig gulden. Toch is er is veel animo voor. Aansluitend breng het schoolhoofd subtiel in herinnering dat hij bijna een jaar geleden voor zijn school een schrijfmachine en een duplicator heeft aangevraagd. "Dit is toch geen luxe voor onze school, als ik u meedeel dat wij dit jaar al voor ruim fl. 100,- ‘vertypt’ hebben bij Schrickx. Ondanks de bestedingsbeperking ben ik zo vrij deze aanvraag nog eens onder uw aandacht te brengen." Het volgende jaarverslag van Boersma is keurig getypt.