Hal met veel hoekjes (maart 2013)
Hal met trap naar eerste verdieping (maart 2013)
Gemeenteschool 3 is niet alleen populair in Hoorn maar ook in de omliggende gemeenten. De school
biedt vanaf het zevende leerjaar Frans aan en is daarmee een goede voorbereiding op de HBS. Bovendien kunnen leerlingen zich vanaf het zevende leerjaar voorbereiden op het behalen van het in die
tijd gewilde MULO-diploma.
Vanaf de start in 1916 houdt het schoolhoofd zorgvuldig een leerlingenregister bij. Hierin noteert hij
wanneer de leerling zijn opleiding afsluit en met welk resultaat. Bovendien houdt hij bij wat de leerling
na het verlaten van de school is gaan doen. Sommige leerlingen stromen door naar de HBS, andere
gaan verder in het beroepsgericht onderwijs (bijvoorbeeld zeevaartschool, rijkstuinbouwwinterschool,
industrieschool, kweekschool) of gaan aan het werk, vaak in de administratieve sector (effectenkantoor, bank, postkantoor).
Ondanks de populariteit van de school en het feit dat veel leerlingen hun opleiding met succes afronden, heeft schoolhoofd Janssen zo zijn bedenkingen ten aanzien van de onderwijskundige situatie op
zijn school. In het gemeentelijk jaarverslag over 1917 brengt hij deze als volgt onder woorden: "Daar
het MULO-diploma B hoe langer hoe meer gewaardeerd begint te worden en het slechts exceptioneel
mogelijk is leerlingen in negen jaar daarvoor op te leiden, dient de inrichting van een tiende leerjaar
aan Gemeenteschool 3 ernstig overwogen te worden."
Janssen maakt zich ook zorgen over de overstap naar het vervolgonderwijs: "De zesjarige vóóropleiding tot HBS en gymnasium heb ik altijd op onderwijskundige gronden afgekeurd. Ik ben nog steeds
van mening dat de doorsneeleerling op twaalf of soms zelfs elfjarige !! leeftijd niet in staat is het middelbaar of hoger onderwijs in zijn tegenwoordige vorm met vrucht en zonder gesukkel te kunnen volgen en ik laat me niet verblinden door het feit dat het vorig jaar alle zeventien kandidaten mijner
school na examen zijn toegelaten.
Te goed weet ik hoeveel moeite het velen hunner kost de behandelde leerstof te verwerken en met
grond vrees ik dat slechts weinigen in vijf jaar het begeerde einddiploma zullen behalen. De kinderen
en ouders zou heel wat verdriet bespaard en de fundamenten veel degelijker gelegd zijn, als die leerlingen zeven jaar de opleidingsschool hadden bezocht alvorens een HBS of gymnasium met zijn consequent doorgevoerde stelsel van vakonderwijs en zeer uitgebreid leerprogramma te bezoeken."
Voordeur vanuit de hal gezien (maart 2013)
De school telt zoveel leerlingen dat de klassen 5 en 6 zijn gesplitst. Het hoofd van de school verwacht
dat met ingang van het schooljaar 1919/1920 ook de klassen 4 en 7 gesplitst moeten worden, vooral
door de grote instroom uit omliggende gemeenten.
De gemeenteraad discussieert over de toelating van leerlingen uit buurgemeenten. Men vindt het niet
juist dat Hoorn volledig op moet draaien voor de kosten voor het onderwijs aan kinderen die buiten
Hoorn wonen. De lager-onderwijswet maakt het mogelijk dat Hoorn een financiële regeling maakt op
basis waarvan buurgemeenten een vergoeding gevraagd kan worden voor het onderwijs dat kinderen
uit hun gemeente op een Hoornse gemeenteschool volgen.
Hoorn benadert 23 omliggende gemeenten met het verzoek mee te werken aan zo’n regeling. Slechts
vijf gemeenten, waaruit in totaal twintig leerlingen in Hoorn op school zitten, reageren positief. Drie
gemeenten, met in totaal negen leerlingen, weigeren mee te werken. De andere gemeenten laten niets
van zich horen.
Het voorstel van B&W om een financiële regeling in te stellen en geen leerlingen meer toe te laten tot
Gemeenteschool 3 uit gemeenten die hieraan niet mee willen werken, wordt op 22 augustus 1919
door de raad aangenomen. Leerlingen die al op Gemeenteschool 3 zitten, moeten de school verlaten
als hun gemeente weigert financieel bij te springen.
De raad besluit ook dat de school klas 7 mag splitsen. Daarvoor wordt een lokaal in de voormalige
Eerste burgerschool voor jongens aan het Ramen beschikbaar gesteld. Tenslotte krijgt de school
toestemming om voor veertienhonderd gulden nieuw meubilair aan te schaffen.