Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

"Schermer en Zoon b.v." twee eeuwen in
"'t natte" aan het Kleine Noord te Hoorn (3/6)

Grondlegger Barent Pitersz. Schermer werd in 1819 (drie jaar voor zijn dood op 29 aug. 1822), na zevendertig jaar, opgevolgd door zijn zoon Joannes Schermer (gedoopt op 5 nov. 1788 in de R.K. kerk aan de Slijksteeg): het dertiende van het vijftien kinderen tellende gezin. Uit de periode, waarin deze Joannes de zaak leidde, stamt het eerst bewaard gebleven "Memoriaal" dat op 2 november 1819 in gebruik werd genomen en waarin de verkopen kunnen worden teruggeslagen. Een schitterend document, waarin naast het assortiment en de prijzen ook vele bekende Westfriese namen prijken. Want Schermer leverde in die dagen in bijna geheel West-Friesland aan de plaatselijke caféhouders en kruideniers. En dan met name aan de katholieken onder hen. Ook leverde Joannes aan "Pieter Schermer mijn broeder", zoals hij in het Memoriaal optekende. Naast gedistilleerd, likeur, bier en andere dranken waren het vooral de normale kruidenierswaren, die het assortiment bepaalden. Meel, azijn, thee en koffie, schoensmeer, tabakswaren, bonen, chichorij, lange Goudse pijpen, boter, chocolade en noem verder maar op. Op 11 juli 1821 wordt aan P.E. Delemarre te Berkhout een abonnement voor een half jaar op de Haarlemse Courant in rekening gebracht. Ook de verschuldigde stuivers (meestal 6 of 7) voor het verzenden van brieven worden door Joannes Schermer aan de klanten doorberekend.
Wat andere prijzen uit die jaren: een pint azijn kwam op 2½ stuiver; een pint jenever kostte 6½ stuiver en een pint brandewijn bracht maar liefst 15½ stuiver op. Een fles "Spaansche wijn" kwam op de rekening aan de wed. Van Rosendael voor het lieve sommetje van 1 gulden en 8 stuivers. Een fles witte wijn kostte op diezelfde rekening 14 stuivers. Een ons thee leverde 8 stuivers op; een lood (de zwaarte van een loden gewicht; thans één decagram) koffiebonen kostte maar liefst 1 gulden en 2 stuivers.


Barend Schermer, 1820-1887.
Barend Schermer, 1820-1887.
Het bleef echter voornamelijk de groothandel waarmee Joannes Schermer zich bezig hield, evenals de derde generatie, die in het bedrijf terecht kwam: Joannes' zoon Barend Schermer, de oudste van zeven kinderen en geboren op 13 augustus 1820 en overleden op 5 oktober 1887. De vierde generatie van de "natte" Schermers kwam in 1875 aan het bewind. Johannes Anthonius Gerardus Schermer (verder Johannes) volgde zijn vader op. Hij was de derde zoon uit het huwelijk met Anna Maria Kleijntjes. Ook de vierde zoon, Anthonius Leonardus (verder Antoon) kwam in de zaak terecht en wel in 1887. Johannes werd geboren op 13 januari 1851 en overleed op 22 april 1904; Antoon zag het levenslicht op 30 januari 1855 en stierf op 23 april 1919. Naast distillateur, wijnhandelaar en azijnfabrikant was Johannes ook nog lid van de Hoornse gemeenteraad, lid van het Armbestuur en regent van het R.K. Weeshuis.

Met name Johannes en Antoon hebben de bedrijfsactiviteiten belangrijk uitgebreid. Meest in het oog springend is ongetwijfeld het besluit van deze twee Schermers geweest om zelf het distilleren ter hand te gaan nemen. Naast de distilleerderij begonnen de twee broers ook met een likeurstokerij en een advocaatfabriek. Uit deze tijd stamt tevens de azijnfabriek, die jarenlang in het pand Kleinde Noord 43 is ondergebracht geweest. Dit pand werd in 1849 gebouwd en de eerste steen werd gelegd door Evalina Maria Schermer, het eerste kind van de toen nog aan het hoofd staande Barend.

Vaten in allerlei maten.
Vaten in allerlei maten.
Uit het jaar waarin Johannes aan het hoofd van de firma kwam te staan stamt ook het eerste receptenboek voor de likeurstokerij: 1875. Een opmerkelijk document uit de geschiedenis van Schermer en Zoon, want niet alleen wordt precies beschreven hoe allerlei inmiddels al lang verdwenen heerlijke likeuren moesten worden gemaakt, maar tevens staat er steeds een kostprijsberekening bij vermeld.
Het boek begint met een hoofdstuk: "Kosten van oprichting en verandering van het perceel wijk 6, no. 288 tot Likeurstokerij". Alle bedragen voor verschillende werkzaamheden staan keurig vermeld. Bedragen werden betaald aan o.a. metselaar Kaldenbach; timmerman Meijer; koperslager Scholten; architect Bleijs en smid Gleijsteen. Bij elkaar vergde dit nieuwe begin een bedrag van ƒ 1901,80 en een halve cent. In het boekwerkje zijn recepten terug te vinden voor Kummel, allerlei soorten Punsch, Citroen Limonade, Witte Schillen, Dubbele fijne Anisette, Kaneel Likeur, Nagelwater, Citroen Elixer, etc., etc.
Voor 250 liter van die Citroen Elixer had men nodig 35 kilo Schillen, 1 ons saffraan, 200 liter ruwe moutwijn, 14 liter voorloop. Die ingrediënten kostten ƒ 161,90, waarbij dan nog een ƒ 6, - kwam voor arbeidsloon en gereedschap, zodat de kostprijs uitkwam op 67 cent per liter. Een opmerking in de marge luidt: "Voor de kleur op 250 liter 1 flesch geele kleur uit het vaatje". En ergens anders in het receptenboek staat precies beschreven hoe men dat gele extract weer kon maken. Opvallend is trouwens dat de recepten regelmatig (en dan echt binnen de paar jaar) werden aangepast aan veranderende inzichten en produktiemethodes. En nog steeds worden de belangrijke, klassieke dranken (zoals citroenjenever, kruidenbitter en oude genever) volgens die oude familierecepten gefabriceerd.