Deze wandeling staat in het teken van de sociale woningbouw.
De wandeling gaat vanaf de stadspoort (Oosterpoort) naar buiten.
We komen buiten de oude omwalling. We zien dus bouwkunst van de
20e eeuw.
Voor die tijd bestond dit gebied uit weilanden, tuinen en touwslagerijen.
Aan het eind van de 19e eeuw, begin 20e eeuw bestond er woningnood.
Koning Willem III liet onderzoek doen naar de woonomstandigheden
in het land. Aanvankelijk had men geen oren naar het verbeteren
van de woonomstandigheden voor arbeiders en minvermogenden.
Rond 1900 werden verenigingen opgericht die het verstrekken van
goedkope woningen aan bovengenoemde mensen tot doel hadden.
De woningwet van 1901 stelde Verenigingen en Stichtingen in staat
om rijksvoorschotten aan te vragen om hun doel te verwezenlijken.
De Woningwet van 1901 is tot stand gekomen uit pure noodzaak. De
arbeiders leefden voorheen in erbarmelijke omstandigheden: klein
behuisd, veel kinderen, gevaar van besmettelijke ziekten. In de
wetenschap dat een arbeider meer werk kan verzetten dan een verzwakte
arbeider (soms als gevolg van drankzucht) streefde de overheid naar
betere woonaccommodatie. Een voorbeeld uit Hoorn: in 1899 waren
er 222 eenkamerwoningen bewoond door meer dan een persoon; 25 daarvan
werden door zes personen of meer bewoond.
In Hoorn zijn in de loop van de tijd zeven woningbouwverenigingen
werkzaam geweest:
1. Vereniging tot het verstrekken van woningen aan arbeiders en
minvermogenden (een voorloper van de navolgende; zij hebben o.a.
op het Kleine Oost gebouwd)
2. Vereniging voor volkshuisvesting Arbeidersbelang (socialistisch)
3. Woningstichting Patrimonium (protestants christelijk)
4. Onze Woning (personeel spoorwegen)
5. Hoornsche Coöperatieve Woningbouwvereniging (ambtenaren)
6. Mr. Jan Dirkszoon Binneblijf (katholiek)
7. Goed Wonen
In de eerste twintig jaar na de totstandkoming van de Woningwet
werd zeer veel gebouwd, doch na 1922 werd er in Hoorn niet meer
gebouwd.
Door het verlagen van de lonen tijdens de crisis en het goedkoper
worden van de bouwmaterialen, kwam de particuliere woningbouw meer
op de voorgrond. Mensen met een ruimere beurs hadden toen de keus
uit een overmatig groot aanbod, met als lokkertje bijvoorbeeld gratis
behang.
In de Venenlaan zien we aan de oneven zijde de eerste sociale woningbouw. De even zijde was voor de "betere stand."
Het eerste project van "Arbeiders belang" bestond uit de 18 woningen (nr. 25 t/m 55) aan de linkerkant van de Venenlaan na de Messchaertstraat.
De Hoornse architect Lippits ontwierp deze
woningen. Tevens maakte hij de begroting. Het werk werd aan de laagste
inschrijver, aannemer Gleysteen uit Hoorn gegund. Kosten per woning:
fl. 1640.- De woningen werden in 1910 betrokken en deden een huur
van fl. 2 - 2,25 per week. Zij werden verhuurd inclusief twee flinke
ijzeren ledikanten in bruikleen.
Deze woningen hadden toen nog geen wateraansluiting (dus geen WC)
en geen elektriciteit.
Men gebruikte het tonnensyteem. De tonnen werden opgehaald door de "Boldootwagen". Een waterpomp, (van het merk Norton, vandaar de naam nortonwater!) in het midden van het pittoreske hofje zorgde in de eerste tijd voor de drinkwatervoorziening. (Grondwater, niet geschikt als drinkwater. Daarvoor bleef men aangewezen op regenwater)
Pas in 1925 kregen deze huizen toiletten met waterspoeling.
Op de deurposten werden kleine roodwitte schildjes aangebracht ten
teken van een wateraansluiting. (omstreeks 1925).
Elektriciteit kregen deze woningen in 1930. Elk huis één
contactdoos. Wilde men meer aansluitpunten, dan moest daar uit eigen
zak voor worden betaald.
De woningen zijn jarenlang in de volksmond bedacht geweest met de
naam "het rooie dorp". Tijdens de 2e wereldoorlog
was het middenperk van het eerste hofje veranderd in een tabaksplantage
van het merk "Eigen Teelt".
De eerste renovatie stond op de rol in
1940. Door de oorlog kon dit niet doorgaan. Pas in 1949 had de renovatie
plaats.
In 1990 dreigde men de woningen af te breken en te vervangen door
(duurdere) nieuwbouw. Redenen daarvoor zouden zijn: achterstallig
onderhoud (de hoekwoningen waren al tot garage geworden), het niet
voldoen aan huidige wooneisen, hoge renovatiekosten gekoppeld aan
de slechte bouwkundige staat.
De bewoners hebben zich hiertegen verenigd. Het historisch belang
is dat deze woningen de eerste sociale woningbouw in Hoorn vormen.
De Woningbouwvereniging heeft het verloren: de hofjes zijn nu in bezit
van Stadsherstel (1991) en gerenoveerd.
In de gevels van de hofjes zijn verschillende
bloemtegels aangebracht om de huizen van elkaar te onderscheiden.
De nummers 3 t/m 23 op de Venenlaan zijn neergezet door de Hoornsche
Coöperatieve Woningbouwvereniging.
In totaal werden door laatstgenoemde vereniging in 1920 25 woningen
neergezet aan Venenlaan, Draafsingel en Messchaertstraat.
Begin 70-er jaren zijn deze panden aan de bewoners verkocht. Bij
nadere beschouwing blijkt dat deze huizen in hoofdzaak aan de voorgevel
afwijken van de huizen van andere bouwverenigingen. Ambtenaren moeten
zich toch door een extra erker onderscheiden.
Aan de Draafsingel werd luxe bouw toegepast. Een mooi voorbeeld zien we op nr. 17. Dit was een particulier investeringsproject van een aannemer.
De deur van nr. 13 is nog origineel. Deze huizen zijn later (1932) gezet.
De spoorwegen bouwden in die jaren zelf woningen voor haar personeel. Een goed voorbeeld hiervan is te zien in de J.P. Coenstraat, vanaf nr. 31.
Aan de Messchaertstraat en op de hoek van de Kruitmolenstraat komen
we nog langs twee markante schoolgebouwen.
Eén van de twee scholen is de Rijks Hogere Burgerschool.
In 1908 werd de school een rijksinstituut. Dit i.v.m. de te zware
lasten voor de gemeente. Er werd toen besloten tot nieuwbouw.
In 1911 werd het nieuwe gebouw in gebruik genomen. Het werd gebouwd
onder architectuur van de heer J.H.L. van Dorp te Amsterdam. De
supervisie lag bij de rijksbouwmeester J.A. Vrijman.
Het gebouw is in 20e eeuwse (neo-)renaissance stijl gebouwd. Dit
is zichtbaar aan de ornamentiek die de ontwerper heeft gebruikt.
De grondvorm is een U-vorm. De hoofdvleugel vormt het verbindende
deel. Het gebouw is beeldbepalend in de omgeving. De conciërgewoning
is in dezelfde stijl gebouwd, maar heeft Jugendstiltrekken.
De wandeling begint bij de Oosterpoort. Hierna gaat het naar de
Draafsingel en linksaf naar de Venenlaan. Bij de Venenlaan rechtsaf.
Na de hofjes linksaf naar de Pieter Florisstraat, J.P. Coenstraat,
Johan Messchaertstraat, Kruitmolenstraat, Eikstraat, Draafsingel.
Hier eindigt de wandeling.