Het orgel is in 1881 gebouwd door L. van Dam te Leeuwarden. In de jaren 1930 is het orgel opnieuw geïntoneerd, dit als gevolg van de toenmalige stroming om meer
barokklank in het orgel te brengen. In 1974 is een orgelventilator aan het orgel aangebracht ter vervanging van de orgeltrapper. Kort na
ingebruikname van de gerestaureerde kerk met centrale verwarming bleken de windlagen niet
bestand te zijn tegen de droogte. Er ontstonden lekkages, waardoor het orgel onbespeelbaar werd.
In 1975 besloot de kerkvoogdij het orgel te laten restaureren in zijn oorspronkelijke vorm van voor 1930.
Het orgel heeft twee klavieren en aangehangen pedaal. Het bedrijf van de
Leeuwarder orgelbouwer Van Dam was bekend in Noord-Holland. Noord-Holland was, na het eigen
Friesland, het grootste afzetgebied voor Van Dam. Maar liefst 29 orgels
werden door Van Dam in Noord-Hollandse kerken geplaatst, allemaal gebouwd volgens een vast
patroon. Toch heeft ieder orgel in de details van de intonatie een specifiek eigen gekregen. Hierdoor
kon de goede luisteraar horen dat het een "Van Dam-orgel" was, maar ook wèlk orgel het was.
In 1881 werd het orgel in Zwaag opgeleverd. Het bevat 17 registers, over hoofd- en bovenwerk
verdeeld. Het onderhoud was in eerste instantie in handen van Van Dam zelf, maar toen deze in 1926
het bedrijf verkocht, werd het onderhoud voortgezet door de firma Bergmeijer uit Woerden, die het
orgelbedrijf van Van Dam kocht. In 1946 ging het orgel in onderhoud bij D.A. Flentrop uit Zaandam.
Deze was ook verantwoordelijk voor de intonatiewijziging die het orgel onderging. Het orgel had,
aldus Flentrop, een te stugge en scherpe intonatie. Het orgel werd daarom door Flentrop in een meer
barokke sfeer geïntoneerd. Ook waren er voorstellen van Flentrop om de Salicet 4' van het bovenwerk
te vervangen door een Quint 3 voet. Dit laatste is niet doorgegaan. Sindsdien klonk het orgel toch niet
echt zoals men wilde: een orgel met een romantische dispositie en een barokke intonatie.
Het ging snel bergafwaarts met het orgel toen in 1974 de centraleverwarming in de kerk werdaangebracht.
Het orgel was uiteindelijk in 1975 totaal onbespeelbaar door het klemmende mechanieken de gescheurde
windladen en de vele lekken.
In 1975 werd het orgel gedemonteerd en gerestaureerd door de firma Vermeulen uit Alkmaar. De
pijpen werden hersteld en schoongemaakt. De oxidevlekken van de frontpijpen werden verwijderd, de
gescheurde windladen gedicht, en een windmotor toegevoegd. Daarbij bleef de
oorspronkelijke magazijnbalg mèt schepbalgen intact, waardoor het orgel nog steeds door een
orgeltrapper getreden(van wind voorzien) kan worden. Tenslotte werd het orgel teruggeïntoneerd
in de oorspronkelijkeintonatie, waardoor het orgel weer als een "Van Damorgel" klinkt.
Heden is het onderhoud weer bij Flentrop, die het van Vermeulen overnam, nadat deze in 1986 failliet ging.
De dispositie van het orgel is als volgt:
Hoofdwerk (C-g3)
Bourdon 16'
Prestant 8'
Holpijp 8'
Violon 8' disc.
Octaaf 4'
Roerfluit 4'
Quint-Prestant 2 2/3
Octaaf 2'
Cornet III sterk
Trompet 8'bas
Trompet 8'disc.
Bovenwerk (C-g3)
Salicionaal 8'(c0-g3)
Viool di Gamba 8'
Roerfluit 8'
Salicet 4'
Fluit Travers 4'
Gemshoorn 2'
Klarinet 8'
tremulant bovenwerk
Pedaal (C-d1)
Aangehangen