Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

St. Ceciliakapel

Bouwgeschiedenis en architectuur

De kapel-algemeen

De kapel bestaat in haar grondvorm uit een eenvoudig gothische, bakstenen zaalkerk zonder steunberen. Uitwendig meet de kapel ±28x10m. De oostzijde (koorzijde) is afgesloten door een driezijdige koorafsluiting, waarvan de onderhelft sinds 1847 niet meer aanwezig is. Aan de westzijde sluit de kapel met een rechte gevel af. De beide langsgevels zijn opgedeeld in zeven balkentraveeën. Elke travee bevatte oorspronkelijk een spitsboogvenster. De huidige ramen in de vensters dateren uit de negentiede eeuw. Ter plaatse van de 3 meest westelijke traveeën bevond zich een nonnengalerij over de gehele breedte van de kapel.

De noordgevel

De grens tussen de nonnengalerij en de voorkerk is aan de noordgevel (Nieuwsteegzijde) gemarkeerd door een lichte steunbeer of pilaster. Deze is waarschijnlijk in 1860 aangebracht.

De lichte, enige steunbeer of pilaster aan de noordgevel op de scheiding van nonnengalerij en voorkerk
De lichte, enige steunbeer of pilaster aan de noordgevel op de scheiding van nonnengalerij en voorkerk

De afzaten (onderdorpels) van de drie vensters van de nonnengalerij, in zowel de zuid- en noordgevel, bevonden zich echter ±80cm hoger dan die van de vier vensters van de voorkerk. De afzaten rusten op een zandstenen waterlijst. De afzaten van de vier vensters in de noordgevel van de voorkerk zijn naderhand op gelijke hoogte gebracht als die van de nonnengalerij, waardoor de waterlijst nu een rechte doorgaande lijst vormt. Net onder de plaats van het begin van de later aangebrachte doorgaande waterlijst, bevond zich voor de leken een toegangspoortje voorzien van een korfboogje. Dit poortje heeft Paulus Jolly weergegeven op een tekening in de eerste helft van de negentiende eeuw.
Tevens is hier de zandstenen waterlijst vervangen door een bakstenen. In de zuidgevel is de oorspronkelijke lijst met dus de verspringing (knik) in de waterlijst ter plaatse van de overgangn van nonnengalerij naar voorkerk voor een groot deel nog wel aanwezig.

Eén der twee metseltekens in de noordgevel
Eén der twee metseltekens in de noordgevel

Het metselwerk ter plaatse van de nonnengalerij is grotendeels nog oorspronkelijk. Het metselverband hier bestaat uit het kruisverband en met een klezoor (kwartsteen) grenzende aan de negge van de vensters. Bouwsporen, o.a. een duidelijke loodvoegstructuur tussen de tweede en derde travee vanaf het koor, kunnen wijzen op een vroegere blindnis.
De huidige niet oorspronkelijke twee vensters onder de nonnengalerij met daartussen een toegangsdeur zijn aangebracht in 1854.
De twee muurdammen tussen het eerste en derde venster boven de druiplijst ter hoogte van de voormalige nonnengalerij, bevatten elk een z.g. metselteken opvallend door een afwijkende kleur van de steen.

 

Het andere metselteken in de noordelijke gevel
Het andere metselteken in de noordelijke gevel

Ook de zuidgevel (binnentuinzijde) toont twee van dergelijke merken. Voor de juiste betekenis en herkomst van zulke tekens in vooral middeleeuwse gebouwen verkeerd men heden nog steeds in het ongewisse. De tekens doen denken aan runentekens als relict uit de nog voor-christelijke Germaanse tijd. Het zou kunnen gaan om een zinnebeeldige betekenis nog uit een restant van bijgeloof, die vormen van rampspoed of ander onheil zouden kunnen weren.