Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Metaalwarenfabriek Scholten

Sociale verhoudingen

Het verschil tussen de blauwe en witte boorden was in de eerste helft van de vorige eeuw veel groter dan nu. Tegelijkertijd waren de verhoudingen tussen directeur en personeel persoonlijker. Eerste polijster Kruisdijk herinnert zich in 1960 Gerrit Scholten nog heel goed: "hij werkte zelf voortdurend mee. Ik was de zeventiende werknemer. De bloempotten die wij maakten vlogen weg. We maakten ook grote koperen melkbussen, die we alleen staande konden polijsten. (...) We werkten 66½ uur per week. Met de Kerstdagen kregen we een bon voor 20 pond spek en vet en dat konden we in die tijd best gebruiken". En een tijdgenoot van hem: "de uitbetalingen geschiedden door hem persoonlijk. Het geld kwam uit de vestzak. Als een werkstuk niet goed was, vertrapte hij het voor je voeten". 3) Het loon van een volwassene bedroeg toen 18 tot 20 cent per uur.
De bij lezers van Oud Hoorn bekende Chiel van der Zel (1920-2007), die in 1947 in dienst kwam, vertelde in een programma van Radio Hoorn uit 1995 dat er bij de wekelijkse uitbetaling een schragentafel in de fabriek werd neergezet, met een geldkist waaruit iedereen zijn loon kreeg. De oudste als eerste, de jongsten stonden achteraan.
Gerrit Scholten was de eerste Hoornse werkgever die zijn werknemers vakantie gaf. In 1909 ging heel het bedrijf drie dagen dicht. In 1930 duurde de vakantie zes dagen, wat neerkwam op een hele werkweek. Hij was ook de eerste die met het personeel een dagje op stap ging, het zogenaamde personeelsuitje.

Personeelsuitje Scholtens Metaalwarenfabriek 1930
Personeelsuitje naar Bergen, 1930

In 1930 bij het 70-jarig bestaan ging het hele bedrijf naar Bergen.
Mensen bleven in die tijd gemiddeld lang bij één werkgever werken: in 1960 waren er elf mensen geweest die vijftig jaar of langer bij Scholten hadden gewerkt (inclusief mijn grootvader), en dertien mensen die er veertig tot vijftig jaar in dienst waren geweest, onder wie mijn overgrootvader.
Het bedrijf groeide nog steeds; in 1914 waren er dertig mensen in dienst. Tot 1918 was er geen kantoorpersoneel, de administratie werd gedaan door de directeur en zijn zuster Mijntje Scholten. De familie had tot dan toe achter de winkel op nr. 9 gewoond, maar verhuisde nu naar Nieuwstraat 20. De vrijgekomen ruimte werd administratiekantoor, waar de medewerkers - enkel heren - achter lessenaars stonden te werken.


Een later personeelsuitje naar Bergen, in de periode 1945 - 1955

3) Personeelsblad De Schakel, jubileumnummer Levenslustige Honderdjarige, augustus 1960.