De gevel is samengesteld uit baksteen en Bentheimer zandsteen. Lagen baksteen en natuursteen van gelijke dikte wisselen elkaar af. Bij de aanzet van de gedrukte segment- of korfboogvormige poortboog gaan de natuursteenbanden over in blokken afgewisseld met metselwerk. De banden en blokken natuursteen tonen als sierbewerking bladmotiefjes in diep-reliëf. De zwikken tonen loofwerkmotiefjes.
De zwikken met loofwerkornamentiek.
Op de sluitsteen is een leeuwenmasker uitgehouwen.
De poorttoegang wordt geflankeerd door een pilasterstelling in toscaanse trant met hoge gemetselde
voetstukken (piëdestals) zonder versiering.
De linker pilaster met voetstuk (piëdestal).
Op de pilasters rust het hoofdgestel met bakstenen fries. Dit fries toont een rolwerkcartouche met “Anno” en een met “1578”, alsmede drie wapenschilden. Het middelste schild met het wapen van de Spaanse koning Filips II, de door Hoorn in 1578, bouwjaar van de poort, toen niet meer erkende toenmalige hoogste gezagsdrager. Het linker wapen is van Prins Willem I en het rechter met de leeuw van het graafschap Holland. Het blazoen van de laatste twee schilden zijn afgehakt bij de instelling van de Bataafse Republiek in 1795. Later zijn zij in geschilderde vorm weer aangebracht.
Het wapen van koning Filips II en het wapen van Prins Willem I.