De poortdoorgang wordt overwelfd door drie verschillende, gedrukte netgewelven.
De drie netgewelven van de poort.
Zij worden gescheiden door korfboogvormige scheibogen. De aanzetten van de hoekribben van de gewelven rusten op versierde kraagstenen ter plaatse van de aanzetten van de scheibogen.
Eén der kraagstenen waar de constructie van de gewelven op rust.
In elk der binnenzijden van de twee noordelijke traveeën is een wachters- of wijknis uitgespaard. Beide poorttoegangen zijn afsluitbaar met zware eiken deuren, van welke de westelijke gedeeltelijk voorzien zijn van houten rasterwerk.
Eén der eiken deuren met rasterwerk en in de muur een wijknis.