Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Het Claas Stapelshofje aan het Munnickenveld

De toegangspartij van het hofje

Het Latijnse poortje met ijzeren hek als toegangspartij.
Het Latijnse poortje met ijzeren hek als toegangspartij.

Hoe de oorspronkelijke poort eruit heeft gezien is niet bekend. Wel dat er waarschijnlijk een houten toegang met een schutting het hof van de openbare ruimte afsloot. De poort zelf zou overdekt kunnen zijn geweest en afsluitbaar door een deur. In 1853 is deze houten afsluiting door een ijzeren hekwerk waarschijnlijk vervangen. In 1954 is het huidige natuurstenen renaissance toegangspoortje toegevoegd. Dit wordt het z.g. Latijnse poortje genoemd, dat oorspronkelijk afkomstig is van de Hoornse Latijnse school. De link “Het Latijnse Poortje” vertelt hier meer over.

Het wapen van Hoorn in het fronton van het poortje.
Het wapen van Hoorn in het fronton
van het poortje.
Het leeuwenmasker op de sluitsteen van de boog van het poortje.
Het leeuwenmasker op de sluitsteen van de
boog van het poortje.

Watervoorziening

Er zijn geen gegevens bekend in de geschiedenis van het hofje, die wijzen op een gemeenschappelijke vrijstaande pomp, zoals dat vaak het geval is in een hofje. Slechts een eenvoudige nog bestaande z.g. keukenpomp op de hoek van de zuidelijke gevel en een gelijke tegen de oostelijke gevel getuigen hier nog van de gebruikte pompen. Een gemetselde toegang van ± 40x40cm, boven het maaiveld uitstekend, afgedekt door een natuurstenen plaat voorzien van een aker- of emmergat met metalen deksel, eveneens nabij de zuidelijke gevel, duidt op de aanwezigheid van een ondergrondse gemetselde waterbak of -kelder. Deze (hemel-)waterkelders, waarop de pompen waren aangesloten, werden voorzien van water van de daken via regenpijpen.

De toegang tot de waterkelder, waarop de de gevelpomp van de zuidelijke gevel is aangesloten.
De toegang tot de waterkelder, waarop de
gevelpomp van de zuidelijke gevel is
aangesloten.
De pomp in de gevel van de oostelijke zijde.
De pomp in de gevel van de oostelijke zijde.
Tekst en fotografie: H. Overbeek.