Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Vereniging Oud Hoorn - Actualiteit

Verdien ik een standbeeld?   (27-09-2022)

kinderen Na het doorslaande succes van vorig jaar met het programma "Held of Schurk" organiseert Vereniging Oud Hoorn op 4, 6, 11 en 13 oktober voor de groepen 7 en 8 van de basisscholen een geschiedenisles op locatie. Dit maal is de vraag: Verdien ik een standbeeld?
De inschrijving en planning van de aangemelde en deelnemende scholen is GESLOTEN.

Die les krijgt vorm als een stadswandeling.

De leerlingen ontmoeten in de binnenstad acht historische personen uit de Coenstad. Die vertellen, op een passende locatie, kort wat hun ‘gouden’ bijdrage was aan de zeventiende eeuw. Hun concrete vraag: “Verdien ik een standbeeld?” Wie gaan ze ontmoeten?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

    

  1. De moeder van een van de scheepsjongens van Bontekoe. Haar man is omgekomen op zee. Ze moest voor zichzelf en vier kinderen de kost verdienen. Haar oudste zoon moest ook geld verdienen. Maar dat lukte niet zo goed. Hij wilde naar zee en mocht met schipper Bontekoe naar de Oost (1618). Hoewel hij nog heel jong was.(12 jaar)  

 

  1. Pieter Florisz (1606-1658)                                              

Hij was schipper. Wegens gebleken moed werd hij uiteindelijk vice-admiraal van het Noorderkwartier. Het kantoor van de Admiraliteit was  in Hoorn. Tegenwoordig is dat zoiets als de marine.  Hij moest als admiraal naar  Zweden om te zorgen dat een belangrijke haven vrij toegankelijk zou blijven. Zodat de Nederlandse schepen daar hun graan konden blijven halen. Ook moest hij naar Denemarken, waar de Zweden de Sont wilden afsluiten. Tijdens die zeeslag is hij gesneuveld.

 

3. Weeshuismoeder

In het weeshuis woonden wezen en half-wezen. De “moeder” zorgde voor ze. Ze moesten een uniform dragen, zodat ze op straat herkenbaar waren.  Er moest hygiënisch gewerkt worden zodat de kinderen niet ziek zouden worden. Ze leerden van alles, oa lezen. De kinderen werden opgevoed in “Gehoorzaamheid, Eerbied en Dankbaarheid”. Veel weesjongens gingen later op een VOC-schip werken.

(schooltv.nl jacob-gaat-varen)

 

  1. Theodorus Velius. (1572 – 1630)

Hij heette eigen Zeilenmaker. Hij bleek heel goed te kunnen leren en ging naar de universiteit.  Hij deed twee studies tegelijkertijd. Hij werd arts in Hoorn en hij schreef de geschiedenis van de stad Hoorn. Dat boek werd steeds herdrukt en is nu nog steeds van belang om kennis over Hoorn te vergaren.

De naam Zeilenmaker werd  “gelatiniseerd” in Velius. Daarmee liet je zien dat je een belangrijk iemand was .

 

  1. Hadrianus Junius. (1511 – 1575)

Hij heette Adriaan de Jonghe. Hij werd geboren in Hoorn in de Kerkstaat. Ook zijn naam werd aangepast in het Latijn. Hij kon heel goed leren en studeerde aan verschillende universiteiten in Europa. Hij werd doctor in de medicijnen. Hij sprak ook 7 talen en werkte aan vertalingen van belangrijke boeken. Junius werd persoonlijk arts van de koning van Denemarken. En later arts van Willem van Oranje.

 

  1. Jan Albertsz Rotius (1624 – 1666)

Hij heette eigenlijk Rootjes. Maar ook zijn naam is “gelatiniseerd”.  Hij was kunstschilder. En hij schilderde vooral portretten. Het beroemdst is hij geworden door de schuttersstukken die in de Schutterijzaal in het West-Fries museum hangen. Hij wordt “De Rembrandt van Hoorn” genoemd.

 

  1. Pieter Jansz. Liorne (1561 – 1620)

Hij was een belangrijk man in Hoorn. Hij was wethouder en ook burgemeester. En hij hield zich  bezig met handel en scheepvaart. Het bekendst is hij geworden door de uitvinding van het Fluitschip. Een belangrijk schip met een brede buik en een smal dek. Bij de Sont in Denemarken moest tol worden betaald. Hoe groter het dek, hoe meer tol. Het fluitschip hoefde dus weinig tol te betalen, en kon (door de grote buik) veel vracht vervoeren.

 

  1. Vroemoer (1615)

Een vroedvrouw werd vroemoer genoemd. Dat betekent “wijze moeder”. Ze werd aangesteld door het stadsbestuur om te helpen bij de geboorte van baby,s in de armste gezinnen. Ze gaf goede raad over wat een aanstaande moeder in huis moest hebben. Bij de bevalling werd de vroemoer geroepen en zij leidde de bevalling. Na de geboorte ging ze nog regelmatig langs om te kijken of alles goed ging met moeder en kind.

 

 

Nieuwsarchief