Vereniging Oud Hoorn - Actualiteit

PvdA Noord-Holland stelt schriftelijke vragen aan College van Gedeputeerde Staten. Herstel van de Westfriese Omringdijk moet cultuurhistorisch verantwoord gebeuren. Dat stelt de PvdA-fractie in Provinciale Staten van Noord-Holland in reactie op herstelwerkzaamheden van het hoogheemraadschap. Omdat de PvdA zich zorgen maakt of dit wel overal gebeurt hebben PvdA-statenleden Greet Blokker en Ed Wagemaker schriftelijke vragen gesteld aan het College van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.

De Westfriese Omringdijk is een 126 kilometer lange dijk, ontstaan door de koppeling van een groot aantal korte dijken in de regio West-Friesland. De Omringdijk loopt via de steden Enkhuizen, Hoorn, Alkmaar, Schagen en Medemblik en omringt het oude gewest Westflinge, dat tegenwoordig bekend staat als West-Friesland. De geschiedenis van de dijk gaat ver terug: in stukken van rond 1250 wordt het bestaan van één ringdijk om West-Friesland voor het eerst vermeld.

Het Hoogheemraadschap Uitwaterende Sluizen is druk doende de dijk op het juiste waterwerend niveau te brengen. De PvdA is echter bezorgd over de manier waarop dit op sommige plekken gebeurt. Zo wordt de dijk hier en daar verbreed voor autoverkeer. Bovendien worden soms niet de historisch verantwoorde zogenaamde noordse stenen gebruikt, maar fabrieksmatige gelijkvormige basaltonblokken. PvdA-statenlid Greet Blokker: "De Westfriese Omringdijk is een provinciaal monument. Herstel en veranderingen van de dijk dienen daarom altijd op een cultuurhistorisch verantwoorde manier te gebeuren. De gelijkvormige basaltonblokken passen daar niet bij. Wij willen daarom van Gedeputeerde Staten weten waarom hiervoor is gekozen".

Behalve bedreigingen ziet de PvdA echter ook kansen in de herstelwerkzaamheden. Tegelijk met herstel van de dijk zou ook het cultuurhistorische karakter van de dijk versterkt kunnen worden. Blokker: "Daar waar een gedeelte van de Westfriese Omringdijk, de Schellinkhouterdijk, Hoorn vanuit het oosten binnenkomt, bestaat de mogelijkheid werk met werk te maken. De dijk moet ook daar waterwerend worden gemaakt door ophoging. Dat betekent tevens werkzaamheden aan de parallel lopende Willemsweg, de ontsluitingsweg van Hoorn, die op de Schellinkhouterdijk aantakt. Ter plekke zou het karakter van de historische dijk versterkt kunnen worden door een T-aantakking te realiseren. Bovendien wordt dan ook de snelheid uit het verkeer gehaald. Dit en de verwijdering van een paar bomen zal de Westfriese Omringdijk in volle glorie terugbrengen naar het oorspronkelijke beeld en tracé".

De vragen:

1.       De Westfriese Omringdijk is een provinciaal monument. Vindt u met ons dat het de taak van de provincie is om de dijk te koesteren en elke afbreuk aan de monumentaliteit te bestrijden?

2.       Op welke wijze controleert u veranderingen en aanpassingen aan de historische dijk?

3.       Bent u het met ons eens dat bij herstel of veranderingen aan de dijk getracht moet worden de historische monumentaliteit te versterken.

4.       Bent u het met ons eens dat geld niet doorslaggevend mag zijn bij het handhaven van de monumentaliteit?

5.       Was u op de hoogte van de toepassing van fabrieksmatige basaltonblokken? Wat is uw oordeel over deze toepassing?

6.       Op welke plekken worden deze basaltonblokken toegepast en waarom?

7.       Is er overleg geweest over het gebruik van deze blokken tussen de uitvoerende partij het Hoogheemraadschap en de toezichthoudende provincie?

8.       Zo nee, waarom niet en zo ja, hoe heeft dit overleg plaatsgevonden en wat waren de resultaten daarvan?

9.       Door de dijkversterking, de verzwaring, maar ook de aansluitingen van wegen verandert de dijk hier en daar van karakter (zie inleiding). Op welke wijze wordt gebruik gemaakt van de gelegenheid om de monumentale dijk op de betreffende plekken in monumentale kwaliteit te versterken?

10.   Hoe is het toezicht hierop geregeld en wie is de eindverantwoordelijke?

11.   Onderneemt u in die richting initiatieven of ondersteunt u pogingen van het Hoogheemraadschap hiertoe?

12.   In hoeverre is er geld beschikbaar om de kwaliteit van het monument Westfriese Omringdijk te handhaven of te verbeteren?