Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

De Hoofdtoren van Hoorn

De voorgevel

Aanzicht vanuit het westen (stadszijde) gezien.
Aanzicht vanuit het westen (stadszijde) gezien.

Algemeen

Door zijn rechte of vlakke gelede bouw in gedetailleerd baksteenwerk vormt de voorgevel een architectonisch boeiende tegenstelling met de eenvoudige, doelmatige, ronde bouwvorm van het natuurstenen verdedigingsgedeelte. Zeker nog voor 1651, toen de voorgevel nog eindigde in een trapgevel. Toen kwamen er in plaats van de treden de huidige gladde natuurstenen geveldeklijsten met aanzetkrullen en op elk der lijsten een hogelvormig ornament.

De aanzetkrul van de gladde daklijst die de oorspronkelijke trapgevellijst heeft vervangen.
De aanzetkrul van de gladde daklijst die de oorspronkelijke trapgevellijst heeft vervangen.

Ter vervanging van de top kwam een friesvormig bouwdeel, voorzien van een afbeelding van twee leeuwen, met daarboven uitrijzend een lantaarn (open daktorentje).
Over de gehele voorgevel lopen enige horizontale natuursteenbanden (speklagen); de hoeken van de gevel zijn afgezet met natuurstenen blokjes.
De voorgevel kan men in drie geledingen verdelen:

De begane grond

Deze toont een kordonplint van ongeveer 1m hoog, waar ongeveer in het midden, omlijst door natuurstenen stijlen en dito korfboog, zich de hoofdingang bevindt. De toegang wordt beiderzijds geflankeerd door een zogenaamd kloostervenster en op de boog bevindt zich een natuurstenen tweelichtsvenster. Verder rechts van de toegangspartij, op gelijke hoogte met dezelfde grootte van de zo-even genoemde vensters, bevindt zich nog en kloostervenster. De onderste helft van dat kozijn is echter van eikenhout. Segmentboogjes voorzien van natuurstenen blokjes als ontlastingsboogjes dekken de vensters af. Bij het meest rechter venster dekt het boogje de boogtrommel af. Juist onder de overgangstoot van de meest linker driepas van het uit driepassen bestaande fries naar de belendende driepas toont zich nog een enkellichtsvenster.

De toegangspartij in de voorgevel.
De toegangspartij in de voorgevel.

De geleding wordt afgesloten met een fries bestaande uit driepassen. Deze friesvorm is waarschijnlijk een 19e eeuwse vervanging van een vorige boogfries.

Het fries bestaande uit driepasboogjes.
Het fries bestaande uit driepasboogjes.

De eerste verdieping

Deze als tweede geleding toont twee natuurstenen kruisvensters met luiken rustende op de natuurstenen druiplijst boven het driepasbogenfries. De neggen van de vensters, alsmede de segmentboogjes van de vensters bevatten natuurstenen blokjes. Tussen deze vensters is een op een blind venster gelijkend natuurstenen omlijsting in gotische trant met een driepas als boogvorm aangebracht. Een druipsteenlijst boven de kruisvensters markeert de tweede verdieping.

De tweede verdieping

De hoeken van deze verdieping als derde geleding vormen zeshoekige pilasterachtige uitmetselingen. De geleding toont vervolgens vier door luiken gesloten vensters. Direct boven deze venstertjes toont nog een fries van rondboogjes, waar in het midden een ronde, pilastervormige sokkel in siermetselwerk, een tweede lichtbaken draagt, bekroond met het enigszins overwelfde Hoornse wapenschild en een eenhoorn als schilddrager.

Het lichtbaken met het wapenschild van Hoorn in de voorgevel.
Het lichtbaken met het wapenschild van Hoorn in de voorgevel.

De geveltop

Ter weerszijde van de lichtkooi bevindt zich een kloostervenster met een van blokjes voorzien segmentboogje. Juist boven deze vensters is nog een eenlichtsvenster met een geblokt segmentontlastingsboogje, dat aan beide zijde geflankeerd wordt door een zogenaamd ossenoog-venster (oeil de boeuf). Daarboven een jaartallint met de getallen 1532 en 1651. Een friesvormig deel als afsluiting van de gevel toont twee afbeeldingen van naar elkaar toegewende leeuwen met tussen hen in een grote bol.
Daarbovenuit reikt tenslotte de lantaarn.

De huidige geveltop met leeuwen, jaartallint en blinde oeils-de-boeufvensters (ossenoog).
De huidige geveltop met leeuwen, jaartallint en blinde oeils-de-boeufvensters (ossenoog).