Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Pool's tabaksfabriek

Filiaal en pakhuis

Zoals al gezegd werd, in 1910 is in Amsterdam een filiaal gevestigd op N.Z. Voorburgwal 110. Het filiaal werd geleid door zoon Dirk Ruyter en het fungeerde voornamelijk als agentschap en grossierderij voor de producten van het moederbedrijf. Men verkocht er de door Hoorn geleverde waren in partijen door aan derden. Blijkbaar zijn de resultaten op de lange duur niet overtuigend, augustus 1932 wordt het filiaal opgeheven. Dirk komt niet meer terug in het bedrijf.
Acht jaar later, in 1940 wordt er nogmaals een filiaal opgestart, dit keer aan de Prinsengracht, nr. 418. De leiding komt dan in handen van J.J.E.M. Hoelen, geb. Arnhem, 30 maart 1890. Beheerder Hoelen krijgt volgens de omschrijving in het handelsregister de taak "zich te belasten met de verkoop van tabak en tabaksproducten voor het rayon Amsterdam". Negen jaar later, eind december 1949, wordt ook dit filiaal opgeheven.

Pakhuis Pool aan de Nieuwendam
Tabakspakhuis van Pool aan de Nieuwendam

De groei van het bedrijf door de vergroting van het afzetgebied, maakt het noodzakelijk om de voorraden tabak zonder tussenkomst van een veembedrijf dicht bij het bedrijf te kunnen opslaan. Om dat te kunnen realiseren wordt in 1923 op de Nieuwendam een kaaspakhuis aangekocht (nr. 11).

Na een forse verbouwing door aannemer P.J. Blauw, wordt het pand in gebruik genomen als tabakspakhuis. Vanaf dat moment kunnen er duizenden tabaksbalen afkomstig uit Kentucky, Virginia, Java, Sumatra, en Cuba dicht bij de fabriek worden opgeslagen.Enkele jaren na de bouw van het pakhuis koopt Nico Ruyter het naast het nieuwe pakhuis gelegen perceel Nieuwendam 12. Het daar aanwezige pakhuis wordt gesloopt en er wordt op het perceel een woning gebouwd. Architect is H.J. Cramer die ook al tekende voor Nieuwendam 11. Vooral de woning, "l épine", is vormgegeven in strakke lijnen en blokken en is daarmee een goed voorbeeld voor de bouwstijl uit de jaren twintig.

Samen met vrouw Albertina Lefèvre en hun in Vlissingen geboren 6 jarige dochter Cora Catharina verhuist Nico Ruyter in 1928 van de Drieboomlaan naar de nieuwe woning op de Nieuwendam.
Het gezin blijft er wonen tot 1941 het jaar waarin Nico Ruyter overlijdt.

Van 11 december 1942 tot 11 september 1944 wordt de woning in gebruik genomen door de Duitse Weermacht.

Tekening pakhuis aan de Nieuwendam
Tekening pakuis aan de Nieuwendam

Later in 1947 zal de bovenverdieping van het pakhuis, Nieuwendam 11, worden verbouwd tot woning voor de dochter van Piet Ruyter. Ze gaat er wonen met haar man Engelbertus Kortebos, zoon van oud chirurg Kortebos. Het verbouwen van de bovenverdieping was in verband met de in de jaren na de oorlog heersende woningnood een in dit geval voor de hand liggende oplossing. Vanwege de grondstoffenschaarste tijdens en vlak na de oorlog was het grote pakhuis voor een deel overbodig geworden.