Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Pool's tabaksfabriek

Familiebedrijf

Van streekgebonden bedrijf groeit het bedrijf langzaam uit naar een onderneming met afzetmogelijkheden in meerdere steden en dorpen in het land. Behalve het toenemen van het afzetgebied is het toetreden van enkele van Jacob Ruyter's zonen tot het bedrijf een belangrijke reden voor de mogelijkheden tot de groei.

Tweede zoon Pieter is de eerste die zich tot het bedrijf aangetrokken voelt. Om zich in het vak te bekwamen vertrekt hij als 17 jarige naar Gouda voor een stagejaar bij een met Pool vergelijkbaar tabaksbedrijf. Na zijn stagejaar verhuist Pieter in 1909 weer naar Hoorn en wordt als tabakskerver in het bedrijf opgenomen.

Dirk, de derde zoon, lijkt aanvankelijk niet veel ambities te hebben om in het bedrijf werkzaam te zijn, maar met de opzet van een filiaal in Amsterdam wordt ook Dirk bij het bedrijf ingelijfd. Maart 1910 vertrekt hij naar Amsterdam waar hij de leiding krijgt over het aan de N.Z.Voorburgwal 110 gevestigde filiaal.

Nico Ruyter
Nico Ruyter

Jongste zoon, Nico, voelt in eerste instantie ook niet veel voor het tabaksvak en vertrekt 30 oktober 1911 naar Vlissingen waar hij aanmonstert als stuurman bij de koopvaardij. Veel later, pas in 1924, als hij voor de koopvaardij vanwege oogproblemen wordt afgekeurd keert hij met vrouw en dochter vanuit zijn woonplaats Amsterdam terug naar Hoorn, waarna hij alsnog in de zaak wordt opgenomen.De oudste zoon, Jan is werkzaam bij de Nederlandse Handelsmaatschappij als hij voor dat bedrijf in 1914 naar Batavia wordt uitgezonden. Jan is de enige zoon die niet in het bedrijf terechtkomt. Hij belandt uiteindelijk in China, waar hij ook zal overlijden.

Zoals gezegd groeit het bedrijf, de zaken gaan goed, en als in 1919 het pand Achterom 54 waar tot dan de "koppendraaierij"(houten mallen voor het maken van kazen) van dhr. Bergkamp gevestigd was te koop komt, wordt het pand voor het bedrijf aangekocht.
Het pand Achterom 60 (Grote Noord 55 rood), wat tot dan werd gebruikt voor de volledige verwerking van de tabak, wordt vanaf de aankoop van Achterom 54 alleen nog gebruikt voor de kerverij. Voor de inpakkerij wordt een aparte afdeling gecreëerd in het nieuwe pand.

Puntzakjes Pool's tabak
Naoorlogse versie van de puntzakjes van Pool's tabak.

Het scheiden van kerverij en inpakkerij hield in praktijk in dat de tabak na het kerven (snijden) over straat vervoerd moest worden naar het nieuwe pand om daar te kunnen worden afgewogen en ingepakt. In eerste instantie werd de tabak in kisten op de nek lopend naar het nieuwe pand gebracht, later werd een karretje gebruikt. Na het wegen werd de tabak verpakt in bruine papieren puntzakjes of in de grotere witte verpakking met rood opschrift. 
Het afwegen van de tabak voor de puntzakjes en het vullen van de puntzakjes is altijd handwerk gebleven.