Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Vereniging Oud Hoorn - Actualiteit

Europese architectuur   (17-07-2021)

Europese architectuur past na 30 jaar naadloos in Hoornse binnenstad

Kleinschalig: Europese architectuur in Hoornse binnenstad
© Foto Mediahuis / Eric Molenaar
HOORN

Het bijzondere aan het woningbouwproject ’Gasfabriek’ is dat het dertig jaar na de bouw lijkt alsof het er al veel langer staat. Over Deense architectuur in hartje Hoorn.

Jaap van der Hout heeft niet alleen als voorzitter van de vereniging Oud Hoorn een uitgesproken mening over het aparte woonproject, ingeklemd tussen de Gasfabriekstraat, de G.J. Henninkstraat en het Gerritsland. Als een van de Hoornse stedenbouwkundigen kijkt Van der Hout al in 1987 ook met meer dan warme belangstelling wat er allemaal mogelijk is op het voormalige gasfabrieksterrein in hartje Hoorn. Ruim dertig jaar later is dat niet veranderd.

(Tekst gaat door onder de foto)

Jaap van der Hout in de centrale hal: ,,Dit ontwerp paste als een handschoen.”
© Foto Mediahuis/Martin Menger

Goed twee jaar later worden de (bouw)plannen voor het Jeudje al concreter. Begin 1989 worden de kantoren en de oude, statige werkplaats van de gasfabriek gesloopt. In hartje Hoorn ontstaat een gat, maar er komt een bouwplan voor in de plaats. En wel een Deens ontwerp voor de Hoornse binnenstad met Europese allure. Begin 1991 opent prins Claus het project Gasfabrieksterrein officieel. Dertig jaar na dato wonen de mensen nog steeds met veel plezier in een aparte, mooie plek in de binnenstad.

Uitgewoond

Halverwege de jaren tachtig. Er moet iets met het Gerritsland en later het Jeudje gebeuren. Het is uitgewoond, de oude werkplaats van de gasfabriek staat te vervallen. Natuurlijk komen er dan geluiden om de laatste oude gashouder te beschermen. Maar dat blijkt onhaalbaar. Er worden plannen gemaakt om hier met woningbouw de stad weer een oppepper te geven.

(Tekst gaat door onder de foto)

Kleinschalig: Europese architectuur in Hoornse binnenstad.
© Foto Mediahuis

Dat alles komt in een stroomversnelling wanneer prins Claus het startsein geeft voor de Europese Prijs voor de Architectuur. Dat doet hij nota bene in de Hoornse schouwburg. De uitdaging is op dat moment dat allerlei steden in Europa met potentiële projecten wachten op een goede architectonische invulling.

Het idee is om architecten uit heel Europa naar projecten in andere landen te laten kijken. Het Hoornse gemeentebestuur grijpt de kans op een dergelijke impuls van ’buitenaf’ gretig aan.

Doorsnee

Zo komt het dat het voormalige gasfabriekterrein naar voren werd geschoven. Als er in West-Europa wordt gekeken naar een doorsnee stad. Als het om de bevolking gaat, komt volgens deskundigen Hoorn als het ideale ’doorsnee’ voorbeeld bovendrijven. Eind jaren tachtig blijkt dat ook voor de bouwopgaaf: „We moesten meer huizen bouwen in de stad, maar dan wel op een manier die zou passen bij de schaal van de stad”, blikt Jaap van der Hout dertig jaar later terug.

(Tekst gaat door onder de foto)

De Deense architect Nils Sigsgaard.
© Foto Mediahuis

Eigenlijk worstelt elke Europese stad – groot of klein – met die uitdaging. Er komt zeker interesse vanuit het buitenland voor het Hoornse project. Zeker 27 architecten schetsen hun visie voor de invulling. Een daarvan is de Deense architect Nils Sigsgaard. De man was in zijn eigen land vooral bekend vanwege gewaagde ontwerpen voor scholen en zwembaden. In hartje Hoorn pakte hij uit met een ontwerp voor 53 woningen, verdeeld over een woontoren en een vleugel waar gemeenschappelijke ruimtes voor de huurders zijn toegevoegd.

Schot in de roos

Zijn ontwerp wordt door de jury als beste beschouwd. Bij de juryleden hoorden de toenmalige wethouder Arie Sijm en stedenbouwkundige Jaap van der Hout. „Er was geen twijfel, dit was echt een schot in de roos”, weet Van der Hout nog. „Dit ontwerp paste als een handschoen. Het volgde de rooilijn van de oude bebouwing. En je ziet heel knap dat Sigsgaard heel goed wist waar de omringende steegjes en straten lagen: je ontdekt overal doorkijkjes op de oude stad.”

Wat ook opvalt, is dat Sigsgaard een snufje Deense smaak aan de Hoornse stamppot toevoegde. Gesausde muren, leien daken, metaal, inspringende muurgedeeltes: de vorm en het materiaal is in zekere zin erg on-Hollands. „En toch past het perfect, het hele plan voegt zich moeiteloos naar de binnenstad.” Toegegeven, de vereniging Oud Hoorn was destijds niet echt gecharmeerd van de hoogbouw (vier etages) in de stad. „En toch beseft iedereen nu dat ook dit project in het ’netwerk van de stad’ past”, aldus Van der Hout, tegenwoordig zelf de voorzitter van Oud Hoorn. „Het is echt een aanwinst.”

Kleinbehuisden

Een van de ’eigenaardigheden’ die de Deense architect inbracht, is dat in de flat en in de vleugel aan het water van de Vollerswaal ook gemeenschappelijke ruimtes zijn ingebracht. Hier woon je als huurder dus in een appartement, met een gemeenschappelijke binnenruimte en bijvoorbeeld een grote keuken. De architect vond dat je bijvoorbeeld ook wasmachines als kleinbehuisden best gezamenlijk kon gebruiken. De ruimtes zijn er wel, maar het gebruik is toch meer toegesneden op het gebruik in Hoorn.

(Tekst gaat door onder de foto)

De bouw van het complex, gezien vanaf het water van de Vollerswaal.
© Archieffoto

De huurdersclub gebruikt wel de vergaderkamer op de begane grond. Een van de bewoners van de flat aan de Gasfabriekstraat is Ruud Gollee (69). Hij woont bovenin op de vierde etage en is al 12 jaar in z’n nopjes met de woonruimte. „Het bevalt me hier prima”, vertelt hij. „Niet alleen omdat ik een geweldig uitzicht heb, maar ook omdat het allemaal best prettig is ingericht. Er is een lift, en we hebben later ook een intercom gekregen. Mijn kinderen zeggen nu ook ’pap: je moet hier gewoon nooit meer weggaan’. ”

(Tekst gaat door onder de foto)

Gitta Duinmaijer: ,,Dit is een m’n eigen plek, in een apart complex.”
© Foto Mediahuis/Martin Menger

Hoornse lol onder Deens dak

Een modern, kunstzinnig en bij vlagen pimpelpaars interieur en een bewoonster die er van meet af aan woont: Gitta Duinmaijer (90) wil voor geen goud weg uit haar huisje in de binnenstad.

Hier is sprake van Hoorns woonplezier en lol, maar dan in Deens design. „Volgens mij zijn Peter Hart en ik de eersten die hier een woning kregen toegewezen”, vertelt de Hoornse. De aanleiding voor Git om te verhuizen was de dood van haar echtgenoot. Het werd tijd voor een nieuwe start, in een huis zonder herinneringen.

Kort en goed: dertig jaar later heeft de bewoonster – met hulp van de zoons – in het ontwerp van Niels Sigsgaard een indrukwekkende collectie nieuwe herinneringen gemaakt. De architect was eigenzinnig, maar deze bewoonster ook. Een traplift is de enige concessie aan de leeftijd, de rest – en zeker het interieur - is hardnekkig eigentijds.

De vormgeving van de huisjes, het hele project? Precies wat mevrouw Duinmaijer graag wilde. „Omdat je van meet af aan in een buurtje woont, waar de mensen elkaar kennen”, vertelt ze. „Veel wandelaars die een rondje door de binnenstad maken, komen hier langs. Omdat het sfeer heeft. Het is net een klein dorp.”

Volgens de kinderen heeft ze ’fantastische buren’ die een oogje in het zeil houden, zodat de 90 lentes jonge Hoornse hier nog steeds fier zelfstandig woont. „Dit is een m’n eigen plek, in een apart complex”, klinkt het tevreden. „Ik vind het geweldig dat jong en oud door elkaar woont.” Intussen is ze het bezorgpakketten-verzamelpunt van de G.J. Henninkstraat geworden.

Weggaan is er dus niet bij voor Gitta. „Dit bevalt mij geweldig. En het verloop onder de huurders is hier na dertig jaar nog steeds opvallend klein, dat zegt ook veel. Sterker nog, volgens mij staan er honderden mensen op de wachtlijst. Ik begrijp wel waarom.”

 
 

 

Nieuwsarchief