Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Vereniging Oud Hoorn - Actualiteit

Architectuur en bouwtempo van de Hoornse nieuwbouwwijken.   (10-12-2020)

baltusSpeurtocht naar architectuur en bouwtempo van de Hoornse nieuwbouwwijken. ’Ze hebben allemaal hun eigen verhaal’.
De stad Hoorn is welbeschouwd een historische kern, omzoomd met nieuwe woonwijken. Ook die nieuwe wijken hebben hun eigen verhaal. Een groepje liefhebbers in de stad is bezig de geschiedenis van de nieuwe schil op papier te zetten. Doel is de bouwgeschiedenis van Hoorn tussen 1950 en 2010 te beschrijven. Het is de periode dat Hoorn niet alleen begint te bouwen voor de eigen groei: het was ook de grote Overloop van de jaren zeventig die ervoor zorgde dat de stad bijna explosief groeide. Een boek dat is omarmd door de publicatiestichting Bas Baltus. Eind volgend jaar komt het op de markt.

Hoorn Noord, een van de eerste grote nieuwe wijken van de stad na de oorlog.
© Foto Archief Oud Hoor
Dat schrijverscollectief bestaat uit Jan van der Heijden, Joost Buchner, Klaas Pit, Jaap van der Hout en Werner Krijgsman. Niet toevallig allemaal oud-ambtenaren van de stad, die op hun manier met die groei te maken hebben gehad.

(Tekst loopt door onder de foto)

De sterflats van de Grote Waal in aanbouw, begin jaren zeventig.
© Foto Westfries Archief

„Het is een bepalend deel van de stadshistorie, en we hebben nu nog de mogelijkheid om met mensen te kunnen praten die daar bij betrokken waren”, stelt Jaap van der Hout.

Zoektocht

De zoektocht naar het stedenbouwkundig spoor van Hoorn voert van de wijk Hoorn-Noord, via de Grote Waal, de Risdam en de wijk Kersenboogerd naar de jongste aanwinst: de wijk Bangert en Oosterpolder. Over die vormgeving wordt verschillend gedacht, stelt Joost Buchner. „Als je kijkt naar de architectuur uit de jaren vijftig en zestig, moet je dat wel beoordelen binnen het kader van de mogelijkheden van die tijd. De middelen waren beperkt, er was weinig financiële ruimte, de materialen waren na de oorlog nog lange tijd schaars. Het was een tijd waarin vooral snel, veel en sober moest worden gebouwd.”

Fris en modern

Vooral in de wijk De Grote Waal, die in de jaren zestig werd ontworpen en neergezet, is de keuze voor ’fris en modern’ zichtbaar. Hier kwamen meer vierkante huizen, en natuurlijk de sterflats. „Er was geen zolder nodig, dat werd beschouwd als luxe”, weet Van der Hout. „Daarnaast, de mensen kregen ook een berging in de tuin. Dat was toen heel modern.”

Het resultaat: ’Bonanzadorp’, een deel van de wijk met woningen met platte daken. „Maar ze hadden ook de durf om die grote sterflats neer te zetten”, weet Buchner.

(Tekst loopt door onder de foto)

In juni 1979 krijgt het echtpaar Posthumus de sleutel van hun huis aan de Houtzaagmolen uit handen van de Hoornse wethouder Arie Sijm (r)
© foto Westfries Archief

Waar Hoorn-Noord ook bedoeld was voor de lokale woonbehoefte, werd begin jaren zeventig het roer omgegooid. Hoorn werd een groeikern, en moest de overloop uit de Randstad opvangen. Het bouwtempo ging fors omhoog. De bouw veranderde ook. Vooral in de beginjaren was er veel te doen omdat er praktisch geen bouwtoezicht was.

In de Risdam ontstond op de tekentafel een buurt als de Paardenweide. De inspraak was halverwege de jaren zeventig nogal experimenteel, en de geplande bewoners - vaak uit Amsterdam - zaten al met elkaar om tafel nog voordat de fundering er lag.

Groeikern

Centraal staat dat de overheid met geldstromen ervoor zorgde dat de groeikernen ook aan de slag gingen. Pas met de komst van de wijk Kersenboogerd komt er een belangrijke kentering. „Er lag eigenlijk een heel mooi plan voor deze wijk”, stelt Van der Hout. „Maar daarna stortte de huizenmarkt in. Dus moest alles anders en vooral goedkoper.”

Hoorn merkte dat aan den lijve toen de overheid de toegezegde bijdrage per wooneenheid plots halverwege de bouw naar benden bracht. „Daarom is het centrumgebied zo eenzijdig gebouwd: de gemeente kon geen kant meer op.”

Tijdgeest

„Maar om dan de Kersenboogerd een armoedige wijk te noemen?”, stelt Buchner. „Dat klopt echt niet. Er zijn later andere delen aangelegd. En dat gebeurde allemaal weer volgens de trends van die tijd. Zo ademt iedere woonwijk of een deel daarvan de tijdgeest. Soms was er geld voor een mooiere architectuur. En soms was die er niet.”

Niet alles is bewaard gebleven over de keuzes die de afgelopen 60 jaar zijn gemaakt. Zo kwam er een meervoudige opdracht aan drie bureaus om tot een keuze voor een stedenbouwkundig ontwerp te komen voor de wijk Bangert en Oosterpolder. „Maar die zijn niet meer terug te vinden”, stelt Buchner spijtig.

Bron: NHD

 

Nieuwsarchief