Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Vereniging Oud Hoorn - Actualiteit

Bij het afscheid van Leo Hoogeveen   (02-05-2014)

oudhoornhoorn

Leo Hoogeveen nam 30 april 2014, officieel afscheid van de Gemeente Hoorn. Naast zijn werk daar is Leo vooral bekend door zijn werkzaamheden voor de Vereniging Oud Hoorn. We kennen hem in verschillende rollen: Bestuurslid, redactielid van het Kwartaalblad, (mede)-auteur van diverse boeken, archivaris etc. Een eenvoudige zoektocht op deze website levert als snel 137 artikelen op waar zijn naam aan verbonden is.
Bij het afscheid van Leo Hoogeveen van de Gemeente Hoorn, op Woensdag 30 april 2014, sprak Egbert Ottens, als voorzitter van Oud Hoorn onderstaande speech uit: In alle eerlijkheid Leo, dames en heren, heeft het mij heel erg verbaasd dat Leo nu pas afscheid neemt. Voor mij was de naam Leo Hoogeveen een soort synoniem voor Oud Hoorn en voor mijn gevoel was hij ook ongeveer zo oud als Oud Hoorn. Ik heb wel eens gedacht dat Leo Oud Hoorn samen met Kerkmeijer heeft opgericht. Immers, bizar: Leo was heel wat eerder erelid van de vereniging dan Kerkmeijer. Leo wist ook alles van en over de vereniging, van het vroegste begin tot vandaag de dag.

Leo Hoogeveen



















Ook de aanstelling van Leo bij de gemeente Hoorn leek net zo tijdloos. Vanaf mijn vroegste kennismaking met de gemeentelijke organisatie was Leo er. ‘Dat moet je aan Leo vragen’, was niet voor niets een heel lang op het stadhuis ingeburgerde frase.

Ik vermoed dat die aanstelling van Leo ook niet beëindigd zou zijn als de gemeente niet voor het nieuwe werken had gekozen. Immers, ziet u het voor zich: Leo op een flexibele werkplek, alleen dat al, en dan met zo’n trolley achter zich aan en steeds zeulend met al zijn kasten en lades? Want wat was Leo zonder die vracht aan documentatie en informatie die hem overal omringde? Waar moest hij een plek vinden? Op zijn kamer moest ik onwillekeurig altijd denken aan de kleermaker uit éen van de korte verhalen waar de Russische literatuur zo rijk aan is, de man voor wie de voorbijschuivende schoenen en laarzen deel van een imaginaire wereld uitmaken, terwijl hij, zittend op zijn kleermakerstafel met de werkelijke werkelijkheid bezig is, de werkelijkheid achter ambtelijk stukken, die volgens de bureaucratische loop der dingen in archieven belanden.

Het einde van Leo’s loopbaan kwam in zicht toen grote delen van het archief van Leo, geen archief in de zin van de wet, maar een collectie van een geheel andere importantie dan zo’n officieel instituut, moest worden overgebracht naar de donkere en vochtige archiefkrochten onder het stadhuis, en toen daarna ook nog eens de jongens en meisjes van de archeologie, die met ondergrondse accommodaties vertrouwd zijn, zijn kamer innamen. Ineens was hij zijn vertrouwde stek, zijn kleermakerstafel, kwijt. Het materiaal dat hij altijd zo zorgvuldig had verzameld verdween in die kale kelder en het leek wel of de zin van zijn bestaan ook daarheen verdween.

De gemeente Hoorn moet worden geprezen dat men een verzamelaar als Leo lange tijd zijn gang liet gaan. Maar we leven nu in een andere wereld waarin aan die andere realiteit minder belang wordt gehecht. No nonsens. Het valt evenwel te hopen dat de collecties die Leo in de loop der tijd heeft opgebouwd niet verloren gaan, dat ook de nakomers inzien wat de waarde daarvan is, zelfs als de Archiefwet – wat weet zo’n wet nou van het be¬grip waarde? – niet dwingend voorschrijft dat alles wat Leo bijeenbracht bewaard moet blijven. Voor toekomstige geschiedschrijvers en onderzoekers heeft Leo, vaak samen met Arie Boezaard, een schat verzameld. Voor hoeveel toespraken van burgemeesters en wethouders en anderen is niet geput uit het materiaal van Leo. Daar kwamen de anekdotes uit die niet in overheidsarchieven te vinden zijn, de verhalen die geschiedenis menselijk, smeuïg en interessant maken.

Leo Hoogeveen
Waar het in het archiefwezen en de Archiefwet om de droge documenten gaat, ging het Leo niet minder om de bijvangst. Die bijvangst toonde de nuances.

Hoe gek een vraag ook was, Leo had altijd een ingang op dat immense bestand, vond altijd een antwoord. Hij wist alles over personen, gebouwen en gebeurtenissen, de geschiedenis van onze mooie stad. En hij kon alles ook nog eens onderbouwen met stukken en artikelen.

Maar ja, zelfs aan Leo’s ambtelijke loopbaan komt een eind. En daarmee ook een beetje aan die wonderlijke relatie in de persoon van Leo, tussen de gemeente Hoorn en Oud Hoorn, waarvan zoveel schitterende publicaties het gevolg waren. Ik noem slechts éen: Huizen, straten, mensen, het boekwerk dat nog altijd uniek in Nederland is. Ik heb, Leo, begrepen dat je nog voor een aantal uren per week doorgaat op vrijwillige basis. Dat zou mooi zijn.

Namens Oud Hoorn bied ik je een cadeau aan. Je woont in de Sterflats, het qua leeftijd jongste gemeentelijk monument, met uitzicht over het Hop. Voor de zeldzame dagen dat de, in de woorden van Jac. P. Thijsse, ‘mooiste baai van Nederland’ zich niet laat zien, is hier een betoverend beeld van Peter de Rijcke.
Leo: veel dank voor wat jij hebt gedaan. Het ga je goed. En ik ben ervan overtuigd: we komen elkaar nog vaak tegen.

Egbert Ottens
30-04-2014

 

Nieuwsarchief