Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Vereniging Oud Hoorn - Actualiteit

Afscheid Henk Zantkuijl   (06-01-2012)

hoornOp 4 januari 2012 heeft de Commissie Welstand en Monumenten afscheid genomen van Henk Zantkuijl. Henk Zantkuijl is na zijn afscheid in 1989 als hoofd van het Gemeentelijk Bureau voor Monumentenzorg te Amsterdam naar Hoorn vertrokken, omdat zijn dochter hier woonde. Toen Arie Boezaard van Henk zijn komst hoorde via Hendrick de Keijser stond hij dezelfde middag bij Henk op de stoep om hem in het bureau en de Monumentencommissie in te lijven.

zandkuijl

De 12 Hoornse poortjes vormen de meest bijzondere klus.
Het bureau Monumentenzorg liep al enige tijd met de wens de Poortjes op te knappen, Henk daagde wethouder Arie Sijm in de Monumenten Commissie uit en Arie Sijm stemde later in met het plan. Vooral het feit dat de Rijksdienst eerst mordicus tegen het idee was de poortjes weer in KLEUR te schilderen en later landelijk deze trend steunde was wel bijzonder. Mooie bijdrage aan de uitstraling van ons erfgoed, zonder Henk Zantkuijl was dat niet zo ver gekomen. Het plan werd gerealiseerd samen met o.a. Rob Crevecoeur, Rob Apell, Max Polman, Arie Boezaard en Joost Buchner. Naast een boek is ook de eerste Monumentenkalender (1997) gewijd aan de poortjes

In de commissie en Welstand en Monumenten werden ook ander “wapenfeiten” naar voren gehaald. Bijvoorbeeld het verwijderen van de witte verf van het plafond van de Cyriacus, het was onbekend dat er zulke mooie schilderingen uit de bouwtijd onder zaten. Ook de betrokkenheid bij de restauraties van Ridderikhoff, St. Jansgasthuis, Statenpoort, enz. passeerden de revue.

Men besprak ook het opvallende dat Henk altijd mee wil denken over plannen, en daarbij veelal wel de modernste van de Commissie blijkt te zijn. Het plan van woontorens op het Visserseiland is daar een mooi voorbeeld van. Henk is echt een "Stadstimmerman" (vroegere naam voor stadsarchitect) en vind bouwen gewoon heerlijk. Bovenal een zeldzaam aimabel mens. De Komende 20 jaar gaat Henk aan de Amsterdamse hofjes werken. Henk heeft de Gouden legpenning der gemeente en is Officier in de orde van Oranje Nassau.

zandkuijl

Op de bijeenkomst van 4 januari 2012 werd door wethouder Tonnaer en de Commissie Welstand en Monumenten op passende wijze afscheid van Henk Zantkuijl genomen.

Gevelsteen ZANTKUYL

Gevelsteen ZANTKUYL

Ingemetseld in de Keizersgracht-gevel
van het hoekhuis Leliegracht 36.
Als huldeblijk aan Henk Zantkuijl,
de grote kenner van het Amsterdamse woonhuis,
liet de A' damse Mij. tot Stadsherstel in 1991
deze, door Wim Vermeer gehakte gevelsteen plaatsen.
Zantkuijl was van 1953 tot 1989
hoofd van het Bureau Monumentenzorg.

Tekst Onno Boers/ Foto Pancras van der Vlist

----------------------------------------------------------------------------------------
Het artikel uit het NHD van 11-10-2012

Door: Martin Menger


Elk monument fluistert zijn verhaal tegen Henk Zantkuijl

Hoorn – Nou, vooruit dan. De jaren voor Henk Zantkuijl (86) gaan nu echt tellen en daarom heeft hij besloten te stoppen als adviserend lid van de Hoornse monumentencommissie. Aan de betrokkenheid en kennis van zaken heeft het niet gelegen. “Soms kletsen de muren tegen me, eindeloos mooi.”

Dat wordt dus wennen voor de kenners die zich in Hoorn met monumenten en beeldbepalende gebouwen bezighouden. Jarenlang was Zantkuijl de man die op beminnelijke – maar onwrikbare - toon een enorme stroom informatie over oude panden op tafel legde. Niet om op te dringen, maar vooral om de liefde voor een monument te etaleren.

Mobiliteit
“Ik bleef eigenlijk maar zitten”, klinkt het verbaasd, “maar ik merkte dat de mobiliteit minder werd. Voorheen stapte ik het liefst op de fiets om alles zelf te bekijken.”Zelf desnoods de steiger op om bouwdetails te kunnen zien? Zantkuijl vond het heerlijk. Feit is dat het lijf het tempo niet meer kan bijhouden.

Lezen? Schrijven!
Henk Zantkuijl heeft het steenvast over het “lezen” van een gebouw, maar er over schrijven is ook een kunde. De Hoornaar heeft als deskundige meegewerkt aan tal van publicaties. Een “losse greep”: in 1982 “Erf en tuin in oud Amsterdam”, in 1969 “Een middeleeuwse opgraving van een woonhuis in Amsterdam”. Van zijn hand is verder het standaardwerk “Bouwen in Amsterdam – Het Woonhuis in de Stad”. In 2007 verscheen het nog in een herziene druk. Dichter bij huis werkte Zantkuijl mee aan onder meer publicaties over het Sint Jans Gasthuis te Hoorn (1998), het Statenlogement in Hoorn (2001), de “Ontwikkeling van het woonhuis tot 1940 in Hoorn”, (2001). Uiteraard werkte hij ook mee aan het boek over de eeuwenoude Ridderikhoffpanden.

In 1989 streek hij in Hoorn neer. “Mijn vrouw en ik kwamen eigenlijk hier naar toe omdat onze dochter hier woont”, lacht hij. “Ik had nog zoveel schrijfwerk te doen, zoveel te onderzoeken. Dan kon ik net zo goed rustig aan gaan doen en in Hoorn gaan wonen.”
De gemeentelijke monumentenambtenaar Arie Boezaard wist genoeg. Hij zorgde ervoor dat de expertise van Zantkuijl in Hoorn een plekje kreeg. Koud gepensioneerd werd hij lid van de gemeentelijke monumentencommissie.
Hij leerde het vak onder lastige omstandigheden tijdens de oorlog in geboorteplaats Utrecht. Studeerde bouwkunde en ging snel aan de slag als ambtenaar. In 1953 besloot de stad Amsterdam een eigen monumentenbureau op te richten. “Onwaarschijnlijk laat” mopperde hij achteraf. “De gemeente vroeg mij dat te gaan doen. Het was een mooie kans, maar het was ook pionieren geblazen.”

Durf
Een ding heeft hij wel degelijk geleerd: een oud gebouw restaureren lukt alleen als het met durf doet. In de ogen van Zantkuijl vertelt elk huis een verhaal. En de kunst is goed te luisteren, te lezen en dan datzelfde verhaal eigentijds te laten vertellen. “Je moet achterhalen wat het karakter van elk pand is”, zegt hij. “En dan gaat het ook om de plek, de straat, de stad. Pas wanneer je dat snapt, kan je aan de slag gaan.”
Wat Zantkuijl betreft horen de eigenaren en de monumenten gelijk te worden benaderd. “Met de hoed in de hand”, is zijn uitdrukking. “Je moet respect hebben voor de mensen. Die willen een monument bewaren, maar alles draait om de dienstbaarheid van een huis. Monument of niet, je moet er wel prettig in kunnen wonen. Het moet geen straf worden.”

Ruimte
Het gevolg van die filosofie is dat hij soms als een “jonge hond” ver voor de muziek uit liep. Daar waar anderen graag op de rem trapten bij elke ingreep, wilde Zantkuijl juist alle ruimte geven. “Omdat een stad altijd zijn eigen groei kiest”, vertelt hij. “Wanneer de erven vol zijn, kan een gebouw alleen nog maar de lucht in. En de hoogte in, dat was toch ook rijkdom? Hier in Hoorn bleef iedereen maar vasthouden aan twee bouwlaagjes en een kap. Zo werkt het niet, vrees ik.”
Henk Zantkuijl wil op zijn 86e nog nieuwe dingen onderzoeken over de bouwkunst. Hij weet niet of er anno 2011 nieuwe monumenten worden gebouwd. “Dat blijkt misschien over twee generaties. Ik heb nu wel geleerd dat restaureren nooit een onomkeerbaar proces is. Alles verandert.”

bron NHD, www.nhd.nl

-------------------------------------------------------

In de Kwartaalbladen vindt u hier en hier diverse artikelen waar Henk bij betrokken was. Hier staan de boeken waaraan hij meewerkte.

Op de site van de Verening van vrienden van de amsterdamse binnenstad treft u o.a. een gesprek met Henk Zantkuijl, zijn afscheidsrede uit 1989 en een artikel van Ben Kroon over Henk Zantkuijl

 

Nieuwsarchief