Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Vereniging Oud Hoorn - Actualiteit

Mevrouw Gré Visser benoemd tot 4e Ereburger van Hoorn   (12-09-2011)

hoornOp maandag 12 september heeftburgemeester Onno van Veldhuizen mevrouw Gré Visser benoemd tot ereburger van de gemeenteHoorn. Mevrouw Visser krijgt het ereburgerschap omdat zij tijdens de Tweede Wereldoorlog haar eigen leven op het spel zette om vele andere levens te kunnen redden. Kortgeleden is mevrouw Visser met haar verhaal naar buiten gekomen.

grevisser

Het ereburgerschap is de hoogste eretitel in Hoorn. Die wordt mevrouw Visser op 94-jarige leeftijd toegekend vanwege haar heldhaftige optreden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Onder zeer moeilijke (privé)omstandigheden bood zij vele onderduikers een schuilplaats in haar woning aan het Grote Oost 35.

geleteken
Grote Oost 35 toen

geleteken2
Grote Oost 35 nu

Zelfs nadat ze werd opgepakt en maar ternauwernood ontsnapte, nam ze het risico opnieuw om onderduikers te helpen. Wederom met groot gevaar voor eigen leven.

Officiële benoeming
Mevrouw Visser heeft daar jaren over gezwegen. In 2011 heeft zij haar verhaal in boekvorm uitgebracht. Het boek heet ‘Toen was ik Greetje van Hoorn…nu Gré Visser’. Vereniging Oud Hoorn publiceert dat in het kwartaalblad waarvan burgemeester Van Veldhuizen op maandag 12 september het eerste exemplaar aan mevrouw Visser heeft uitgereikt. Bij die gelegenheid heeftde burgemeester haar officieel benoemd tot ereburger. Mevrouw Visser mag vanaf dat moment de titel ‘ereburger van Hoorn’ dragen. Zij kreeg uit handen van de burgemeester de daarbij horende oorkonde en een draaginsigne met het gemeentewapen dat bij gemeentelijke onderscheidingen hoort.

opspelden

Andere ereburgers
Mevrouw Visser is de vierde ereburger van Hoorn. Haar voorgangers zijn Johan Christiaan Kerkmeijer (ereburger in 1937), Pieter Nooteboom (ereburger in 1961) en Dirk Breebaart (1987). Zij werden alledrie tot ereburger benoemd vanwege grote verdiensten op het gebied van monumentenzorg.

metoorkonde

ereburger

-----------------------

oudhoorn

Welkomst speech door Egbert Ottens,voorzitter van de Vereniging Oud Hoorn, die vooraf ging aan het bovenstaande:

Opening bijeenkomst Gré Visser, 12 september 2011

Het is een bijzonderheid dat wij elkaar hier vanavond mogen ontmoeten. Wij, dat bent u, mevrouw Visser in de eerste plaats, met uw familie, en verder: een vertegenwoordiging van het Hoornse gemeentebestuur, waaronder burgemeester Onno van Veldhuizen, vertegenwoordigers van het Hoornse comité 40-45, enkele andere belangstellenden, en bestuursleden en vrijwilligers van Oud Hoorn, waarbij ik bij uitzondering éen naam noem, die van Jaap Wiggers. Hij zette ons op het spoor van uw verhaal en daarmee is hij, naast u die vanavond middelpunt bent, ook een beetje de aanstichter van deze avond. Mevrouw Visser, familie Ruiter, burgemeester Van Veldhuizen, u allen, hartelijk welkom. Dank dat u gekomen bent.

Aanleiding voor deze bijzondere ontmoeting is het boek dat Gré Visser schreef over haar leven, vooral over haar oorlogsjaren.

metblad
In het Kwartaalblad waarvan de burgemeester vanavond mevrouw Visser het eerste exemplaar overhandigt, staat daar een artikel over. Dat artikel geeft een summiere inkijk in een duistere periode. In de zorg, de angst, de dagelijkse spanning en de hectiek van de duistere oorlogsjaren. Bij iedereen, maar vooral bij mensen die de moed hadden om zich te verzetten tegen wat een brute machthebber oplegde. Meer dan summier kan zo’n artikel niet zijn. Want hoe kun je het levensverhaal van mevrouw Visser in een aantal pagina’s vatten? Zelfs het boek dat u schreef is in dat opzicht nog ontoereikend.

Uw verhaal is dat van moedige mensen die weigerden zich te voegen in een regiem dat beschaving, menselijkheid, medemenselijkheid, met voeten trad, te voegen in een systeem dat uit was op vernietiging van bevolkingsgroepen, dat mensen tegen elkaar opzette, en het gemeenschapsdenken verving door een haatdragend wij-zij-denken. Een gevaar dat nog altijd in de wereld, en ook in ons land, rondwaart. Maar tussen de regels door is het ook een verhaal van de hoop. Het verhaal dat we mensen niet in vakjes mogen indelen. Het waren Nederlandse landwachters die mevrouw Visser arresteerden, het was een onbekende Duitser die zijn rapport zo opstelde dat Aus der Fünten haar het hoofdkwartier in de Euterpestraat uitschopte. Het leert ons dat niet iedereen in het andere kamp fout is. Onlangs, in Zomergasten, zagen we dat indrukwekkend verwoord door Mitterand in zijn rede voor het Europese Parlement. Op de vlucht als krijgsgevangene van de Duitsers naar Frankrijk, vond hij bij de vijand onderdak en bescherming. Juist na de dag van gisteren, 11 september, moeten we ons dat nog eens extra inprenten.

Een van de activiteiten van Oud Hoorn is om, naast het bewaken en bewaren van de historiciteit van onze wondermooie stad, te zoeken naar de verhalen die onze stad te vertellen heeft. Sommige van die verhalen mogen niet verstommen. Dat zijn de verhalen die ons tot voorbeeld strekken, die richting wijzen naar een rechtvaardige, open, democratische, vrije en ontspannen samenleving.

‘Kom vanavond met verhalen’, schrijft de dichter Leo Vroman. ‘Hoe de oorlog is verdwenen. En herhaal ze honderd malen.’ Zo, mevrouw Visser, vroegen we u om vanavond onze gast te zijn. Om over éen van die verhalen, uw verhaal, te vertellen. geleteken2
Het verhaal dat zich afspeelde achter de gevel van het pand Grote Oost 35, dat nu, o dwaze speling van de geschiedenis, Het Gele Teken heet. Immers, wie van ons, zou ooit de dubbele betekenis achter de naam van een onschuldige stripwinkel hebben gezocht?

Wie we vanavond graag hier gehad zouden hebben is Fieke van Emden. U en Jan Ruiter regelden onderdak voor haar bij de familie Sant aan de Westerdijk. Haar ouders waren ondergedoken bij u, aan het Grote Oost. Fieke overleefde de oorlog, vestigde zich in Israël en is vanmiddag laat in Nederland aangekomen. De lange reis viel haar te zwaar om vandaag nog langs te komen. Maar ze heeft gezegd dat ze u, mevrouw Visser, gauw hoopt te ontmoeten. Maar ik mocht melden dat zij bezig is met de Yad Vashem-onderscheiding: Rechtvaardige onder de Volkeren.

Wel aanwezig van de foto die op 5 mei 1945 werd gemaakt, naast uiteraard uzelf en uw zoons, is de baby op de armen van moeder Tool. Verder mag ik u de hartelijke groeten overbrengen van de heer Emmelkamp uit Groningen. Hij vond het fantastisch dat Oud Hoorn uw oorlogsverhaal publiceert. "Een geweldige vrouw", zei hij tegen mij. "Wat ze deed kan niet genoeg worden geprezen. Een moedig mens, een ware heldin." Helaas weerhoudt zijn leeftijd hem ervan de lange reis naar Hoorn te ondernemen. In gedachten is hij bij ons.

Doordat u uw verhaal op papier hebt gezet, mevrouw Visser, zijn we ook op het spoor gezet van andere mensen, wier namen we niet mogen vergeten. Zoals van Piet Verbeek. U wist meteen over wie het ging en waar hij had gewoond. Aan de Westersingel. Verbeek had een heldenrol in het vaderlandse verzet. Hij behoorde met dominee Slomp, die na de oorlog als predikant naar Hoorn kwam, en in de oorlog bekend stond als Frits de Zwerver, tot de oprichters van de landelijke knokploegen en de hulp aan onderduikers. Ook zijn verhaal mag niet verloren gaan. Daarom gaan we proberen zijn levensverhaal te achterhalen..

U gaf aan, mevrouw Visser, dat u lid van Oud Hoorn wilt worden. Daar zijn wij uiteraard blij mee. Want elk lid telt, zeker in deze tijd. Maar tegen de trend bij de meeste andere historische verenigingen in, die leden verliezen, groeit dat van ons nog steeds. Het bestuur heeft besloten om u een lidmaatschap voor het leven aan te bieden.

Nou zullen de cynici, afgaande op uw leeftijd mevrouw Visser, denken: nou, nou, is dat niet een beetje goedkoop? Dat zal nog moeten blijken, want u bent een taaie, zoals we ook in uw boek konden lezen. Maar helemaal ongelijk hebben ze niet. We doen er iets bij.

Oud Hoorn wil uw verhaal niet verloren laten gaan. Dus hebben we de mogelijkheid van een gedenksteen aan de gevel van het pand Grote Oost 35 onderzocht. Een steen die herinnert aan het lot dat velen trof, en dat, mede op basis van uw boek leert, dat veel meer moedige burgers van onze stad, tegen alle dreiging in, hun verantwoordelijkheid namen door mensen wier leven niet veilig was een veilig onderkomen te bieden. Die bijzondere foto, gemaakt op 5 mei 1945, met nog eenmaal de onderduikers van dat moment en de helpers bijeen, zullen wij als blijvend teken van uw moed en als een oproep tot blijvende waakzaamheid, met toestemming van de huidige eigenaar van het pand Grote Oost 35, daar laten aanbrengen. Veel ruimte is er niet, maar op de muurdam naast de deur is plek voor een mooie gedenksteen. Het duurt even voor het zover is. Grote Oost 35 is een rijksmonument en dus is vergunning vereist. Ook daar zijn we al mee bezig. Als het zover is nodigen we u en uw familie graag nogmaals uit om die steen met ons te onthullen. De uiteindelijke tekst wordt met u afgestemd, maar dit is de tekst waar wij aan denken:

foto45steen

Als gezegd, de uiteindelijke tekst maken we samen met u.

Het programma voor de rest van de avond is simpel. Ik vraag onze burgemeester, de heer Van Veldhuizen, om u hierna het eerste nummer van het Kwartaalblad te overhandigen, met daarin uw eigen verhaal. Daarna is er gelegenheid om elkaar te spreken. Oud Hoorn, zorgt voor een drankje en een hapje. Ik zou zeggen maak het straks gezellig.

Het woord is nu aan onze burgemeester, Onno van Veldhuizen.
Ik dank u.

Egbert Ottens

------------

Geachte mevrouw Visser, kinderen, kleinkinderen en andere aanwezigen,

De voorzitter van Oud Hoorn gaf het al aan. Ik ga u het eerste nummer van het kwartaalblad van Oud Hoorn overhandigen waarin uw eigen verhaal is vastgelegd voor het nageslacht. Maar uiteraard wil ik eerst nog iets tegen u zeggen.

Mevrouw Visser, wat u deed is nauwelijks te bevatten. Het was oorlog in Nederland. Elke dag onzekerheid, armoede, angst, wantrouwen, gevoelens van haat, honger, spanning, gevaar. Tot achter elke voordeur, ook in onze stad. Toch moest het leven doorgaan. U was getrouwd, kreeg een tweede kind. U moest er zijn voor hen en uw klanten. De huur moest worden betaald. Het huis was groot. En het leven in Nederland, in Hoorn, veranderde steeds meer. Het was oorlog in Hoorn.

Ondanks uw zorgen, stelde u samen met uw toenmalige echtgenoot Jan uw huis open voor onderduikers. Sjuul Soesman en zijn vrouw Sonja als eersten. Velen zouden volgen. Jong en oud. Maar u allen onbekend. Net zoals hun afkomst, hun plannen, hun betrouwbaarheid. U wist niets van ze, maar bood hulp. Zorgde ervoor dat er te eten was. Regelde persoonsbewijzen, bonkaarten en stempels. Ging het land in om het land te helpen. Intussen werd uw gezinsleven er niet makkelijker op. Financiële zorgen. De zorg voor de kleine Bob en Bart en de onderduikers kwam meer en meer op u neer. Uw man trekt zijn eigen plan. Spanningen in huis te over. Een miskraam. U gaat - hoe is het mogelijk - door. De Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers mag bij u vergaderen. U stelt uw huis open voor noodopvang. Onderduikers bleven komen en gaan. Op een dag was de dreiging zo groot, dat alle onderduikers uw huis moeten verlaten. De dag erna waagde u het om terug te gaan en hun koffers te pakken, stempels en vervalste papieren te verstoppen. Toen u een overhemd wilde afgeven aan een van uw onderduikers op zijn nieuwe adres, werd u opgepakt. Het kan niet anders dan dat u doodangsten uitstond. Het concentratiekamp leek uw eindbestemming te moeten zijn. Maar u stond uw mannetje, zoals altijd. U werd vrijgelaten.

Uw leven ging weer door. Een echtscheiding werd in gang gezet. De oorlog ging ook door. Nieuwe onderduikers hadden u nodig en vonden op Grote Oost 35 weer een laatste plaats om heen te gaan. U regelde eten en onderduikadressen in de regio. U nam het op voor uw ex-man, terwijl hij u eerder zo in de steek liet. U nam opnieuw grote risico’s, terwijl - als we dat in alle nuchterheid zouden afwegen - u inmiddels toch alle reden had dat niet te doen. Of het verstandig was, is maar de vraag. Ongelooflijk moedig, een godsgeschenk voor mensen in nood; dat was het zeker.

Het leven direct na de oorlog was ondanks uw heldendaden niet lief voor u. Maar Gré Visser bleef Gré Visser en dus knokte u door. Na enkele jaren vond u uw geluk weer in uw huwelijk met Piet Pronk. Hij overleed helaas in 1972. Op uw 90e besloot u uw verhaal naar buiten te brengen. Het maakt het geschiedenisverhaal van Hoorn weer een stukje completer. Ook dat is veel waard. Gré Visser kunnen wij nu in een adem noemen met Miep Gies en - ook op het Grote Oost - Dieuw van Vliet en Aaf Dell.

Het college van burgemeester en wethouders besloot in 2005 om op een brug bij het Jeudje een gedenksteen te plaatsen met de tekst ‘Wie één leven redt, redt een hele wereld’. Bedoeld voor allen in Hoorn die onderduikers hebben geholpen. Maar uw verhaal is meer dan dat. U redde - onder omstandigheden die dat eigenlijk helemaal niet toelieten - vele levens, vele werelden. Het college van burgemeester en wethouders heeft dan ook besloten dat u zich voortaan ‘ereburger van Hoorn’ mag noemen. En dat is een bijzonder grote eer, ook voor de stad Hoorn. Wij zijn u dankbaar dat u ons in de gelegenheid heeft gesteld het ereburgerschap weer ‘af te stoffen’. Slechts drie personen gingen u in de geschiedenis voor: Johan Christiaan Kerkmeijer in 1937, Pieter Nooteboom in 1961 en Dirk Breebaart in 1987. Zij zijn ons helaas allen ontvallen. U bent, in het 655-jarig bestaan van onze stad, de eerste vrouwelijke ereburger.

Ik geef u eerst het kwartaalblad en wil u dan graag de bij het ereburgerschap horende oorkonde overhandigen en het draaginsigne opspelden.
----------------------

rtvnh

Eenbericht van RTVN-H met videoverslagstaat hier

 

Nieuwsarchief