Vereniging Oud Hoorn - Actualiteit

De besturen van Vereniging Oud Enkhuizen en Vereniging Oud Hoorn ontmoeten elkaar eens in de twee jaar. Ditmaal werd Oud Hoorn bezocht door Oud Enkhuizen. Rond 13.00u. arriveerde de bus met bestuurs- en gewone leden op Onder de boompjes, om aldaar met een kop koffie en een broodje te luisteren naar het welkomstwoord van Egbert Ottens. Daarin werd ingegaan op de activiteiten van de vereniging.De ontvangst was in de tentoonstellingsruimte, alwaar een expositie van Peter Dorleijn hangt met de titel "Varend erfgoed" Naast de ook voor Enkhuizenaren bekende schepen die werden afgebeeld waren er ook herkenbare gebouwen als de drommedaris afgebeeld op de litho’s en aquarellen.

Voordat een drietal gidsen van Oud Hoorn het gezelschap door de stad loodste werd als dank voor de ontvangst het boek "Onder één dak, wonen en werken in boerenhuizen en boerderijen in Enkhuizen" door Klaas Koeman overhandigd aan Egbert Ottens. Klaas Koeman noemde het bezoek ook belangrijk om ideeen uit te wisselen en van elkaar te leren. Onderweg naar het Oostereiland werden enkele kroonjuwelen van Hoorn bekeken, waaronder het Weeshuis en Villa Alewijn, welke een monumentenprijs van Oud Hoorn hebben ontvangen. Het statenlogement (oude stadhuis) en het Westfries Museum kregen natuurlijk ook hun aandacht, al was het maar vanwege de afgebeelde wapens van Enkhuizen.

Op het Oostereiland kreeg de groep een speciale rondleiding van de aannemer, waarin naast aandacht voor de historie ook ingegaan werd op de herbestemming en de daarbij te hanteren regels van de commissie Monumenten en Welstand.

Onderdeel van het alkovengebouw alwaar de tralies nog teruggeplaatst zullen worden.

Aansluitend werd een bezoek gebracht de botterwerf en de museale verzameling "varend erfgoed", welke op het nieuwe Oostereiland een plek nastreeft om het onderhoud en gebruik van historische schepen te kunnen voortzetten. Na een afsluitende wandeling en een versnapering in "Huis Verloren" kijken beide verenigingen terug op een geslaagd bezoek en kijkt het bestuur van Oud Hoorn er naar uit om over twee jaar haar tegenbezoek af te leggen.