Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Vereniging Oud Hoorn - Actualiteit

Nieuwjaarstoespraak Oud Hoorn 2008   (06-01-2008)

In onderstaande Nieuwjaarstoespraak blikt de voorzitter Egbert Ottens terug op het jaar 2007 waarin de Vereniging Oud Hoorn haar 90-jarig bestaan vierde. De vooruitblik op 2008 gaat in op de zorgen die er zijn  mbt de ontwikkelingen in de binnenstad. 

Beste mensen,

Welkom in het pakhuis, dat we, tien jaar geleden al weer, betrokken.
U allen een heel mooi, gelukkig en vooral gezond nieuwjaar gewenst.
Veel is er het afgelopen jaar gebeurd. Ik stip enkele zaken aan. Maar eerst noem ik vier markante leden van wie we in 2007 afscheid moesten nemen: Giel van der Zel, John de Visser, Jan Piet van der Knaap en op de laatste dag van het oude jaar Jan Plekker, die zoín belangrijke bijdrage aan de Velius Kroniek leverde. Ieder van ons weet wat zij voor de vereniging betekend hebben.

We hebben in 2007 aan de weg getimmerd.
Hoogtepunt was de presentatie van de Velius-kroniek. Een groot succes, boek en middag. Tweeduizend exemplaren weggezet. In een maand tijd. En in het bestuur hebben we het nog gehad over het verlagen van de oplage.
Herdrukken? We hebben de mogelijkheid onderzocht en besloten er, althans voorlopig, van af te zien.

receptie

Vorig jaar presenteerden we tijdens de nieuwjaarsborrel het fluitschip. Er staat inmiddels -het heeft veel voeten in de aarde gehad- een vitrine om heen. En we zijn er nog niet uit.
Er kwamen extra en dikkere nummers van ons Kwartaalblad uit. Over de oudste geschiedenis van Hoorn en de negentig jaren van onze vereniging.
Iedereen kreeg een set ansichtkaarten: Hoorn oud en nieuw.
De gidsen organiseerden bijzondere jubileumwandelingen waarvoor we veel complimenten ontvingen.
Er waren extra lezingen en een mooie ledenexcursie, door het weer helaas wat minder bezocht.
De houtsculptuur Judith en Holofernes aan het Claesz Stapelhof werd opgeknapt.
We gaven een boekje uit voor de basisscholen over oude en moderne monumenten in onze stad, samen met het Architectuurcentrum.
Daarmee organiseerden we ook de workshop over de mogelijkheden van de Noorderveemarkt. Het leverde drie fantasierijke plannen op voor dit veronachtzaamde gebied.
Vijf Hoornse kunstenaars presenteerden hun kunstwerken over onze monumenten.
En tot slot: de Veliustentoonstelling. We broeden op de mogelijkheid van een afzonderlijke publicatie over Velius op voorwaarde dat we meer over de persoon zelf aan de weet kunnen komen. Zo is het opmerkelijk dat Velius de gebeurtenissen die hem persoonlijk raakten, negeert of objectief, afstandelijk, beschrijft. Tot het jaar 1619, wanneer het wanbeleid van prins Maurits en de vazallen die de prins in Hoorn aan de macht heeft geholpen, de spuigaten uitloopt.
Iedereen die op enigerlei wijze bij deze activiteiten betrokken was: dank!

Ondanks haar hoge leeftijd bruist de vereniging van energie dankzij de vele vrijwilligers. Want niet genoemd zijn de mensen van de winkel, administratie, boekhouding, beeldbeheer, website, documentatie, redactie, fotografen, bezorgers, gidsen, de werkgroep Velius, afgevaardigden in de commissie welstand en monumenten, en mijn medebestuursleden.
Vereniging Oud Hoorn is een bedrijf. Een bijzonder bedrijf. Zonder betaalde krachten maar met veel enthousiaste, betrokken en uiterst deskundige vrijwilligers.
Ik wil dit jaar de werkgroepen bezoeken. Willen jullie mij via de mail uitnodigen? Ik kijk dan of ik kan. 

In 2008 willen we ons bezinnen op de meer inhoudelijke kant van het werk. We verwachten nieuwe ontwikkelingen voor de binnenstad. Het bestemmingsplan, het Stationsgebied, de Vale Hen. Hoe verhouden die plannen zich tot het karakter en de historische structuur van de binnenstad? Worden panden en straten voldoende beschermd? Wat is onze rol daarin? Hoe stellen wij ons als vereniging op, met in ons achterhoofd de doelstellingen die nog niets aan actualiteit verloren hebben en die Kerkmeijer heeft ingescherpt. Daarnaast vragen we aandacht voor de naoorlogse monumenten. Hoe krijgen we die op de kaart? We willen het actief aanschrijven opnieuw onder de aandacht van de politiek brengen en bezien of we daar zelf een bescheiden rol in kunnen spelen. En we gaan ons voorzichtig aan bezinnen op 100 jaar Oud Hoorn. De totstandkoming van de kroniek leert dat je daar niet vroeg genoeg mee kunt beginnen.
Natuurlijk blijven we opkomen voor het historisch stadsschoon. In de rubriek Stadsbeeldbewaking doen we daarvan verslag. Je zou willen dat de politiek die signalen eens oppikte. Als u iets tegenkomt, geef het alstublieft door. We zien als bestuur niet alles.

Ik kom kort op de kroniek terug. Deze publicatie bevestigt de traditie waar we als inwoners van deze stad in staan. Dat is geen overbodige constatering. Mensen concentreren zich steeds meer op het heden waarin het nu en het eigen individu maatgevend zijn. Wie niet beseft dat hij -of zij- in een historisch continuum staat, vindt alles van gisteren waardeloos, en beseft evenmin dat eigen handelen een dag later betekenisloos is.

De kroniek is dus niet alleen een leuk jubileumgeschenk of een aardig geschiedenisboek. Velius is niet slechts een geÔnteresseerde en bij zijn tijd betrokken schrijver. Velius is de Geert Mak van de zeventiende eeuw. Hij illustreert op onnavolgbare wijze de gevolgen van het handelen van de machthebbers voor de gewone burgers. Hij maakt ons duidelijk dat kennis van de geschiedenis bescheiden maakt. We beroemen ons vaak op onze hollandse tolerantie, die volgens koningin Beatrix tot ons culturele erfgoed behoort. Maar hoe tolerant waren wij in ons brave vaderland als we naar de kroniek kijken? Was het niet vaak berekening? Tolerant tegenover de Turken. Liever Turks dan Paaps, zeiden de geuzen. En hoe tolerant zijn we nu? Is het niet veeleer onverschilligheid? Mogelijk dat in het debat dat Doekle Terpstra startte dat begrip opnieuw wordt gemunt. Wat zal de Velius van het jaar 2300 daarover zeggen?
De Geldersen, de Friezen, de Kennemers, de Amsterdammers en de geuzen, zijn de clans die in het Midden-Oosten elkaar het leven zuur maken. De katholieken, de gereformeerden en de remonstranten van toen zijn de soennieten, sjiieten en soefiís van nu. In onze bewierookte republiek telde een mensenleven ook niet.
Hoe kort geleden vond al dat afschuwwekkende nog vlak naast ons bed in Europa plaats? Lees Geert Mak of kijk naar In Europa en laat u niet weerhouden door de kritiek van -ik denk- jaloerse wetenschappers. Wie via de spiegels van Velius en Mak en andere geschiedschrijvers naar de actuele situatie in de wereld kijkt, oordeelt niet snel en meedogenloos, en is elke dag blij met dat ene Europa dat, ondanks hinderlijke groeistuipen, in ontwikkeling is.

Dat dames en heren is naast wat we over de geschiedenis van onze stad hebben kunnen leren, de grote betekenis van de kroniek en we mogen Velius, de werkgroep en onze vereniging, daar niet genoeg dankbaar voor zijn.

Ik wens u allen een goed en gezond 2008. Proost.

Egbert Ottens
05-01-2008

 

Nieuwsarchief