Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Vereniging Oud Hoorn - Actualiteit

Open brief Künckelorgel   (02-07-2004)

De raadsleden Jan van Ossenbruggen, Egbert Ottens en Johan van der Tuin schreven een open brief aan de eigenaresse van het Künckel orgel.

Open brief aan de leden van de Vereniging van Rechtzinnig Hervormden te Hoorn
t.a.v. de voorzitter, de heer J. Smit

Hoorn, 28 juni 2004

Het afgelopen jaar zijn wij elkaar op verschillende plaatsen tegengekomen om te spreken over het behoud van het Künckel-orgel uit de Eikstraatkerk voor onze Hoornse gemeenschap.
Wij hebben u daarbij onomwonden aangegeven dat wij vinden dat dit rijksmonument voor Hoorn behouden moet blijven. Zowel vanuit de politiek als vanuit de Hoornse gemeenschap (de Vereniging Oud Hoorn en de Stichting Hoornse orgels) zijn signalen gegeven dat men wilde bijdragen aan verplaatsing van het orgel binnen Hoorn. De Hoornse raad heeft ingestemd met het beschikbaar stellen van een bedrag van € 10.000. De Vereniging Oud Hoorn legde € 1 per lid op tafel, totaal € 2.200.

Tijdens de gesprekken die er met uw vereniging door de Vereniging Oud Hoorn, de stichting Hoornse orgels en vertegenwoordigers van de politiek (raad en college) zijn gevoerd werd van de kant van uw vereniging onder meer als argument aangevoerd dat er geen aansprekende plaats voor het orgel in Hoorn zou zijn. De meest voor de hand liggende mogelijkheid: de Noorderkerk, werd vanwege de bezwaarlijke klimatologische omstandigheden en de kosten om een goede voorziening te treffen, afgewezen. De Noorderkerk lag in onze optiek het meest voor de hand omdat het Künckel-orgel aanzienlijk meer kwaliteit heeft dan het huidige orgel -dat zou bij plaatsing dan naar de Armenkerk van de Noorderkerk over kunnen gaan- en de opgeheven Eikstraatgemeente is enkele jaren geleden opgegaan in de Noorderkerkgemeente.

Toen wij na overleg met verschillende andere mogelijke gegadigden, met de Oosterkerk tot overeenstemming konden komen, werd naar voren gebracht dat het orgel niet wekelijks tijdens erediensten zou klinken. Om die reden bleef u vasthouden aan verkoop van het orgel aan de Hervormde Kerk van Workum. En om die reden heeft u bij de Hoor- en Adviescommissie Bezwaar en Beroep bezwaar aangetekend tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders om niet mee te werken aan verplaatsing van het orgel naar buiten de gemeentegrenzen. Procedureel zal de HAB oordelen dat er geen grond is voor het betreffende besluit van het college. Maar daarmee blijft de vraag of de overwegingen achter uw beslissing om het orgel aan Workum te verkopen deugen.

Leden van de Vereniging Oud Hoorn en wij hebben uit bezoeken aan de St. Gertrudiskerk in Workum vernomen dat het orgel geen voorname plaats in de kerk zal krijgen, maar wordt weggezet in een hoek van het koor. Vanuit de kerk is het orgel geheel aan het zicht van de gemeente onttrokken. De plek houdt tevens in dat gebruik van het orgel -als dat het geval zal zijn- vrijwel uitsluitend voor de begeleiding van de gemeentezang is. Maar dat schijnt, zoals ook de Vereniging Oud Hoorn vernam, helemaal niet de bedoeling te zijn. Het concerterende vermogen van dit orgel en de speel- en klanktechnische mogelijkheden zullen vanaf die plaats niet tot hun recht komen. Bovendien bevindt zich in de St. Gertrudiskerk een schitterend historisch orgel. Het is het op éen na oudste orgel van Friesland, in 1697 gebouwd door Jan Harmens uit Berlikum. In 1981 is het door de firma Flentrop uit Zaandam volledig gerestaureerd. Voorts bleek ons dat door terugloop van het kerkbezoek niet meer wekelijks in de Gertrudiskerk wordt gekerkt. De diensten vinden om en om in de voormalige gereformeerde en de hervormde kerk van Workum plaats. Bovendien worstelt men in Workum -net als in veel andere kerkelijke gemeenten- met de vraag of het aantal kerkgebouwen van de Verenigde Protestantse Kerk, waarin hervormden, gereformeerden en lutheranen in dit land, onlangs na een veertigjarig fusieproces in samengingen, moet worden verminderd. Dat zou dan ook deze voormalige hervormde St. Gertrudiskerk kunnen zijn. Sterker: in Workum wordt verwacht dat het die kerk vanwege de hoge instandhoudingskosten wel eens zal kunnen zijn. Wat ons daarbij nog het meest verbaast zijn de klimatologische omstandigheden in deze oude, statige kerk. Die wijken nauwelijks van die van onze Noorderkerk af. Maar nu horen we niets daarover.

Procedureel kan de Hoor- en Adviescommissie u in het gelijk stellen, het kan zijn dat het college niet bij machte is de verplaatsing van het Künckel-orgel naar buiten onze gemeente tegen te houden. Wij vragen u daarentegen waarom u, nu uw belangrijkste argumenten voor verplaatsing niet blijken te deugen, toch daaraan vasthoudt, terwijl u heeft gemerkt dat in Hoorn voldoende steun is voor het behoud van dit orgel in onze gemeente.

Om die reden doen wij nogmaals, een laatste, klemmend beroep op uw vereniging om het orgel hier te houden.

Hoogachtend,

Johan van der Tuin, Jan van Ossenbruggen, Egbert Ottens

 

Nieuwsarchief