Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Stolpboerderij Westerblokker 159

Herman Kaptein

Inleiding

Boerderijcomplex met de bijzondere naam "Buitenrust", bestaande uit een 19de -eeuwse stolpboerderij van het Westfries type, een vrijstaande veestal uit circa 1930 en een vermoedelijk uit de tweede helft van de 19de eeuw daterend smeedijzeren toegangshek.

Aanzicht huidige Waag.
Vooraanzicht stolp Westerblokker 159, foto: F. v. Iersel

In 1862 is de boerderij in opdracht van de toenmalige eigenaar Cornelis Blaauw in zijn huidige vorm tot stand gekomen. De boerderij is aan de voorzijde gescheiden van de Westerblokker door een sloot. Over deze sloot is in de jaren '20 een betonnen loopbrug aangebracht, welke in 1992 in dezelfde trant is vernieuwd.

De boerderij is gebouwd op een rechthoekig grondplan en voorzien van een riet gedekt schilddak waarvan de nok haaks op de weg staat. Zowel het voorschild als het rechterzijschild heeft een spiegel van zwart geglazuurde Oud Hollandse dakpannen De twee overige dakschilden hebben een dakpannenrand van hetzelfde type pannen. Bovenin de spiegel van het voorschild staat een (verlaagde) schoorsteen van rode handvormsteen. De voor- en rechterzijgevel zijn opgetrokken in rode handvormsteen en voorzien van rijke rozetankers op halve hoogte.

De uit 1862 daterende voorgevel is opgetrokken van rode handvormsteen (afm. 18 x 3,5 cm), gemetseld in kruisverband en afgewerkt met een snijvoeg. De voorgevel is steens dik ( 18 cm). De gevel wordt afgedekt met een gootlijst op geprofileerde gootklossen.

(Midden boven in het voordakvlak bevond zich oorspronkelijk een klein dakkapel met een vierruits schuifraam, voluutvormige wangen en een halfrond dak). Dit dakkapel is in de loop van tijd helaas verwijderd.

De voorgevel heeft hoeklisenen en is links en rechts voorzien van een zesruits schuifraam, een vernieuwde deur met tweeruits bovenlicht die toegang geeft tot de koegang, twee zesruits schuiframen, een zogenaamde "dodendeur" en tot slot twee zesruits schuiframen.

Lisenen zijn verticale enigszins uit de muur vooruitspringende banden of stroken die geen voetstuk (basement) en geen kopstuk (kapiteel) hebben. Lisenen hebben een decoratieve, geleden functie (verdeling in vlakken) In de middeleeuwen moesten muren dikker worden om de gewelven te kunnen dragen. Om de muren te verlevendigen werd daarin reliëf aangebracht in de vorm van lisenen, rondboogfriezen en dwerggalerijen.

Dodendeur

Dodendeur
Dodendeur Westerblokker 159

De "dodendeur"is voorzien van twee rijke gietijzeren deurroosters met florale motieven (o.a. een vaas met bloemen) en wordt geflankeerd door twee gecanneleerde houten pilasters die een houten kroonlijst dragen. Boven de geprofileerde deurkalf bevindt zich een bovenlicht voorzien van een gietijzeren rooster. Onder de gootlijst in het midden van de voorgevel is een houten naambord aangebracht met de tekst "buitenrust" Rechts van de deur naar de koegang bevindt zich een liseen met een hardstenen gevelsteen met de tekst "EERSTE STEEN GELEGD DOOR GREETJE METTES, 2 MEI 1862".

De zogenaamde "dodendeur", ook wel rouw- en trouwdeur of pronkdeur genoemd, was slechts voor twee gelegenheden bedoeld, namelijk het betreden van de boerderij na het trouwen en verlaten van de boerderij na het sterven. Deze deur is niet meer toegankelijk omdat de deur aan de binnenzijde is gebarricadeerd en de vloer achter de deur is verhoogd.

De halfsteens rechter gevel is uitgevoerd in halfsteensverband met rode baksteen waalformaat en wordt afgesloten door een blokgoot op geprofileerde gootklossen. De gevel telt vier zesruits schuiframen. Rechts van deze gevel bevindt zich de terugliggende darsdeuren van opgeklampte kraalschroten, met hierboven een langwerpig bovenlicht voorzien van een roedeverdeling.

Rechter zijgevel
Rechter zijgevel Westerblokker 159, foto: F. van Iersel

De halfsteens linkerzijgevel is opgetrokken van rode machinaal waalformaat stenen en gemetseld in halfsteensverband afgewerkt met platvol voegwerk. De gevel is voorzien van acht tweeruits stalvensters en heeft aan de rechterkant een drieruits venster en voorzien van schotelankers op halve hoogte. De gevel wordt afgedekt met een blokgoot op geprofileerde gootklossen , waarboven een "lagewand", een buiten de gebinten uitstekend aan geluifeld lessenaars dak voorzien van zwart geglazuurde oudhollandse dakpannen.

Linker zijgevel
Linker zijgevel Westerblokker 159, foto: F. van Iersel

Volgens het Westfries Archief zijn er in 1949 gevels vernieuwd door aannemersbedrijf firma Groskamp en Zn uit Blokker. Tevens is de toegangsdeur vernieuwd en zijn enkele raamkozijnen vervangen of hersteld.

Westerblokker 159 bouwvergunning
Bouwvergunning

De achtergevel is in 1965 uitgevoerd in hetzelfde metselwerk als de linkerzijgevel en voorzien van twee getoogde drieruits betonnen vensters en een vierruits openslaand venster aansluitend op de aanbouw aan de rechterkant. De houten achtergevel van de boerderij is in 1965 vervangen door een gevel van rode baksteen.

Boenhok en plee

Rechts tegen de achtergevel bevindt zich het voormalig boenhok; een rechthoekig bakstenen aanbouw voorzien van een lessenaars dak (waarop vroeger zwarte geglazuurde dakpannen).
Tegen de zuidgevel heeft deze aanbouw een uitgebouwde schoorsteen, tegen de noordgevel een in kalkzandsteen gemetselde wc ruimte (plee) waarin een valraampje.
Deze plee was niet aangesloten op een riolering maar loosde in de gierkelder.
Tot 2003 was deze plee nog in gebruik. Vermoedelijk is er in de boerderij nog geen toilet aanwezig.

De houten draagconstructie van de boerderij bestaat uit een rechthoekig vierkant met zowel aan de voor- als achterzijde een overstek. De woonvertrekken zijn aan de zuidzijde en noordzijde van het vierkant gesitueerd, aan de zuidzijde van het vierkant bevindt zich de oorspronkelijke koestal met haaks hierop aan de noordwestzijde de dars.

Redactie gebouwenrubriek: Henk Overbeek († 2017)