Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

De Discus NV

Kaas roken

Discus kaasblokkistje
Kistje met "Discus blok" kaas

Men maakte van deze vloeibare kaas niet alleen de worstkazen, ook werd de Discus "Blok" kaas gemaakt.
Voor de blok-kaas werd de kaas direct in van aluminiumfolie voorziene houten kistjes tot een gewicht van 2 kilo afgevuld. 
Nadat het aluminium was dichtgevouwen en gesealed werden de kistjes dichtgemaakt met een houten dekseltje en kleine spijkertjes. 
Na een dag afkoelen in het pakhuis was het product gereed om in bundels van vijf kistjes te worden verzonden naar de klanten over de gehele wereld.
Ook de zespuntjes (zes driehoekjes in een klein doosje) van deze kaassoort werden hier vervaardigd. Deze kwamen ingepakt van de lopende band en moesten met grote snelheid in deze doosjes gedaan worden bij de portiemachine. Een specialist op dit gebied was Jaap Appel.

Discus Driehoekjes
Kaasdriehoekjes van de Discus

Hoornse slagers 

Om terug te gaan naar de rookkazen, deze werden na het afvullen (ook) in houten kistjes gedaan. Per kistje vier kazen, één overdwars en drie in de lengte.
De kistjes werden opgeladen op een soort handkar. Met de vooruitgang werd dat later een karretje waar de berijder op de bok zat. Deze karretjes waren voorzien van een losse motor - wielkoppeling - stuurcombinatie, ook wel "de mechanische hond" genoemd.
In die tijd bracht Chris van de Berg, meestal in de namiddag deze voorraad naar de Hoornse slagers Jaap Ursem, Hero van Wijngaarden en Alewijn Ott. Daar werd ze gerookt.
De slagers moesten zorgen voor mot (afval van hout) verzameld bij de buurtaannemers Van Dulmen en Jorritsma. De voorraad was vaak te klein om twee rookkasten mee te bewerken, dus werd er ook in de Baanstraat bij Fremeijer en Wijna, een houtbewerkingbedrijf (nu firma Godvliet) in jute zakken nog meer mot gehaald. Zo kon het roken van de kazen doorgaan en kregen de kazen op deze manier een lekkere smaak.

De rookkast

Driehoek merkje

Voordat de kazen in de rookkasten kwamen, werden ze eerst twee uur in waterbakken gelegd om de darmen (velletjes om de kaas) gevoelig te maken voor de rooksmaak en de mooie kleur. Hierna bond men ze met zes kazen tegelijk op stokken met dunne touwtjes. Deze stokken zaten onder de teer en de pek uit de schoorsteen van de rookkast, zodat bij het aanbrengen van de kazen de nagels en de huid van het personeel meestal beschadigd werden. Na gemiddeld vier uur roken, werd er gekeken of de kleur van het vel naar behoren was. Zo ja, dan werden de kazen uit de kasten gehaald en weer terug in de kistjes gelegd. Dit ging vaak ook 's nachts door om dan weer een nieuwe kaasrook aan te maken. Een aardig detail hierbij is, dat de mensen die in de buurt van de fabriek woonden nooit klaagden over rookoverlast, ook niet als ze 's nachts de ramen vanwege een verkeerde wind dicht moesten houden. Men begreep dat het nodig was. 
's Morgens werden dan de kazen weer opgehaald voor verdere bewerking in de kaaspakhuizen. Die bestond uit paraffineren: het aanbrengen van een extra beschermende doorzichtige verpakkingslaag. Voorzien van een wikkel werden de kazen dan in dozen gelegd om naar de betreffende winkels of grossiers gebracht te worden, om vaak per onsje verkocht te worden.
De verdiensten aan deze transactie voor de rokers (slagers dus) waren per kaas 1 cent per rook. In een rookkast gingen gemiddeld 180 kazen. Maar de kaashandelaar nam geen genoegen met een kaas die na de rook ook maar het allerkleinste witte plekje (dus tekort aan kleur- of rooksmaak) bezat, die werd dan ook niet betaald. Ook gebeurde het dat tijdens het roken van de kazen een darm knapte door de hitte. De inhoud van de kaasworst viel dan op het smeulende vuurtje en dat zorgde weer voor een penetrante geur door de rookruimte. Na een lange nacht roken bestond de verdienste uit ongeveer fl. 3,50. De frequentie van het aanbod voor de rokers, de slagers dus, was heel variërend van soms één tot drie roken per week of in het uiterste geval tot eens in de maand.

U kunt zich voorstellen dat na verloop van tijd de met noeste arbeid, ten koste van nachtrust, pijnlijke ruggen, en een fijne stemming, de elektrische stofzuiger die was verdiend, op zondag in de woonkamer mocht staan als pronkstuk van de vooruitgang...