Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

De Discus NV

Door Huub Ursem

> Schoorsteen van de discus gezien vanaf het Baatland
De voormalige schoorsteen van de Discus gezien vanaf het baatland

Een hoge fabrieksschoorsteen in de binnenstad van Hoorn, wekt nieuwsgierigheid. 
De imposante schoorsteen, die goed te zien was vanaf het Baatland, was een laatste overblijfsel van kaasfabriek de Discus aan de Doelenkade.
Bij de Discus werd verduurzaamde kaas gemaakt. De fabriek werd in 1928 opgericht door Wim Hartman. De naam Discus vond zijn oorsprong in de in datzelfde jaar in Amsterdam gehouden Olympische spelen.
Inmiddels is het al weer ruim dertig jaar geleden dat de fabriek haar deuren sloot. De laatste directeur was Bert Kroon.

Slagerszoon  Huub Ursem uit Hoorn had een gesprek met Kroon en schreef een artikel voor Oud Hoorn over de kaasfabriek. Voorts kwam Kroon in december 1994, uitgebreid aan het woord in een  verhaal dat Herman Lansdaal schreef voor Oud Hoorn.

Fabriek van verduurzaamde kaas

De schoorsteen gezien vanaf de binnenplaats
De vroegere schoorsteen
gezien vanaf de binnenplaats

De ingang naar de fabriek en een pakhuisje waren op de Doelenkade 7. 
Achter Korenmarkt 5 staat nog steeds de schoorsteen die voor de werkzaamheden in het fabriekje nodig was.
Hoewel de exporthandel in Goudse en Edammer kaas, opgekocht van de verschillende zuivelfabrieken, bewerkt en doorverkocht, het grootste aandeel was van De Discus, wil ik speciaal aandacht geven aan de korstloze kaas (rook- of worstkaas genoemd), die vanaf 1947 een grote impact heeft gehad voor de mensen die in dit bedrijf op het binnenterrein achter de Oude Doelenkade en Korenmarkt werkten, maar ook voor de Hoornse slagers die deze kaas rookten.

De rookkaas 

De grondstof voor deze rookkaas bestond uit beschadigde kaas of kaas van afwijkende kwaliteit, die van boeren en zuivelfabrieken werd gekocht. Ook randenkaas, dat is kaas gemaakt van de afgesneden randen van Edammer- en Goudse kaas die na onder de pers gestaan te hebben, naast de deksel (volger) zijn ontstaan. Ook kaas met te laag vetgehalte werd, nadat de merken van kwaliteit eraf waren gehaald, gebruikt voor de korstloze kaas. De rookkaas voldeed natuurlijk altijd aan een bepaald vetgehalte en receptuur. Dit werd vele jaren lang onderzocht in een klein laboratorium aan de Oude Doelenkade door de heren Vlam en Wijnja.