Kwartaalblad 2013 / 2 blz. 59 - 63
Twee West-Friese slaven
Auteur: Bruin, Jan de
Op 1 juli 1863 schafte Nederland de slavernij af in Suriname en op de Nederlandse Antillen. Tienduizenden mensen werden in vrijheid gesteld. Zij waren verplicht nog tien jaar lang op de plantages te blijven werken tegen een geringe vergoeding. En dat terwijl hun vroegere eigenaren van regeringswege een royale schadeloosstelling ontvingen van 300 gulden per slaaf.
De 160-jarige afschaffing van de slavernij wordt dit jaar op diverse momenten herdacht. Voor veel Nederlanders is dit deel van onze geschiedenis onlosmakelijk verbonden met hun identiteit.
Ook West-Friesland heeft met het slavernijverleden te maken. Hoorn was immers de vestigingsplaats van de Kamer van de West-Indische Compagnie (WIC) in het Noorderkwartier. In een uitvoerig artikel beschrijft Jan de Bruin de lotgevallen van de twee West-Friese slaven uit de achttiende eeuw, de één van Afrikaanse en de ander van Indonesische afkomst. De laatste is de voorouder van de West-Friese familie Valentijn.
Terug naar vorige pagina
Kwartaalblad index 1979 t/m 2004, Arie van Zoonen
Samenvattingen 2002-2013, Frans Zack
Samenvattingen 2014-2024, Ben Leek
PDF versies 1979-2009 en database artikelen Kennisbank, Gerard van Stijn