Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Bekijk of download de PDF versie (15.25 MB - Opent in nieuw venster)


NB Alleen artikelen ouder dan een jaar zijn beschikbaar in het PDF formaat!
Download hier de gratis Acrobat PDF Reader.Bekijk ook: Auteursrechten

Kwartaalblad 1995 / 1   blz. 6 - 8

Aaf en Dieuw, redders van mensen

Auteur: Lansdaal, Herman

Hoe raakten Dieuw van Vliet en Aaf Dell betrokken bij het redden van mensen, die door de vijand werden opgejaagd?
Aaf had nog maar nét de conciërgewoning van haar vriendin Dieuw achter Grote Oost 6 betrokken toen de oorlog in 1940 uitbrak. Dieuw woonde daar al 25 jaar. Aanvankelijk met haar ouders, later alleen.
Ze kwamen van Enkhuizen. Daar was Dieuw in 1887 geboren. Haar vader was in 1915 benoemd tot huismeester in dienst van het waterschap Drechterland. Dieuw had dominee willen worden, maar dat kon een vrouw in die tijd wel vergeten. Ze koos daarom voor een loopbaan als godsdienstonderwijzeres.
Op de zondagsschool in Hoorn leerde ze de zes jaar jongere Aaf Dell kennen, onderwijzeres aan de Muntstraatschool. Aaf was een geboren Hoornse, dochter van een slager, die een winkel had in de Kerksteeg, nu Lange Kerkstraat geheten. Het klikte meteen tussen de twee. Toen vader Van Vliet in 1930 overleed, nam dochter Dieuw diens functie van conciërge over. Tien jaar (voorjaar '40) later trok Aaf bij Dieuw in na het overlijden van vader Dirk Dell. Vanuit het achterhuis bleven beide vrouwen normaal hun beroep vervullen. Er was huishoudelijk personeel voor de dagelijkse gang van zaken. Tijdens de mobilisatietijd (1939) hadden ze Ies Themans leren kennen die zijn dienstplicht vervulde in het garnizoen te Hoorn. Themans op zijn beurt raakte daar bevriend met Willy Woudstra.
Na de capitulatie zette Woudstra, die met zijn vrouw Gré uit Schotland was gekomen, in Amsterdam een matzesfabriek op. In 1942 moest 'ie onderduiken na een razzia, die zijn gezinnetje (man, vrouw, baby) bijna fataal was geworden.
Onderduikers komen

Gré belandde in Hilversum bij een zuster van Dieuw van Vliet, Froukje, die met ene Bruin was getrouwd. Willy dook onder bij Dieuw, samen met Piet Bruin, een zoon van Froukje. De student Bruin werd de grond te heet onder de voeten. Hij had geweigerd een verklaring van loyaliteit aan de Duitsers te ondertekenen. Het was toen augustus 1942.
Ies Themans voegde zich nog dezelfde maand Willy en Piet in de conciërgewoning. Hij was tante Dieuw en tante Aaf uit zijn mobilisatietijd niet vergeten. Zijn verzoek om onderdak bij beide vrouwen was niet tevergeefs. De drie mannen zaten er betrekkelijk veilig, want de Wehrmacht had het Drechterlandse huis nog niet gevorderd. Aanvankelijk leek dat wel het geval. Immers, op 7 augustus 1942 ontving dijkgraaf P. Groot Jzn. een bevel tot ontruiming van de kantoren. Binnen vier dagen moest het pand leeg zijn. Met man en macht werd er verhuisd naar Grote Oost 55, waar toen tot voor kort de Kamer van Koophandel had gezeteld.
Het waterschap had het nieuwe kantoor nog maar net betrokken of de Duitsers lieten weten dat ze zich vergist haddden. Een misverstand... Het waterschap verhuisde daarop terug naar Grote Oost 6, totdat op 12 november '42 opnieuw een bevel tot ontruiming volgde. Toen bleek het echt waar te zijn.

De Wehrmacht nam de benedenverdieping van Grote Oost 4 en 6 in beslag. De onderduikers in het achterhuis vreesden het Spaans benauwd te krijgen, maar dat viel mee. De Duitsers lieten zich er niet zien. En als er al eens gevaar dreigde dan wist vooral tante Dieuw dat wel te bezweren.
Odile Moereels

De hulpvaardigheid van Aaf en Dieuw bleef bij lange na niet beperkt tot het verschaffen van onderdak in de conciërgewoning. Waar ze konden stonden ze klaar voor mensen-in-nood. En zij niet alleen. Ze hadden een strijdbare bondgenoot in Odile Moereels, de directrice van het Stadsziekenhuis. Die liet jodinnen waar mogelijk als verpleegsters in het hospitaal werken. Op die manier zijn zeker naar schatting tien vrouwen in '40-'45 een macabere dans ontsprongen.
Odile Moereels was een Belgische, in Namen geboren. In 1921 werd ze, 40 jaar oud, verpleegster in het stadsziekenhuis, in 1930 hoofdzuster en een paar later directrice. Ze was net als Dieuw van Vliet koelbloedig. Als er een Duitse inval dreigde, verklaarde ze gewoon een barak tot besmet gebied: "roodvonk" heette het dan. Er durfde geen Duitser naar binnen. Vrouwen en mannen "in quarantaine" zaten er veilig...
Gerda Themans-Menco, die zich Steemans noemde, was een van die verpleegsters. Zij was in verwachting. Haar man Sally zat in huis bij belastingambtenaar G.W. Metz aan de Drieboomlaan. Sally's moeder verborg zich ook in Hoorn, in het pand Grote Oost, hoek Appelsteeg, waar deurwaarder Van Schoten woonde.
Op 22 november 1943 schonk Gerda Themans in het ziekenhuis het leven aan een gezonde jongen, Lodewijk Nehemia, roepnaam Loekie. De baby kon er om begrijpelijke redenen niet blijven. Aaf Dell regelde onderdak elders. Zij deed een beroep op haar collega Van de Berg van de Drieboomlaan, die al onderduikers in huis had. Van de Berg was onderwijzer aan de lagere school in de Messchaertstraat. Hij en zijn vrouw vonden het goed de baby in huis op te nemen.
Arrestaties

Op een avond in december bracht Aaf Dell zelf het kind in een postkarretje van de Wisselstraat naar de Drieboomlaan. Er leek geen vuiltje aan de lucht, maar toch sloeg het noodlot toe. Verregaande onvoorzichtigheid van een van de onderduikers in huize-Van de Berg leidde tot een drama. De man schreef familie in Rotterdam "dat er sinds kort ook een joodse baby in huis ondergedoken zat". Hij zette naam en adres van de afzender op de enveloppe. Onbegrijpelijk. De brief werd onderschept, het vervolg laat zich raden.
Aaf Dell en Van de Berg werden gearresteerd. De Sicherheitsdienst haalde beiden op 10 februari 1944 tijdens de lesuren voor de klas vandaan. De onderduikers werden bij Van de Berg uit huis gehaald. Ze zijn nooit meer terug gezien, meester Van de Berg evenmin.

Mevrouw Van de Berg werd gesommeerd de baby de volgende dag in de Ortskommadantur te brengen. Ze deed het niet. De vrouw vluchtte nog diezelfde avond met baby Loekie en haar eigen kinderen naar een onderduikadres in De Goorn, waar het kind veilig opgroeide. Moeder Sally bleef in het stadsziekenhuis werken. Na de bevrijding werden vader Sally, moeder Gerda en zoontje Loekie herenigd. Lodewijk Themans woont nu, 53 jaar oud, in Israël. Hij leidt er een importbedrijf.

Tot ruim een maand voor de bevrijding zaten de broers Themans, Sally en Ies, ondergedoken op de zolder aan Rode Steen 13. Dieuw van Vliet was na de arrestatie van Aaf Dell noodgedwongen naar dat adres verhuisd. Het belette haar echter niet opnieuw onderdak te verlenen aan de joden, die zij intussen goed kende.
Concentratiekamp

Aaf Dell onderging vijftien maanden lang tot aan de bevrijding in Ravensbrück de verschrikkingen van het concentratiekamp. Dieuw van Vliet ontkwam evenmin aan een arrestatie. De SS deed kort voor het einde van de oorlog, op 24 maart 1945, een inval in haar bovenwoning. De broers Sally en Ies Themans konden ternauwernood via het dak naar het stadsziekenhuis vluchten, waar Odile Moereels voor een nieuwe schuilplaats zorgde. Het is nooit bekend geworden waarom Dieuw van Vliet en Aaf Laan, de huishoudelijke hulp uit de conciërgewoning, door de SS werden meegenomen. Beiden werden in Amsterdam gevangen gezet. Op 14 april konden ze vertrekken. Ze zijn toen lopend terug gegaan naar Hoorn. Ze deden er twee dagen over, want beide vrouwen waren slecht ter been. Uitgeput kwamen ze uiteindelijk thuis.

Aaf Dell is blijkens notities in het gemeente-archief van wijlen wethouder W. Wiese tot driemaal toe aan de gaskamer ontsnapt. Zij heeft onder alle verhoren gezwegen als het graf. Aaf Dell werd op 19 april 1945 uit het kamp ontslagen. Tot aan de bevrijding werd ze te werk gesteld in een "Arbeitsamt". Eenmaal bevrijd kon ze vanuit Ravensbrück aan haar terugtocht beginnen, die zeer moeizaam verliep. Na omzwervingen via Gronau, Büchholz en Remagen kwam ze pas eind mei bij haar broer Henk in Utrecht aan.
Ontroerend

Op 2 juni keerde Aaf Dell, sterk vermagerd maar geestelijk ongebroken, in Hoorn terug. De stad wist van haar komst. Op de Rode Steen stonden de mensen rijen dik te wachten, leerlingen en ouders, familie en vrienden. Een ontroerende ontvangst viel haar ten deel in de stad, die weer in vrijheid kon ademen. Dieuw van Vliet heeft nooit aan haar terugkeer getwijfeld. Aan alle ellende was voor beiden een verlossend slot gekomen. Halverwege 1947 verlieten ze de conciërgewoning voorgoed om zich in Spanbroek te vestigen. Ze bleven van daar uit gewoon hun werk als onderwijzeres doen. Eind jaren '50 vertrokken ze terug naar Hoorn om aan de Noorderstraat (nummer 10) te gaan wonen. Dieuw preekte af en toe nog, maar Aaf had haar baan als onderwijzeres na 43 jaar, 11 maanden en 8 dagen intussen opgegeven.
In 1962 kregen Aaf en Dieuw van de voormalige onderduikers uit dankbaarheid een reis naar Israël aangeboden. In 1972 werden de dames op aanvraag van Sally Themans (Loekie's vader) onderscheiden met de Medaille de Justes van Yad Vashem, een hoge Israëlische onderscheiding die posthuum ook aan zuster Odile Moereels werd toegekend.
Eind '68 betrokken de vriendinnen een dubbele kamer in het Liornehuis. Op 2 oktober 1974 overleed daar Dieuw van Vliet, 87 jaar oud. Een jaar later, 10 oktober, stierf Aaf Dell in de ouderdom van 81 jaar.

Dr. J. Presser heeft in zijn in 1948 uitgegeven standaardwerk "De Ondergang" (deel 2, pag. 262) een passage gewijd aan Dieuw van Vliet, die ook voor Aaf Dell had mogen gelden. Er staat: "Misschien was het inderdaad niet zo dwaas, wat "tante Dieuw" in Hoorn deed, bewoonster van het door de Duitsers als Ortskommandantur ingerichte huis, waarin zij tevens de gastvrouw was van acht joden".

Drs. W.F.G. Wiese, oud-wethouder van Hoorn, werd na het overlijden van Dieuw om medewerking gevraagd bij het afwerken van haar boedel. In NOTITIES schrijft hij daar het volgende over: Vanaf 1945 heb ik vooral met mej. Van Vliet samengewerkt en beide dames leren kennen als van uitzonderlijke moed, doorzettingsvermogen en betrouwbaarheid, wars van alle publiciteit. Daarom staat in Pressers boek alleen maar "tante Dieuw".

 

  Terug naar vorige pagina

 

Leden van de Vereniging Oud Hoorn ontvangen het Kwartaalblad op het huisadres. Losse nummers, voorzover voorradig, zijn verkrijgbaar gedurende de openingsuren van het Oost-Indisch Pakhuis.

Kwartaalbladen t/m 2000 prijs per stuk € 4,50
Kwartaalbladen 2001 tot nu, prijs voor leden € 4,50
Kwartaalbladen 2001 tot nu, prijs voor niet-leden € 7,50

Vrijwel alle kwartaalbladen zijn in te zien in ons archief in het Oud Hoorn verenigingsgebouw.
Kwartaalblad index 1979 t/m 2004, Arie van Zoonen
Samenvattingen 2002-2013, Frans Zack
Samenvattingen 2014-2024, Ben Leek
PDF versies 1979-2009 en database artikelen Kennisbank, Gerard van Stijn