Kwartaalblad 2007 / 1 blz. 4 - 10
De tulpenrage van 1637
Auteur: Knaap v.d. Drs.J.P.H.
Tegenwoordig staat ons land bekend als het rijk van de bloembollenvelden. Dat is echter niet altijd zo geweest. De bij ons bekende tulp werd pas rond 1600 voor het eerst in ons land geïntroduceerd. Het was Carolus Clusius van Atrecht die de eerste bollen meebracht van zijn reizen. Atrecht was geleerde en botanicus in dienst van de keizers Maximilianus II en Rudolf II en vanaf 1593 hoogleraar aan de universiteit te Leiden. In die dagen was een tulpenbol een geliefd object van grote waarde. Het was dan ook mede daarom dat zelfs lakenwevers zich met de kweek van tulpenbollen gingen bezighouden. Het kwam zelfs zo ver dat er in de zomer van 1633 een huis werd verkocht voor drie zeldzame tulpen. De gevelsteen "De Drij Tulpen" die hier aan herinnert is te vinden aan het Achterom. De tulp was betaalmiddel geworden in een gebied dat zwaar door recessie getroffen was. En zo ging er zelfs een West-Friese boerderij met land erbij voor een partij bloembollen van de hand. De krankzinnige tulpenrage zou haar catastrofale climax bereiken in de dolle maanden van december 1636 en januari 1637. Drs. J. P. H. van der Knaap beschrijft deze rage in een van interessante illustraties voorzien artikel.
Terug naar vorige pagina
Kwartaalblad index 1979 t/m 2004, Arie van Zoonen
Samenvattingen 2002-2013, Frans Zack
Samenvattingen 2014-2024, Ben Leek
PDF versies 1979-2009 en database artikelen Kennisbank, Gerard van Stijn