Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Lambert Melisz. De Huisman van Westzaan? (4)

Wij moeten ons er bewust van zijn, dat toen Centen onthulde, dat de naam van de anonieme huisman van Westzaan Lambert Melisz. was, het feit van die redding 166 jaar daarvoor plaats gehad had. Zijn bericht is gegrond op een familieoverlevering. Hoewel familieoverleveringen vaak een grond van waarheid bevatten, moeten we hiermede toch voorzichtig zijn. Te meer, indien we ontdekken, dat deze tot verwrongen redeneringen gaan leiden. Ik geloof wel, dat Lambert Melisz. iets met die huisman van Westzaan heeft uit te staan. Mogelijk heeft deze bij hem een onderkomen gevonden, is in zijn dienst geweest of door hem geholpen. Hij kan ook door huwelijk aan hem vermaagschapt zijn. (Misschien zijn door de berichtgevers van Centen hun voorouders verwisseld.) Het valt mij moeilijk in Lambert Melisz. de bewuste huisman van Westzaan te zien.

Nu is de bedoeling van mijn artikel niet alleen om twijfel in de harten der lezers te zaaien, maar ik wil zelfs een andere candidaat naar voren schuiven om de plaats van Lambert Melisz. in te nemen en wel de persoon van Heijnderick Jacobsz. (Oetkens of Oetghers). Deze Heynderick heeft zijn grootmoeder Trijn Heyndericksdochter, weduwe van Cornelis Oetkens, gered uit de handen der vijanden door met haar van Westzaan te vertrekken en hij heeft haar andere deugden en trouw bewezen. Heynderick, die zich te Hoorn vestigde, werd door zijn grootmoeder voor deze weldaden beloond. Zij schonk hem de hofstede, waarin zij pleegde te wonen. Deze lag te Westzaan bezuiden de Weelsloot en ten oosten van de weg, dus in de Kerkbuurt. In 1582 legden de getuigen ten behoeve van hem de verklaring af, die aan het eind van dit artikel is opgenomen.

Het volgende jaar verklaarde Heinderick Jacobsz. (nu wonende te Hoorn) voor Schepenen van Westzaan, dat hij twee percelen land gelegen in de ban van Westzaan verkocht had aan Dirck Dircksz., buurman (als voogd van zijn moeder Trijn Dircksdr. 1).

1) Rijksarchief Haarlem. Recht.Arch. 1564 fol. 15. Transportregister van het Gerecht Westzaan, 15 februari 1583. De landerijen waren groot de helft van zeven hont. Het ene was belend ten zuiden door Nauwe Jan en ten noorden door Jacob Gerietsz., het andere ten noorden door Baert Arijensz. en ten zuiden door Sijt Jacobsdr.