Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Lambert Melisz. De Huisman van Westzaan? (2)

Ook Krommenie werd aangevallen en genomen. Deze aktie ging gepaard met doodslag der dorpelingen en brandstichting. De Staatse troepen, die in Westzaan gelegerd waren, gaven de bewoners daar enig gevoel van veiligheid. Maar toen de volgende dag de Spaanse troepen tegen Westzaan optrokken, bleek dat de Staatse troepen niet van zin waren om Westzaan te verdedigen, doch wegtrokken. Op het laatste moment moesten de Westzaners hun heil zoeken in een overhaaste vlucht.

Theodorus Velius is de eerste, die melding maakt van een voorval tijdens deze vlucht. In de tweede druk van zijn "Chronijck van de Stadt Hoorn" (1617) lezen we:

"In dese verbaestheyt en schiedelijcke vlucht geschiede een stuck seer verhalensweersdich by een huysman van Westzanen. Want soo elck vast sagh om zijn open, (en in soo een haestich ongeluck met hem socht wech te crijgen 't geene hem van zijn goederen het waertste was) vant men desen onder anderen (die niet veel becommert zijnde met zijn ander goet) alleen zijn oude Moeder (die deur de jaeren haar ganck benomen was) socht met hem wech te voeren en te berghen. En want hij geen sleedse bij der hant hadde (en sij misschien deur swaerlijvicheit niet te draghen was) sette die op een berrie (en daer een tou aen doende), sleepte die soo voort. Maer soo dit seer Iancksaem toe ginc, sagen hem die Spangiaerts, en liepen naer hem toe, maer hij ontschool haer yewers onder een wal of in 't riet, en sy daer by comende, en d'oude vrou op de berrie vindende, waren verwondert van sulcken vromen daet, en gingen als beschaemt weder wech, sonder haer yet in 't minste te misdoen. Doen quam de soon uyt syn schuyl, en sleepte weder op 't nieu, en dat soo langh, tot dat hij zijn oude Moeder tot Hoorn bracht voor de Westerpoort. Dit is een sonderlingh exempel van ghetrouwe liefde eens kints teghens zijn ouders, niet min ghedenckweerdigh, als 't geene bij d'ouden met soo veeloppronkens verhaalt wert...."

In proza en poëzie is dit gebeuren vele malen beschreven. Zo vinden wij het bij de 17e eeuwse Zaanse historicus Hendrik Soeteboom, die waarschijnlijk Velius naverteld heeft. Doch evenmin als Velius noemt hij de naam van die huisman van Westzaan 1).

1) Zie zijn "Zaanlants Arkadia" (1658). Dat dit gebeuren wel zijn belangstelling had, blijkt uit zijn treurspel "Batavische Eneas of Getrouheyts Voorbeelt in 1645 uitgegeven onder de naam H. J. Soets. Over dit niet noemen van de naam van de huisman, zegt Jacob Honig Jsz.Jr. in de "Geschiedenis der Zaanlanden" op blz. 154: "Wij hebben dien nergens bij hem aangetroffen, en kunnen ons geene reden van dit verzuim denken, daar hij anders van oneindig minder belangrijke personen schier eene geheele geslaohtslijst geeft".