Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Gestelde vragen aan Vereniging Oud Hoorn

Terug

  • Waarom zijn bij sommige ramen of vensters de onderste delen voorzien van luiken en de bovenste delen niet?


    Waarom zijn bij sommige ramen of vensters de onderste delen voorzien van luiken en de bovenste delen niet?

    Korte geschiedenis van het venster

    Vensteropeningen van huizen dienen van oudsher voor de toetreding van lucht en licht.  Dat is hun primaire functie.

    Vensteropeningen waren aanvankelijk open gaten die op zijn tijd ook moesten kunnen worden afgesloten, 's nachts en tegen regen, tocht en kou (of hitte). De oudste vorm van vensterafsluiting is met een luik of luiken, toegepast vanaf de Middeleeuwen. Luiken waren prima geschikt om tocht en kou buiten te houden, eventueel op een kier voor ventilatie, en voor de nachtelijke bescherming tegen ongenode gasten, maar overdag houden zij het daglicht tegen. Overdag moesten de luiken dus worden geopend om licht binnen te laten. Een kaars of olielamp kon 's avonds en 's nachts dienen als lichtbron, niet om overdag bij te kunnen werken.

    Om overdag toch de vensteropeningen te kunnen afsluiten tegen kou en tocht werd al vroeg gezocht naar een manier van afsluiting waardoor regen en kou voldoende werden geweerd maar waarbij de toetreding van licht en lucht mogelijk bleef. Dat werd gevonden in de combinatie van een lichtdoorlatend materiaal voor een gedeelte van de vensteropening en luiken voor een ander gedeelte ervan. Dat is de achtergrond van het uit vier delen bestaande kruisvenster, waarvan de bovenste twee ramen het licht binnenlieten en de onderste twee vensteropeningen waren voorzien van draaibare luiken voor de luchttoetreding.

    Raamluiken OIP
    Raamluiken Oost Indisch Pakhuis als toonbank

    Door op de begane grond de luiken horizontaal scharnierend te maken vormden zij bij openklappen een luifel en een soort toonbank waarop koopwaar kon worden uitgestald. Op de hogere verdiepingen van een huis of gebouw was dat niet aan de orde.  Daar zijn de luiken uitsluitend verticaal scharnierend opgehangen. Meer dan vier eeuwen lang heeft het kruiskozijn, uitgevoerd in natuursteen, baksteen of hout, de Nederlandse architectuur beheerst.

    Als licht doorlatende stof werd aanvankelijk perkament of varkensblaas gebruikt, dat wel licht doorliet, maar waar men niet doorheen kon kijken. Het perkament was van schapen- of lamshuid dat is gladgeschuurd met puimsteen. Omstreeks 1200 kwam glas in gebruik, waardoor ook bij slecht weer het contact met de omgeving mogelijk bleef. Glas werd in die tijd vervaardigd in grote schijven, in gesmolten toestand gevormd door draaien, langs de kanten dun, in het midden een dikke knobbel. Deze schijven werden gesneden tot gelijkzijdige parallellogrammen (wybertjes) oftewel ruiten. Later werden het rechthoekige, verticaal geplaatste 'ruitjes'. Men voegde ze aan elkaar met loodstrippen, waarna men het geheel in een kleine sponning in het metselwerk plaatste. Vanaf de vijftiende eeuw vond glas op grotere schaal toepassing, omdat het een stuk goedkoper was geworden. Eerst plaatste men het glas-in-lood alleen in het bovenste deel van de raamopening om licht binnen te laten, de onderkant sloot men nog steeds af met een luik voor de toetreding van lucht. Door verbeterd timmergereedschap kon men later het glas in een houten raamwerk plaatsen, dat draaibaar in een kozijn kon worden afgehangen. Hierdoor kon men ook in het onderste deel van het kruiskozijn achter de luiken een houten raam met glas-in-lood aanbrengen, dat naar binnen kon worden geopend. De ramen waren niet breder dan 60 cm, omdat ze anders uitzakten. De ruitjes waren ongeveer 10 x 15 cm. Glas in houten roeden verving rond 1640 glas-in-lood. De glaskwaliteit was aanmerkelijk beter geworden, wat grotere ruitjes opleverde van circa 20 x 25 cm. Lood is te slap om dat formaat de nodige steun te kunnen geven en werd vervangen door roeden van hout. Tegelijkertijd verdween geleidelijk ook de middenstijl uit het kruiskozijn. Dit was mogelijk door boven de bovendorpel een boogvormige rollaag te metselen die de dorpel ontlast. 

    Munnickenveld
    Munnickenveld 15 -19 met duidelijk zichtbare rollaag boven de ramen

    Rond 1683 werd het schuifvenster uitgevonden, een vervolmaking van primitieve, Franse systemen met schuivende ramen. Pas een eeuw nadat het schuifvenster in Nederland zijn intrede had gedaan, verdween het kruisvenster definitief uit de bestekken. Vanuit Frankrijk kwam in de zeventiende eeuw een nieuwe venstervorm naar Nederland: twee tegen elkaar sluitende ‘vleugels’, ofwel draairamen. In de loop van de achttiende eeuw werd dit soort vensters vaker in Nederland toegepast. In de negentiende eeuw werd het technisch mogelijk om steeds grotere glasoppervlakken te maken en werd het glas steeds goedkoper. De kleine roedeverdeling verdween. Aan het begin van de negentiende eeuw ontstonden de brede, verticale Empirevensters met twee ruiten in de breedte en drie in de hoogte, met in het midden een brede, verticale, geprofileerde roede. Aan het eind van de negentiende eeuw maakten deze vensters plaats voor de zogenoemde T-vensters: geen roeden in het bovenlicht en slechts één verticale roede in het onderste glasvlak. Uiteindelijk ontstond er zelfs een venster dat uit twee grote glasvlakken bestaat, zonder ook maar een enkele roede. In Hoorn zijn fraaie voorbeelden te vinden van kruiskozijnen. Bedenk wel dat dit niet de oorspronkelijke maar gerestaureerde vensters zijn. Enkele adressen zijn: Gerritsland 35, Grote Oost 75, Italiaanse Zeedijk 58, 106, Kerkstraat 1, Munnickenveld 2, 15-19, Nieuwe Noord 45, Ramen 23, Schoolsteeg 7, Veermanskade 5, West 50, De Waag. 

    waag

    Bronnen en verder lezen
    - Janse, H. Omgeving in de praktijk. Het venster.- Janse, H. 2003. Amsterdam gebouwd op palen. Uitg. De Brink, 95 pp.
    - Jehee, J., 2010. Tussen lucht en licht. De ontwikkeling van de vensters, kozijnen, ramen en luiken. Waanders, 176 pp.
    - Cultureelerfgoed, 2005. Instandhouding van historische houten vensters. Rijksdient voor de monumentnzorg.
    - De Vree, J.  500_jaar_houten_kozijnen.
    - De Vree, J.  Roedenindeling oude_ramen.
    - Nissink glass. De historische ontwikkeling van glas.
    - Sociale_geschiedenis_van_Toscane_(1300-1500).  In_en_rond_het_huis. Ramen_en_tocht.
    - Veldstra, B., Bovenlichten en snijramen in Nederland. - Vereniging Vrienden van de Amsterdamse  Binnenstad. Oog voor detail.

    Illustraties
    Frans Kwaad, Vereniging Oud Hoorn

    Frans Kwaad, 8 augustus 2018

Redactie "veel gestelde vragen": Diana van den Hoogen, Hoorn

 

Terug naar gestelde vragen